Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over over het gebrek aan capaciteit
voor het opsporen van fraude
29 augustus 2008
Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Justitie over het
gebrek aan capaciteit voor het opsporen van fraude. (Ingezonden 13
juni 2008)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat er grote personeelstekorten zijn
bij de Bovenregionale Recherche en dat dit met name gevolgen heeft
voor de opsporing van fraudezaken? 1)
1) NRC, 10 juni 2008: `Onderbezetting nekt opsporing fraudezaken'
Antwoord
In 2007 heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) een
evaluatieonderzoek naar de Bovenregionale Recherche uitgevoerd. De
Kamer is over de uitkomsten hiervan door ons geïnformeerd bij brieven
d.d. 3 oktober 2007 (TK 2007-2008, 29 628, nr. 54) en 2 april 2008 (TK
2007-2008, 29 628, nr. 80). In het evaluatieonderzoek van de Inspectie
komt het punt van de personele capaciteit bij de bovenregionale
recherche teams aan de orde. Mede naar aanleiding van de evaluatie
wordt thans in opdracht van ons beiden onderzoek gedaan naar de
vacaturedruk bij de recherche in de korpsen, bij de Bovenregionale
Recherche en de Nationale Recherche. Aan de Tweede Kamer is toegezegd
dat zij hierover na de zomer nader wordt geïnformeerd. Op dit moment
worden de kwantitatieve gegevens bij de korpsen geïnventariseerd en
geanalyseerd.
Het krantenartikel waarnaar wordt verwezen, is gebaseerd op het
jaarverslag 2007 van het Bovenregionaal Recherche Overleg. Uit dit
jaarverslag blijkt overigens niet dat de eventuele personele tekorten
bij de Bovenregionale Recherche met name gevolgen hebben voor de
opsporing van fraudezaken.
Vraag 2
Op welke wijze heeft de ambitie dat "De bestrijding van fraude,
financieel-economische ... wordt geïntensiveerd", zoals verwoord in
het coalitieakkoord, tot op heden gestalte gekregen? Hoe verhoudt zich
dit tot de constateringen in het Jaarverslag 2007 van het
Bovenregionaal Recherche Overleg, dat door `ernstige onderbezetting
bij de Bovenregionale Recherche' de onderzoeken sterk onder druk
staan, en dat `de bemensing met gekwalificeerde frauderechercheurs
ernstige zorgen baart'? Maakt u zich zorgen over deze constateringen?
Antwoord
Zoals beschreven in de brief over de Programma's Versterking Aanpak
Georganiseerde Misdaad en financieel-economische criminaliteit, die
wij op 13 december 2007 aan de Kamer hebben gestuurd, worden de
verschillende acties en maatregelen die in de brief zijn aangekondigd,
thans uitgewerkt. Wij hopen na het zomerreces met de Kamer over deze
programma's te spreken en dan zullen wij haar tevens nader informeren
over de stand van zaken.
Wij maken ons zorgen over deze constateringen die overigens niet nieuw
voor ons zijn. Juist daarom zijn wij een onderzoek naar de
vacaturedruk bij de recherche gestart, alsmede een
versterkingsprogramma financieel-economische criminaliteit.
Vraag 3
Zal de voor opsporing beschikbare capaciteit bij de Bovenregionale
Recherche worden vergroot? Wat is de ambitie in cijfers? Wanneer zijn
de eerste resultaten te verwachten? Wanneer zal de onderbezetting zijn
opgelost?
Antwoord
Naar aanleiding van bovengenoemd onderzoek zullen wij de Kamer
informeren over de uitkomsten ervan en over eventueel te treffen
maatregelen. We kunnen de Kamer nog geen ambitie in cijfers meedelen.
Voor het overige verwijzen we naar het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Gaat u ook maatregelen nemen om de deskundigheid voor de opsporing van
fraudezaken en andere financieel-economische criminaliteit te
vergroten? Zo ja, welke?
Antwoord
Ja, het versterkingsprogramma voorziet in deskundigheidsbevordering op
alle niveaus.
Hierover vindt momenteel nog overleg plaats met de Politie Academie.
Vraag 5
Zijn enkele van de door u aangekondigde maatregelen in het programma
financieel-economische criminaliteit 2) al deels gerealiseerd? Zo ja,
kunt u dit toelichten? Kunt u concreet uiteen zetten wat er inmiddels
is gerealiseerd op dit gebied?
2) Bijlage bij Kamerstuk 29 911, nr. 10
Antwoord
Het programma financieel-economische criminaliteit loopt. Er is zowel
bij het Openbaar Ministerie als bij de politie een
programmaorganisatie ingericht en de plannen zijn vrijwel gereed.
Inmiddels is de politie gestart met de landelijke uitrol van de
succesvolle zgn. cabrio-aanpak met betrekking tot onverklaarbaar bezit
van kostbare goederen en vindt er een nulmeting plaats om te bezien
waar de intensivering het meeste effect zal hebben. In het najaar zal
de Kamer hierover nader worden geïnformeerd.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties