ChristenUnie
ChristenUnie strijdt tegen abortus aan ander front dan PVV
zaterdag 30 augustus 2008 13:33 Het PVV-Kamerlid Fleur Agema verwijt
CDA en ChristenUnie niet meer de strijd aan te gaan tegen de huidige
abortuswetgeving. De ChristenUnie strijdt echter aan een ander front,
en daar mist ze de PVV, schrijft Esmé Wiegman in het Nederlands
Dagblad. "Tot nu toe heb ik van de kant van de PVV alleen nog maar
harde woorden gehoord als het om deze kwetsbare groepen gaat."
Af en toe was Fleur Agema echt een aangename verrassing, tijdens de
debatten over de evaluatie van de Abortuswet en over de beleidsbrief
Medische Ethiek van het kabinet. De PVV-woordvoerster kwam op voor de
beschermwaardigheid van het leven van een foetus tussen de 20 en 24
weken. Verrassend, omdat de leider van de PVV politiek opgroeide in
een partij (de VVD) die medeauteur is van het huidige abortusbeleid.
Keuzevrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw waren leidend
voor de liberalen.
Maar nu zegt Fleur Agema dat ze teleurgesteld is in de ChristenUnie (
Nederlands Dagblad 23 augustus), omdat we het niet eens meer zien
zitten de strijd tegen de huidige abortuswetgeving aan te gaan.
Kennelijk is het haar ontgaan dat de ChristenUnie een andere
'frontlinie' heeft gekozen. En eigenlijk ben ik teleurgesteld Fleur
Agema daar niet aan mijn zijde aan te treffen.
De ChristenUnie ziet het leven als een geschenk van God, onze
Schepper. Het menselijk leven is vanaf het prilste begin, het moment
van conceptie, beschermwaardig. De principiële bezwaren van de
ChristenUnie tegen de huidige abortuswetgeving zijn dus niet zozeer
gericht tegen de wettelijke termijn van 24 weken waarbinnen abortus in
Nederland is toegestaan. Die termijn terugbrengen naar bijvoorbeeld
twintig weken zou niets afdoen aan onze bezwaren tegen de
abortuswetgeving zelf. Hoezeer ook in de beleving juist de verschillen
rondom die uiterste termijn extra schrijnend zijn: voor het leven van
het ene kind van 24 weken wordt gevochten, terwijl aan het leven van
een 'leeftijdgenoot' actief een einde kan worden gemaakt.
Geen oplossing
Een discussie over wettelijke termijnen biedt geen oplossing voor de
problemen die aan ongewenste zwangerschappen en de vraag naar abortus
ten grondslag liggen. In een land als Nederland, waar allerlei
anti-conceptiemiddelen voorhanden zijn, raken vrouwen nog steeds
onbedoeld zwanger. Daarnaast kunnen zich tal van
(gezondheids)situaties voordoen - bijvoorbeeld aan het licht gebracht
door een twintig-weken-echo - waarin een zwangerschap ineens als
ongewenst, ja zelfs als een noodsituatie wordt ervaren. Daarop zal de
aandacht gefocust moeten worden, willen we (de vraag naar) abortus
bestrijden. En dat is waarom de ChristenUnie per se afspraken wilde in
het coalitieakkoord over bijvoorbeeld een onderzoek naar de aard van
de 'noodsituaties' waarin vrouwen om abortus vragen; afspraken over
hulpverlening aan zwangere tienermeiden, over voorlichting om
tienerzwangerschappen te voorkomen. Wij wilden beleid waardoor (jonge)
vrouwen durven te kiezen voor het uitdragen van een zwangerschap, waar
op dit moment gebrek aan geld, sociaal netwerk en huisvesting voor
veel meiden reden is om voor abortus te kiezen.
Dat is voor de ChristenUnie ook reden geweest om in de Voorjaarsnota
extra geld uit te trekken voor hulpverlening bij ongewenste
zwangerschap en opvang van tienermoeders: 10 miljoen euro waarmee
bestaande projectvoorstellen van Fiom en VBOK kunnen worden
uitgevoerd.
Weerbaarheid
Fleur Agema gaat er iets te gemakkelijk van uit dat we allemaal
seksuele voorlichting hebben gehad en daar keurig naar handelen. Op
die aanname valt veel af te dingen; om nog maar te zwijgen over het
gebrek aan (seksuele) weerbaarheid onder jonge meiden en het niet
'nee' durven zeggen. 'Friemelen aan het zelfbeschikkingsrecht' zoals
Agema het noemt, ligt inderdaad gevoelig, maar ik ga het niet uit de
weg in de debatten. Het zelfbeschikkingsrecht van een vrouw betekent
in de huidige abortuswetgeving het uitsluiten van het recht op leven
dat zou moeten gelden voor een ongeboren kind.
Naast een principiële discussie hierover is het minstens zo
interessant en vruchtbaar om in debatten af te tasten hoe vanuit
pro-life en pro-choice standpunten gemeenschappelijke doelstellingen
zijn te formuleren, en hoe gemeenschappelijk de strijd tegen
ongewenste zwangerschappen kan worden aangebonden. Binnen de huidige
coalitie blijkt dit eindelijk mogelijk te zijn en die kans moeten we
benutten. Het benutten van die kansen vraagt om moed en liefde. Ik
hoop dat Fleur Agema moed, maar vooral ook liefde kan opbrengen, ook
als het aankomt op de noodzakelijke aandacht voor bijvoorbeeld
Antilliaanse tienermoeders, of voor de opvang van slachtoffers van
eerwraak. Tot nu toe heb ik van de kant van de PVV alleen nog maar
harde woorden gehoord als het om deze kwetsbare groepen gaat.
Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink is woordvoerder medische ethiek
namens de ChristenUnie in de Tweede Kamer.