'Nederland: internationaal georiënteerd land met karakter'
Toespraak | 01-09-2008
Toespraak van de minister-president bij de opening van het Academisch
Jaar 2008-2009, Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nederland: internationaal georiënteerd land met karakter
Intro
Meneer de Rector Magnificus, meneer de Voorzitter, dames en heren,
Toen ik me voorbereidde op deze dag, moest ik denken aan dat puur
Rotterdamse boek 'Karakter' van F. Bordewijk. Een klassieker die velen
van u wellicht hebben gelezen. En anders heeft u misschien de
verfilming gezien, die in 1998 een Oscar won.
"Karakter" gaat over een ambitieuze Rotterdamse jongen van eenvoudige
komaf die het wil maken in de grote wereld. De omstandigheden zitten
niet mee.
Hij probeert het eerst met een eigen bedrijfje, maar dat gaat
failliet. Diep in de schulden vindt hij een baantje als jongste
bediende op een advocatenkantoor. Daar ontwaakt in hem de droom ooit
zijn naam in gouden letters op de gevel te zien staan. Zijn eigen
vader doet verwoede pogingen zijn ambities te dwarsbomen. Maar hij zet
door.
Hij werkt, studeert, brengt offers en grijpt de kansen die hem geboden
worden met beide handen aan. Ondanks - of misschien wel mede dankzij -
de tegenwerking van zijn vader, weet hij uiteindelijk zijn ideaal te
bereiken. Een kwestie van karakter.
Karakter. Waaruit bestaat dat? Uit de eigenschappen waarover je
beschikt. Je talenten. Je overtuigingen. Dat wat je onderscheidt van
anderen.
Maar karakter is niet alleen iets passiefs. Het gaat er ook om wat je
met die eigenschappen doet. Hoe je ze inzet om een plek te vinden in
de wereld. Een wereld die voortdurend verandert. Die bedreigingen
kent. Maar ook volop mogelijkheden. Mogelijkheden die actief verkend
en benut moeten worden om uiteindelijk met Erasmus te kunnen zeggen:
'Heel de wereld is mijn vaderland'.
Dames en heren, wat kunnen we zeggen over het karakter van Nederland?
Wat zijn onze kenmerken; onze sterke punten?
Vervolgens de vraag: in welke context moeten we opereren? Met welke
omstandigheden - nationaal en internationaal - dienen we rekening te
houden?
En tot slot natuurlijk: wat betekent dat voor onze inzet? Hoe kunnen
we karakter tonen door te doen wat in de gegeven omstandigheden nodig
is?
Het karakter van Nederland
Eerst de vraag naar onze kenmerken.
Nederland is een land met een open karakter. Groot geworden en
gebleven door altijd open te staan voor veranderingen. Onze economie
behoort tot de meest open economieën van de wereld. Dat heeft veel te
maken met onze geografische ligging: we zijn van nature een Portal to
Europe. De positie van Rotterdam als wereldhaven is daar het meest
treffende bewijs van.
Openheid zit echter ook in onze genen. Waar ik ook kom op de wereld,
overal kom ik Nederlandse ondernemers, studenten, stagiairs,
werknemers en reizigers tegen.
Naast die openheid, zijn we altijd op zoek naar consensus tussen
uiteenlopende belangen. Het poldermodel maakt sinds de Middeleeuwen
deel uit van onze cultuur en traditie. Overleggen en het zoeken naar
evenwicht zitten in ons bloed.
Verder is ook een bepaalde degelijkheid ons niet vreemd. En dat bedoel
ik positief. Kijk bijvoorbeeld naar ons solide pensioenstelsel. Naar
de manier waarop al tientallen jaren wordt gewerkt aan versterking van
de economische structuur. En naar het verantwoorde begrotingsbeleid.
In de afgelopen decennia zijn opeenvolgende kabinetten er in geslaagd
de overheidsfinanciën structureel zo sterk te verbeteren dat we van
Dutch Disease naar Dutch Miracle gingen. Er bestaat brede
overeenstemming dat een stabiel, betrouwbaar, degelijk financieel
beleid het noodzakelijke fundament is voor een krachtige economie en
een samenleving waarin mensen zich zeker kunnen voelen.
