Ministerie van Buitenlandse Zaken


01-09-2008 | Van Kleffenszaal, ministerie van Buitenlandse Zaken |

Toespraak: Koenders - Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Samenvatting:

(gesproken woord geldt)

Dames en heren Ambassadeurs,

Ik ben blij u hier vandaag te mogen begroeten. En laat ik maar direct met de deur in huis vallen. U bent de ambassadeurs van plusminus vijf miljard euro belastinggeld. De vrouwen en mannen van vijf miljard! U ­ althans vele van u ­ hebben de verantwoordelijkheid en en de prachtige kans om dat geld zo effectief mogelijk in te zetten en een bijdrage te leveren aan de oplossing van de grote knelpunten van deze tijd: armoede en ontwikkeling, de ongelijke verdeling van veiligheid in de wereld ­ zie bijvoorbeeld Afghanistan en Guatemala - en de enorme risico's van klimaatverandering en de ongelijke verdeling van de milieugebruiksruimte ­ zie de tijdbom die we bijvooorbeeld in de Hoorn van Afrika zien.

Daar hoort natuurlijk forse bescheidenheid bij, Nederland kan een slimme katalysator zijn, en moet dat ook blijven. Vanuit moreel oogpunt, maar ook vanuit verlicht eigenbelang. Maar we zullen onze niche scherper moeten formuleren in samenwerking met andere, nieuwe spelers, en soms soevereiniteit moeten durven opgeven. Wie denkt dat het relatief beschermde Nederland met de luiken dicht kan functioneren zonder de kansen van globalisering te pakken, die heeft het mis. Wie gelooft dat dat kan zonder oog te hebben voor de bottom billion die vaak globaliseert via corruptie, illegale mensenhandel en privatisering en export van geweld, die komt van een kouwe kermis thuis.

Ontwikkelingssamenwerking is altijd politiek, en is investeren onder de meest risicovolle omstandigheden.
Dat betekent in deze tijd dat we staan voor een modernisering van formaat; niét nieuwe modes. Alleen dan zullen we draagvlak kunnen behouden en uit ons schuttersputje kunnen klimmen.
Meer dan ooit werken we samen met andere ministeries ­ van VROM tott EZ, van Justitie tot Defensie, en dan heb ik er veel niet genoemd ­ en we kkrijgen er echt veel voor terug.
Meer dan ooit zijn er nieuwe initiatieven met andere partners, het bedrijfsleven en de kennisinstituten. De Schoklandakkoorden gaan inmiddels over meer dan vierhonderd miljoen euro vernieuwende programma's en projecten. Meer dan ooit investeren we in een nieuwe vorm van samenwerking tussengelijkgezinden ­ door de oude blokken van Noord en Zuid heen ­ Noorwegen én Ghana dus; het VK én Malawi.
Meer dan ooit beperken we ons en zijn we ons in een tijd van taakstelling ook bewust van prioriteiten en posterioriteiten. De MDG's als hoed -- en met een fantastische nieuwe ambassadeur voor de MDG's: Stella Ronner - drie categorieën landen, vier prioriteiten en meer samenwerking met anderen: niet meer en niet minder. U moet daarbij topprestaties leveren. En dat onder soms moeilijke omstandigheden.

Ik ben iemand van het persoonlijke contact:
Met velen van u heb ik in het afgelopen jaar intensief contact gehad.Op de eerste plaats wil ik u erg bedanken voor uw inzet. Ik weet dat het een vol jaar was. Nieuwe beleidsprioriteiten, taakstelling, MDG-scans, MJSP's, SGACA's, en wat dies meer zij. Bijna Olympische prestaties, zou ik willen zeggen. En dan heb ik het niet alleen over de vrouwelijke ambassadeurs, nee bij ons worden de topprestaties­ zoals bij de Olympische sporters- niet alleen door vvrouwen behaald.

Gouden kooi & glazen huis in een andere wereld

Ik realiseer me dat u topprestaties moet leveren, laverend in een scherp veranderende omgeving: we zien gelukkig meer zelfbewustzijn in ontwikkelingslanden. Ook uit Afrika komt tegenwoordig regelmatig positief nieuws. Het tijdperk van the West against the
Rest, maakt plaats voor een nieuwe assertiviteit van die 'rest' van de wereld ten opzichte van een Westen dat daar niet goed raad mee weet. We hebben te maken met de veel te weifelende hervorming van de VN, en de Wereldbank, die nog lang niet zijn aangepast aan de nieuwe machtsverhoudingen. Er is onduidelijk wereldleiderschap, zonder dat er sprake is van nieuwe multipolariteit. Dat maakt ons werk niet eenvoudiger. Er is zelfs een schijnbare terugkeer van de geopolitiek.

