Antwoord op Kamervragen over huis Prins van Oranje in Mozambique
Kamerstuk | 29-08-2008
De minister-president heeft vragen beantwoord van Tweede Kamerlid
Irrgang (SP) aan minister Koenders over het huis van de Prins van
Oranje in Mozambique.
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Irrgang (SP) aan minister Koenders over het huis
van de kroonprins in Mozambique.
Deze vragen werden minister Koenders toegezonden op 31 juli 2008,
nr. 2070826630.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Irrgang
(SP) aan minister Koenders over het huis van de kroonprins in
Mozambique, ingezonden 31 juli 2008,
nr. 2070826630.
1.
Wat is uw reactie op het artikel "De prins in Afrika?"
Antwoord
Ik heb er kennis van genomen.
2.
Klopt het dat het prinselijk echtpaar zich heeft ingekocht in een
project op het schiereiland Machangulo? Zo ja, op welke wijze
participeert het prinselijk echtpaar in het project?
Antwoord
De kroonprins heeft het recht verworven op het schiereiland Machangulo
een huis te bouwen. De nog te bouwen opstallen zullen eigendom worden
van de kroonprins. De grond blijft eigendom van de staat zoals de
Mozambikaanse wet voorschrijft.
3.
Kunt u aangeven in hoeverre sprake is geweest van poging tot omkoping
zoals een zegsman van Transparancy International stelt en impliciet
wordt erkend door de projectontwikkelaar? Zo ja, kunt u aangeven of de
autoriteiten van Mozambique tot vervolging overgaan? Zo neen, waarom
niet?
4.
Bent u van mening dat de kroonprins er verstandig aan doet zijn naam
te verbinden aan het project in Machangulo? Zo ja, kunt u dit
toelichten? Zo neen, gaat u hem dit mededelen?
Antwoord
De concessiehouder heeft een overeenkomst met de centrale
Mozambikaanse overheid voor de ontwikkeling van het gebied. Door de
concessiehouder aan te leggen infrastructurele voorzieningen alsmede
de bouw van een aantal huizen t.b.v. de lokale autoriteiten en de nog
aan te trekken professionals om de klinieken en scholen te bemensen
zijn onderdeel van voormelde overeenkomst. Er kan in dit licht dan ook
niet worden gesproken van een poging tot omkoping.
5.
Deelt u de mening dat pogingen tot omkoping door bedrijven uit
ontwikkelde landen of/en individuen uit die landen met een beroep op
de "Afrikaanse cultuur" de strijd tegen corruptie in Afrikaanse landen
bemoeilijkt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Anti-corruptie beleid staat hoog op de agenda van de Nederlandse
regering. Corruptie ondermijnt het goed functioneren van een staat en
staat duurzame ontwikkeling in de weg. Een beroep op de Afrikaanse
cultuur kan dan ook geen reden zijn om corruptie, in welke vorm dan
ook, te accepteren. Zie verder het antwoord op vraag 3 en 4.
1) HP de Tijd, 29-30 juli 2008 en http://www.HP/De Tijd.nl
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de
leden Irrgang en Van Bommel, ingezonden 11 juli 2008 (vraagnummer
2070825170)
Ministerie van Algemene Zaken