En dan nog een vierde karaktertrek: we stellen hoge eisen aan onze
leefomgeving en voorzieningen. Nederland behoort tot de meest
welvarende landen ter wereld. Onze voorzieningen liggen over het
algemeen op een hoog niveau. Naarmate de welvaart stijgt, stijgen ook
de verwachtingen die mensen hebben van die voorzieningen en van het
serviceniveau van bedrijfsleven en overheid.
Open, consensusgericht, degelijk, hoge eisen stellend. Dat is ons
karakter.
Karakter in context
Ik kom dan op de tweede vraag: die naar onze context. De
omstandigheden waarmee we rekening moeten houden. Die omstandigheden
vragen om een adequate reactie.
Op het gebied van arbeid staan we aan de vooravond van een
fundamentele omslag die zijn weerga niet kent. De beroepsbevolking
krimpt, terwijl het aantal arbeidsplaatsen groeit. Voor het eerst in
de geschiedenis zullen er structureel minder mensen beschikbaar zijn
om te werken dan er banen zijn. Heel concreet komen we over zeven jaar
al 375.000 mensen tekort.
Conjunctuurgolven zullen komen en gaan. Maar het tekort aan inzetbare
mensen zal blijven. Laten we eens even stilstaan bij de consequenties.
Voor ambitieuze studenten als u is het natuurlijk goed nieuws. Toen ik
afstudeerde - in de vroege jaren tachtig - was de arbeidsmarkt een
bastion waar je lastig binnenkwam. Ik weet het nog goed; in enkele
jaren tijd verdrievoudigde toen de werkloosheid. Het was heel erg
moeilijk om ertussen te komen. De vooruitzichten voor u zijn een stuk
beter; de poorten staan in principe wijd voor u open.
"Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje",
zong de Rotterdamse zanger Louis Davids in 1935. Het mooie van onze
tijd is, dat de kansen voor dubbeltjes om uit te groeien tot kwartjes
- of euro's - groter zijn dan ooit.
Een aantrekkelijk perspectief dus voor u persoonlijk. Maar er zit wel
een keerzijde aan.
Een goed leven is immers niet alleen afhankelijk van de vraag of wij
zelf goede kansen hebben op de arbeidsmarkt. Maar óók van de
beschikbaarheid van voldoende andere mensen. Mensen die onze kinderen
goed onderwijs geven. Die onze ouders met de beste medische zorgen
omringen. Die onze wegen aanleggen. Die ons lekkende dak repareren.
Die ons eten brengen in een restaurant. Die samen met ons het geld
verdienen dat nodig is om onze hoogwaardige samenleving verder te
versterken. De normen die we stellen aan die samenleving liggen immers
hoog.
We hebben meer handen en hoofden nodig. Maar ook: een mentaliteit die
kennis centraal stelt. Kennis is een bepalende factor geworden voor de
economische en sociale kracht van een land, een regio, een stad.
Kennis is essentieel bij het verhogen van onze arbeidsproductiviteit.
Meer dan ooit geldt: kennis is macht.
Een succesvol land in de 21ste eeuw is per definitie: een staat van
onderwijs. Met universiteiten die kunnen en willen concurreren in een
internationale omgeving.
Kennis is internationaal en fluïde, wordt vaak gezegd. Dat is
natuurlijk waar. Maar het is niet het hele verhaal. Juist de fysieke
omgeving is van belang voor kennisontwikkeling en kennistoepassing. En
vice versa.
Waarom staat Rotterdam internationaal aan de top met haar kennis van
transport, logistiek en watermanagement? Omdat de fysieke omgeving met
de havens daartoe uitnodigt, daartoe inspireert. Tegelijkertijd
ontwikkelt uw universiteit kennis die van belang is voor de stad, haar
bewoners en haar ruimtelijke omgeving. Er is een sterke wisselwerking
tussen de geografische plek en de kennisontwikkeling.
Op de stelling dat de mondiale kenniseconomie footloose is geworden,
is dan ook het nodige af te dingen. Natuurlijk, het world wide web
heeft de verspreiding van kennis veel gemakkelijker gemaakt. Maar het
directe contact tussen mensen is daardoor niet minder essentieel
geworden.