Ontwikkelingssamenwerking is op scherp komen te staan door dieper gevoelde verschillen ­ op politiek, economisch, cultureel terrein. En door eeen serie van in elkaar grijpende factoren: klimaatverandering, de strijd om schaarse grondstoffen, stijgende voedselprijzen, olieprijzen die de pan uit rijzen. Dat levert een gemengd beeld op.

En ook in Nederland verandert de context: de algemene tijdgeest verandert. Er wordt afgerekend met de idealen uit de zeventiger en tachtiger jaren. Zie de discussie over Duyvendak en Cramer. OS moet oppassen dat we daar niet op een verkeerde manier in mee worden gezogen. Voor veel burgers speelt eigenbelang een nadrukkelijke factor in de steun voor onze bemoeienis met de rest van de wereld: het nieuwe 'frame' voor OS ­zoals
campaigners dat noemen- bestaat uit een mix van moraliteit ­solidarriteit, rentmeesterschap, en welbegrepen eigenbelang. Daarmee motiveren we onze investeringen in de landen waar u werkt.

Met opzet zeg ik investeringen: met meer gelijkwaardige relaties in de wereld, minder natuurlijk leiderschap in het westen, en de stijgende waarde van het eigenbelang in de motivatie van burgers om betrokken te zijn bij de rest van de wereld, moeten we maatschappelijk investeren net zo belangrijk vinden als geven, doneren.

Een aantal van u heeft het afgelopen jaar dat vooroordeel met kracht weerlegd. Laten zien dat wij geen gouden kooidieren zijn. Zij hebben heel zichtbaar steentjes bijgedragen aan verandering. Ik denk aan de mensen op de ambassade in Harare, die Morgan Tsvangirai uitnodigden voor een historische logeerpartij. De mensen op de ambassade in Nairobi, die in turbulente tijden een cruciale rol speelden in de crisis daar. Aan onze mannen en vrouwen in Afghanistan, zowel op de ambassade als in Kamp Holland die dagelijks de beweging van de tijd ervaren en beïnvloeden. Aan Johan Wolfs die in Sudan met een Kamerdelegatie bijna neerstortte met een vliegtuig en met hen vast kwam te zitten in Zuid-Sudan. En Willem Andreae in Pakistan die de toenemende onveiligheid aan den lijve ondervond toen zijn residentie werd getroffen bij de aanval op de Deense ambassade. Al die mensen. En al hun kleine en grote daden ­zichtbaar en minder zichtbaar- waaruit blijkt dat het ertoe doet. Om mensen ter plekke te hebben. Waaruit blijkt dat u ertoe doet. Mensen maken het verschil, u maakt het verschil.

Moderne OS

En dat is nodig. Ontwikkelingssamenwerking is toe aan een nieuw gezicht. Een modern gezicht. En een moderne inhoud. Dat is mijn boodschap. Het afgelopen jaar hebben we die verandering ingezet. Geen revolutie, maar een stevige reality check.

Vooral niet te makkelijk over het geld doen: die kwaal ­ laten we eeerlijk zijn ­ heerst nog wel eens op ons ministerie. Belastinggeld wordt dduur verdiend en in uw handen gelegd.
Scherp zijn op deadlines en resultaten, hoe belangrijk het ook moge zijn om cijferfetisjisme te voorkomen. Niet te hiërarchisch denken: ik heb vertrouwen in de 'professionals'; dat zijn zoals overal elders de mensen in de modder.

Een belangrijk deel van de kritiek op de ontwikkelingssamenwerking is onterecht. We hoeven absoluut niet in een defensieve kramp te schieten, waar heel veel draagvlak in de samenleving bestaat. Bijvoorbeeld de kritiek alsof wij niet willen samenwerken met het bedrijfsleven. Dat is te zot. Dit jaar gaat meer geld gaan naar ORET dan ooit tevoren (218 miljoen euro). In 2008 en 2009 zullen de uitgaven aan ORET ongeveer tweemaal zo hoog zijn als onder het vorig kabinet. De nieuwe ORIO-regeling is nu gereed en ruimhartig. En dan hebben we natuurlijk ook nog het Schoklandfonds waaruit al een aantal prachtige initiatieven zijn voortgekomen etcetera. Mogelijk nog onterechter is de kritiek van de Telegraaf en anderen dat ik niet bereid zou zijn om mee te betalen aan vredesmissies. Ik heb van het fragiele staten-beleid een speerpunt gemaakt. Er is geen Kabinet dat meer aan vrede en veiligheid heeft besteed. We trekken miljoenen uit voor wederopbouw van Afghanistan, Sudan, Rwanda enzovoort. Er is nog nooit zoveel OS-geld in het stabiliteitsfonds beland. Maar laat ik duidelijk zijn: OS-geld is bestemd voor het bestrijden van armoede van de armsten in deze wereld. Wereldwijd wordt er honderd miljard aan wapens uitgegeven, minder dan honderd miljard voor hulp. Op veel punten moderniseren we de OS: met meer aandacht voor groei en verdeling, bijvoorbeeld via de Landbouwnota met Minister Verburg of via het kritisch doorlichten van organisaties als de NCDO en het instellen van een club om de regelgeving te versoepelen.

