Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


* Relatie voedselvoorziening en fossiele brandstoffen


* http://www.minlnv.nl/pls/portal/url/page/minlnv/actueel/voorlooppagina?p_file_id=30306

Geachte Voorzitter,

U verzoekt mij in uw brief van 18 juni jl. met kenmerk 08-LNV-B-86 aan te geven wat mijn visie is op de relatie tussen voedselvoorziening en het hoge gebruik van fossiele grondstoffen in een geliberaliseerd en geïndustrialiseerd landbouwsysteem. U refereert in uw brief aan de FAO-top begin juni, waarin is aanbevolen om markten verder te liberaliseren om de voedselcrisis het hoofd te bieden. U geeft in uw brief tevens aan dat een verdere liberalisering zal leiden tot meer gebruik van fossiele grondstoffen vanwege toenemende transportstromen. U refereert daarnaast aan twee berichten over olieschaarste, te weten één in de Volkskrant van 10 juli en één in het Financieele Dagblad van 10 juni 2008.
Over voedselvoorziening en prijzen is reeds het onderzoek van de LEI Wageningen UR 'Waarom zijn de huidige wereldvoedselprijzen zo hoog' aan de Tweede Kamer gestuurd. De relatie tussen voedselvoorziening en fossiele grondstoffen wordt hierin behandeld. Er liggen complexe relaties tussen bijvoorbeeld (1) prijzen voor productiefactoren zoals arbeid, grondstoffen en land, (2) handels- en monetair beleid van landen en (3) de productvoorkeuren van consumenten. Deze relaties leiden tot lastig te beïnvloeden verschuivingen van productie en dus gebruik van fossiele grondstoffen. Echter, ondanks het feit dat er teveel factoren zijn waarop Nederland geen invloed heeft, staat buiten kijf dat het gebruik van fossiele brandstoffen in de landbouw teruggedrongen moet worden. LEI WUR is dan ook een onderzoek langetermijnverkenningen in de land- en tuinbouwsector gestart. Hierin zal ook de relatie tussen liberalisering en gebruik van fossiele grondstoffen terugkomen. Na afronding zal de studie naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Los daarvan heeft het kabinet in het coalitieakkoord reeds een stevige aanzet gegeven hoe het gebruik van fossiele grondstoffen te verminderen. Dit is vorig jaar verder uitgewerkt in het Werkprogramma Schoon en Zuinig1. Onlangs heeft u ook de Innovatieagenda Energie ontvangen2.


1 Werkprogramma Schoon en Zuinig, 18 september 2007, kenmerk KvI2007088495
2 Innovatieagenda energie, 3 juli 2008, kenmerk ET/ED / 8066413

Samen met de sectoren zet ik in op diverse sporen om gebruik en afhankelijkheid van fossiele grondstoffen te verminderen. Om het gebruik van fossiele grondstoffen terug te dringen, heb ik u eind 2007 de overheidsvisie op de biobased economy3 gestuurd. Biomassa is een van de weinige alternatieven voor fossiele grondstoffen. In de beleidsagenda staat bioraffinage als een van de kernpunten genoemd. Middels bioraffinage en coproductie kan biomassa ingezet worden voor voedsel, chemicaliën, biobrandstoffen en elektriciteit/warmte. Voor de verdere ontwikkeling is inzet van bedrijfsleven, wetenschap en overheid nodig.
Daarnaast heb ik diverse andere sporen om het gebruik van fossiele grondstoffen te verminderen. Op 10 juli jl. heb ik met de agrosectoren het Convenant Schone en zuinige agrosectoren afgesloten. Dit akkoord richt zich op de uitwerking van het Werkprogramma Schoon & Zuinig voor de agrosector. Thema's die in dit akkoord aan de orde komen zijn onder andere de Kas als energiebron, agrologistiek, covergisting en windenergie op het boerenbedrijf. Dit najaar zal de Kamer een voortgangsrapportage ontvangen over Schoon & Zuinig als geheel.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

3 Overheidsvisie op de Biobased Economy, 8 oktober 2007, kenmerk INH. 2007/958