Mensen die elkaar in een inspirerende omgeving tegenkomen, elkaar
uitdagen, samen plannen maken, elkaar corrigeren, elkaar verder
helpen. Zij dragen de kenniseconomie.
Ondernemers, wetenschappers, werknemers, investeerders, kunstenaars,
kijken verder dan hun portemonnee. Zij letten ook scherp op het
karakter van een plek bij het plannen en uitvoeren van hun
activiteiten. De transportmogelijkheden, de architectuur, de kwaliteit
van de fysieke omgeving: water, bodem en lucht. De zekerheid van een
goede en duurzame energievoorziening. De dynamiek en allure die een
stad of regio uitstralen.
Dames en heren, ik heb u enkele coördinaten gegeven die centraal
dienen te staan in ons denken. We komen mensen tekort. Kennis is
cruciaal. En juist om kennis meer kansen te geven, is een
herwaardering nodig van Nederland als fysieke plaats om te werken en
te leven.
Wat betekent dit voor onze inzet?
Karakter op de werkvloer
We zullen om te beginnen alles uit de kast moeten halen om de
arbeidsreserves die er nog zijn te benutten.
Ondanks de grote behoefte aan personeel in tal van sectoren, staat er
nog steeds een groep van 900.000 mensen onvrijwillig aan de kant. Dat
zijn mensen die wel kunnen werken, maar die de opleiding, motivatie of
kansen missen om aan de slag te komen. Ook schrijven we ons menselijk
kapitaal veel te vroeg af. Van de 2 miljoen mensen tussen de 55 en 65
jaar, werkt 60% niet. Ons land telt 2,7 miljoen vrouwen die werken in
deeltijd, en die hebben lang niet allemaal jonge kinderen.
Werk hoort bij het leven. Het geeft gevoel van eigenwaarde. Luister
bijvoorbeeld naar de verhalen van mensen die langdurig in de bijstand
of WW hebben gezeten en er in zijn geslaagd weer aan het werk te
komen. Zij zijn opnieuw opgebloeid. Belangrijker nog dan het extra
inkomen is het herwonnen gevoel van zelfrespect en trots. Werk is geen
noodzakelijk kwaad. Geen bijverschijnsel. Werkt helpt ons om te worden
wie we zijn. Ons karakter groeit op de werkvloer.
Daarom is een omslag in denken nodig. Een nieuw arbeidsethos.
Dat vraagt iets van werknemers. Het vermogen door te zetten. Te
erkennen dat tegenslagen erbij horen. Kansen te benutten. Te geloven
in eigen kracht. Voortdurend nieuwsgierig te blijven. Houvast te
zoeken in eigen kunnen en het eigen vermogen tot ontwikkeling.
Dat vraagt ook iets van ondernemers en andere werkgevers. Het moet
afgelopen zijn met de leeftijdsdiscriminatie. Ondanks alle mooie
woorden van werkgevers dat het op de arbeidsmarkt alle hens aan dek
is, weet elke 50-plusser dat het absoluut niet meevalt om van baan te
wisselen of om aan het werk te komen.
Uit onderzoek van de Intelligence Group bleek onlangs dat
leeftijdsdiscriminatie al begint bij mensen vanaf 36 jaar. De kans op
grond van je leeftijd te worden gediscrimineerd is - volgens het
onderzoek - ruim drie keer zo hoog als op grond van geslacht of
etniciteit. Tegen ondernemers zeg ik: "Practise what you preach". Ook
ten aanzien van de flexibiliteit in werktijden die u uw werknemers
biedt en de scholingsmogelijkheden.
Dat hoeven lang niet altijd dure externe cursussen te zijn. Juist
eenvoudige oplossingen op de werkvloer waarbij senioren junioren
begeleiden - 'meester en gezel' - blijken vaak bijzonder goed te
werken.
Een nieuw arbeidsethos vraagt ook iets van de overheid. Samen met de
sociale partners willen we alles op alles zetten om de arbeidsdeelname
te verhogen.
Een centrale vraag is: hoe bereiken we meer werkzekerheid voor mensen.