Drie punten van verandering

Er is een ander deel van de kritiek op OS. Die juist hout snijdt. En daar moeten we ook echt iets mee doen. Ik zou zeggen: 'Yes, we can!' Ik denk aan het omgaan met geld, maar ook over aandacht voor de politieke context. Ik zei hier zojuist al het een en ander over. Zet veel meer uw politieke hoed op! Zoals we het afgelopen jaar deden in landen als Kenia, waar Nederland dankzij een goede wisselwerking tussen ambassade en departement, schakelend met onze internationale partners precies op het juiste moment een rol kon spelen. Of Zimbabwe. En ook Nicaragua, waar we met dank aan de ambassade invloed hebben kunnen uitoefenen op wetgeving over abortus en de positie van vrouwen en we gisteren een goed gesprek hadden met Minister Santos over de budgetsteun. Oog voor kansen en risico's, maar ook voor de schade door corruptie.

En ook door een beetje nuchter te blijven ­ en dat bedoel ik niet lletterlijk.

Ik denk dat dit zeer geholpen wordt wanneer medewerkers van ambassades allemaal het land ingaan. Natuurlijk, u heeft het druk, er is veel overleg maar door de situatie altijd en constant ter plaatse te bekijken, buiten de hoofdstad, ontmoet je onverwachte partijen. Daar ben ik van overtuigd. Ik vind dat elke medewerker op een post minstens twee weken per jaar in het veld zou moeten zitten. Ik weet dat velen van u uw medewerkers met enige regelmaat het veld in sturen. Wat mij betreft moet dat dus structureel. Het is even belangrijk als het opstellen van BEMO's en het voorbereiden van bezoeken van bewindslieden, om maar wat te noemen. Het gaat erom een goede wederzijdse wisselwerking tot stand te brengen.

Dat brengt mij op het laatste punt: de communicatie over wat wij doen in ons eigen land. Naar buiten toe, buiten ons glazen huis. Versterking van de geloofwaardigheid van OS in Nederland is niet alleen een zaak van de minister of van het departement. Ik kan hierbij niet zonder uw betrokkenheid, uw informatie. Via mij kijkt de Nederlandse samenleving zeer secuur naar uw optreden, naar uw uitgaven. Ik probeer -met uw inbreng- elke dag de verwachtingen te managen, en uit te leggen dat Ontwikkelingssamenwerking geen simpel abc'tje is. Dat het weerbarstig is en dat resultaten niet aan de apenbroodboom groeien. Maar ik kan ons verhaal alleen uitdragen als u mij voedt met goede, realistische voorbeelden van wat Ontwikkelingssamenwerking vermag. Wat we tot stand brengen. Maar ook over waar de risico's zitten. Daarover moeten we eerlijk communiceren. Ontwikkelingssamenwerking is een risico-belegging. Soms werkt het, maar niet altijd. Maar elke euro is integer besteed. Samen kunnen we deze klus klaren: als zelfs waterpolo in twee weken tijd sexy kan worden, dan moeten wij toch ook een heel eind kunnen komen. Mail onze communicatiemensen uw voorbeelden. Wees niet te benauwd voor journalisten. Denk mee over wat wij zouden moeten communiceren. Laten we samen aan Nederland tonen waarom we Trots zijn op Ontwikkelingssamenwerking.

Dames en heren,

De titel van deze ambassadeursconferentie is: 'de wereld een glazen huis'. BZ, OS is een glazen huis. Maar het is geen jampotje: het is 'a Ministry with a View'. En we zijn
bezig de ramen open te zetten. Dat lijkt me gezond. Ik las laatst dat gebrekkige ventilatie in schoolklassen een belangrijke oorzaak is van achterblijvende leerprestaties. Open dus die ramen: laten we duidelijker onze boodschap verkondigen die we vertellen hebben. Daar worden we overigens al steeds beter in. Ik denk bijvoorbeeld aan Rent an
Ambassador. Maar het lijkt soms nog wel een beetje of wij de neiging hebben de ramen open te zetten, en tegelijkertijd de luiken dicht te houden. We strooien onze boodschappen de wereld in. Maar zijn we ook echt bereid te luisteren? Te luisteren naar wat mensen ­burgers, experts- ons tte melden hebben? Ook die hebben vaak betere ideeën dan u denkt. Nederland en in de landen waar u werkt. Ik denk dat we hier in het komend jaar werk van moeten en kunnen maken. En ik zie uit naar de gesprekken hierover met u de komende dagen.

En ik dank u opnieuw voor uw professionaliteit en grote inzet.

Ik wens u een geweldige conferentie toe.