Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken

kamerstuk.

Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Europese Raad van 1 september 2008

29-08-2008

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, de geannoteerde agenda aan van de Europese Raad van 1 september 2008.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde Agenda van de Europese Raad van 1 september 2008.

Op 24 augustus heeft het Voorzitterschap van de Europese Unie een bijzondere zitting van de Europese Raad geconvoceerd voor 1 september as.

Er staan twee onderwerpen op de agenda:


1.De situatie in Georgië en de manieren om dit land hulp te bieden.

Het Voorzitterschap wil hierbij niet alleen betrekken de bijdrage van de EU aan de humanitaire hulp en de wederopbouw in Georgië, maar ook de rol die de EU kan spelen bij de tenuitvoerlegging van het zespunten akkoord dat door bemiddeling van het Voorzitterschap tot stand is gekomen.


2. De gevolgen van deze crisis voor de betrekkingen van de EU met Rusland.

De Europese Raad zal, naar verwacht, spreken over de vraag hoe de Europese Unie haar rol bij het bereiken van een duurzame oplossing van het conflict nader kan invullen. Nederland is voorstander van actieve, pijleroverstijgende, EU-betrokkenheid bij het oplossen van het conflict (met gebruikmaking van het GBVB; het hulpinstrumentarium van de Commissie; het Europese Nabuurschapsbeleid, en eventueel ook het EVDB). Nederland meent dat de rol van de EU in overeenstemming moet zijn met die van andere, zoals de VN en de OVSE, welke in bepaalde opzichten een primaire rol spelen vóór die van de EU. Naast de al verstrekte humanitaire hulp, moet de EU ook een rol spelen bij de wederopbouw (en de coördinatie daarvan) in de gebieden waar de vijandelijkheden hebben plaatsgevonden.

De Russische disproportionele reactie op de Georgische militaire actie in Zuid Ossetië begin augustus, het niet volledig en tijdig nakomen van het aanvaarde akkoord en de erkenning van Abkhazië en Zuid-Ossetië beïnvloeden op dit moment in negatieve zin de relatie tussen de Europese Unie en Rusland.

In een eerste reactie heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 13 augustus het Russische optreden veroordeeld en steun uitgesproken aan het Franse voorzitterschap dat een staakt-het-vuren tot stand wist te brengen in samenwerking met het OVSE-Voorzitterschap en de VS. De situatie blijft evenwel fragiel. Russische eenheden hebben zich nog niet volledig teruggetrokken tot de posities die werden ingenomen voor het begin van de vijandelijkheden. De erkenning door president Medvedev op 26 augustus van de onafhankelijkheid van Zuid-Osssetië en Abkhazië is door het Franse Voorzitterschap scherp veroordeeld. Deze Russische erkenning is in tegenspraak met de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit van Georgië en als zodanig een schending van de beginselen zoals neergelegd in de slotverklaring van Helsinki. Het Voorzitterschap heeft opgeroepen tot een politieke oplossing over de conflicten in Georgië. De Nederlandse regering sluit zich geheel aan bij deze verklaring van het Voorzitterschap.

De Europese Raad zal daarom bezien welke mogelijke maatregelen de EU kan nemen om Rusland te bewegen volledig mee te werken aan de uitvoering van het zesstappenplan, dat Rusland zelf heeft onderschreven. Aan beide zijden is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de strategische samenwerkingsrelatie EU-Rusland. Die relatie moet ook in een dergelijke situatie -waarin de standpunten duidelijk uit elkaar liggen- worden benut. Indien Rusland zou volharden in een niet-constructieve opstelling, dan ligt een verdere ontwikkeling van de samenwerkingsstructuren niet voor de hand. Nederland zal bij de bepaling van de opstelling tegenover Rusland in de komende weken als ijkpunten enerzijds vasthouden aan de noodzaak Rusland zich te laten houden aan internationaalrechtelijke verplichtingen en beginselen alsmede anderzijds aan de noodzaak met dit land, waarmee de EU op veel wijzen politiek, cultureel en economisch verbonden is, in constructief engagement en overleg te blijven.


---