Een baan kan verdwijnen of overbodig worden. Maar mensen worden niet
overbodig met de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Integendeel!
Als iemand werkloos wordt omdat zijn baan verdwijnt, dan hebben we het
samen niet goed gedaan. We moeten het samen veel gemakkelijker maken
van de ene baan over te stappen naar de andere, binnen of buiten de
organisatie. Het kabinet gaat met de sociale partners in gesprek hoe
we dat het best vorm kunnen geven. Werkgevers hebben nu een beperkte
rol bij het begeleiden van mensen naar werk buiten de eigen
organisatie. Die rol willen we vergroten op een manier die
aantrekkelijk is voor zowel werknemers als werkgevers. Het is van
belang dat we daar samen een goede modus voor vinden.
Werkzekerheid voor mensen heeft ook alles te maken met een goede
concurrentiepositie van Nederland. Nederland mag zich niet uit de
markt prijzen.
Het kabinet zal zich maximaal inspannen om een loon-prijsspiraal te
voorkomen. Dat vraagt wel ieders inzet en medewerking. Ook daarover
zijn we met de sociale partners in gesprek.
Karakter aan de Noordzee
Nederland dient karakter te tonen als werkende en lerende natie. Maar
er is meer nodig. Om onze groeipotentie en onze internationale positie
als kennisland te versterken, zijn ook investeringen nodig in onze
ruimtelijke kracht en onze infrastructuur.
We beschikken over geweldige troeven. Van nature zijn we 'Portal to
Europe'. Land van water en waterbeheersing. Land van compacte steden
met een grote culturele rijkdom. Land van hoogwaardige fysieke
netwerken. Land dat er al eeuwenlang in slaagt op een klein oppervlak
heel veel menselijke bedrijvigheid de ruimte te geven en zeer
uiteenlopende belangen met elkaar in balans te brengen. 70 procent van
ons bruto nationaal product wordt onder zeespiegelniveau verdiend.
Onze laaggelegen, hoogontwikkelde delta-economie is een icoon voor de
hele wereld.
Ons land heeft een markant karakter. Dat karakter blijft niet vanzelf
in stand. Het vereist een toekomstgerichte blik en toekomstgericht
handelen. Ook van de overheid.
Vaak overschatten we de mogelijkheden van de overheid om zaken op
korte termijn te veranderen, terwijl we de mogelijkheden om op lange
termijn invloed uit te oefenen onderschatten. Juist door ons te
oriënteren op de langere termijn, kunnen we richting geven aan
ontwikkelingen en kunnen we investeerders en innovatieve denkers en
doeners vertrouwen en houvast geven.
Centraal in ons denken over de toekomst staat een aantal vaste
waarden: duurzaamheid, economische dynamiek, continue
leveringszekerheid, veiligheid. Die waarden zijn niet tegengesteld; ze
versterken elkaar. Door die insteek te kiezen, creëren we een
schoepenrad van innovatie.
Neem de Rotterdamse landschapsarchitect Adriaan Geuze die met zijn
bureau West 8 de opdracht in de wacht heeft gesleept om de Spaanse
kust bij Palma de Mallorca opnieuw - dat wil zeggen duurzaam en
karaktervol - vorm te geven. Minister-president Zapatero noemt het
'een voorbeeldproject voor de toekomst van het Spaanse toerisme'.
Zo komen duurzaamheid, economische dynamiek, kennisontwikkeling en
exportkansen samen.
Laten we ambitie tonen. Wanneer we als samenleving durven kiezen voor
toekomstgerichte projecten op het gebied van energie, kustverdediging,
waterbeheer en mobiliteit, geeft dat een enorme impuls aan de
denkkracht en het innovatief vermogen van industrie en overheden. Kijk
naar de Deltawerken. Een groot project dat Nederland op de wereldkaart
heeft gezet als innovatief waterland. Iets waar we nog iedere dag de
vruchten van plukken.
Mogelijkheden voor nieuwe ambities zijn er genoeg. Ik denk aan het
winnen van energie uit water, door gebruik te maken van getijden en
overgangen tussen zoet en zout water. Aan windenergie op zee. We
zoeken vijf gebieden in de Noordzee waar clusters van windparken
kunnen worden ontwikkeld. Aan de opslag van CO2 in de bodem. En aan de
fantastische uitdagingen voor onze bouwkundigen en ontwerpers om te
bouwen op, aan, of te midden van het water.
Overmorgen brengt de Deltacommissie haar advies uit over de toekomst
van Nederland waterland. Dat biedt ongetwijfeld prachtige
aanknopingspunten.
Laten we ook kijken naar een groot project als Anders Betalen voor
Mobiliteit. We hebben gekozen voor een nieuw, toekomstgericht systeem
waarin mensen worden geprikkeld tot een bewust gebruik van hun auto.
Goed voor het milieu, goed voor de economie, goed voor de doorstroming
op de wegen. Met die strategische keuze lopen we voorop in de wereld.
Dat levert ook risico's op. Er zitten natuurlijk complexe
uitvoeringstechnische kanten aan. Maar het is óók een uitgelezen kans
voor het bedrijfsleven om expertise te ontwikkelen die grote
exportwaarde heeft.
Als open economie dienen we ons voortdurend te realiseren dat we deel
uitmaken van internationale netwerken. Wat hebben we aan goede
verbindingen die aan de grens ophouden? Bij alle
investeringsbeslissingen geldt dus dat we internationaal moeten
denken. Zoals we hebben laten zien op ICT-gebied. Dankzij forse
inspanningen in de afgelopen periode hebben we in Nederland het
snelste internet liggen en de meeste breedbandaansluitingen. Dat heeft
ons een sterke positie gegeven binnen het world wide web.
Een belangrijk aandachtspunt is wel het tempo waarin we projecten
realiseren.
Ik was vier jaar geleden in China. Toen was er van het spectaculaire
CCTV-gebouw van Rem Koolhaas in Beijing nog niets te bekennen. Bij de
President van China heb ik toen nog voor dit ontwerp gepleit. Nu stáát
het er, zoals ik vorige maand met eigen ogen heb kunnen zien. De
immense terminal 3 van de luchthaven van Beijing was er in 2004 ook
nog niet. Nu is die terminal in gebruik, mede dankzij het vakwerk van
het Nederlandse bedrijf NACO.
Natuurlijk is de degelijkheid waarmee we in Nederland projecten
voorbereiden en uitvoeren een groot goed. Maar het is mijn overtuiging
dat het met behoud van zorgvuldigheid een stuk sneller kan.
De Commissie-Elverding heeft voorstellen gedaan om de doorlooptijd van
projecten met de helft te bekorten. Daar zijn we al druk mee aan de
slag. We moeten durven doorpakken. Ook dat is een kwestie van
karakter.
Afsluiting
Dames en heren,
Ik heb u mijn visie gegeven op het karakter van ons land.
Een markant land met grote mogelijkheden. Maar ook een land dat
werkende mensen tekort komt, dat zich dient te onderscheiden als
creatief kennisland en dat daarom verder moet kijken dan vandaag en
morgen en moet investeren in zijn ruimtelijke en infrastructurele
kwaliteit.
De globalisering heeft niet geleid tot een wereld vol anonieme,
inwisselbare plekken. Het karakter van een regio of stad doet er wel
degelijk toe. Meer dan ooit misschien. Iemand die dat in een aantal
boeken heeft betoogd, is Richard Florida.
De titel van zijn laatste boek luidt: 'Who Is Your City?' Daarin laat
hij zien hoe de keuze voor een bepaalde plek om te wonen, te studeren,
te werken of te ondernemen in hoge mate bepalend is voor je kansen, je
geluk, je mogelijkheden tot creatieve ontplooiing en je succes.
Who is your city?
Misschien wel de stad van de wereldburger Erasmus.
De werkstad, die meer heeft met daden dan met woorden.
De stad die via het water in verbinding staat met de hele wereld.
De stad waar mensen uit de hele wereld samen komen.
De stad die haar universiteit als permanente bron van kennis koestert.
De stad waar men groot durft te denken.
Who is your city?
Misschien wel Rotterdam.
Ik wens u allen een karaktervol Academisch Jaar 2008-2009 toe.
Ministerie van Algemene Zaken