Kamerbrief inzake het verslag van de Top Unie voor de Mediterrane regio
28-08-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij bieden wij u, mede namens de minister-president, het verslag
aan van de bijeenkomst van de Unie voor de Mediterrane Regio die op 13
juli 2008 in Parijs werd gehouden, zoals verzocht door de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken in haar brief van 3 juli jl.
(kenmerk 08-BuZa-B-097).
Verslag
Op 13 juli 2008 vond in Parijs de eerste top plaats van, wat voluit
heet: `Barcelona proces: Unie voor de Mediterrane Regio (UMR)'.
Nagenoeg alle 44 genodigde regeringsleiders waren aanwezig. Afwezig
waren de Libische leider Khadaffi en de koningen van Jordanië en
Marokko; wel was de Jordaanse premier aanwezig evenals de premier en
de broer van de koning van Marokko.
De goede opkomst was mede te danken aan de intensieve Franse
diplomatieke inspanningen van de afgelopen maanden. Het initiatief
voor de top kreeg veel aandacht in de media evenals de ontmoeting en
marge van de top tussen de Syrische president Assad en de Libanese
president Suleiman. Beide landen kondigden aan diplomatieke
betrekkingen met elkaar te zullen aanknopen. Nederland werd
vertegenwoordigd door minister-president Balkenende en
staatssecretaris Timmermans.
Slotverklaring
De uitkomst van de top was een per consensus aangenomen slotverklaring
waarin de actuele politieke context in de regio wordt geschetst en de
wenselijkheid wordt benadrukt van het intensiveren van de relaties met
de Middellandse Zee-regio. De top besloot de multilaterale relaties
met de Mediterrane partnerlanden van de EU meer politieke
zichtbaarheid te geven door tweejaarlijkse topbijeenkomsten van
staatshoofden en regeringsleiders. Naast een nieuwe politieke impuls
aan de dialoog van het Barcelona proces stond een groter zeggenschap
van de Mediterrane landen in het Euro-mediterrane partnerschap
centraal.
De Unie voor de Mediterrane Regio zal door een co-voorzitterschap
worden aangestuurd. De exacte invulling hiervan zal nog nader worden
uitgewerkt.
Conform de Nederlandse inzet is in de slotverklaring opgenomen dat de
modaliteiten voor het co-voorzitterschap aan EU-zijde volledig in
overeenstemming dienen te zijn met de geldende verdragsbepalingen. Ook
is daarin opgenomen dat ook van Mediterrane zijde alle landen op
gelijke basis in aanmerking dienen te komen voor het vervullen van het
co-voozitterschap.
Daarnaast werd besloten een Gezamenlijk Permanent Comité in te stellen
van vertegenwoordigers van UMR-landen in Brussel, dat begin september
2008 voor het eerst bijeen zal komen. Afgesproken is verder dat er een
gemeenschappelijk secretariaat met een technisch, projectgeoriënteerd
mandaat zal worden opgezet. Over de samenstelling, financiering en
locatie van dit secretariaat, en andere openstaande kwesties, zoals de
procedures voor selectie van en deelname aan projecten, zal tijdens de
bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de UMR op 3-4
november 2008 in Marseille verdere besluitvorming plaatsvinden.
Wat betreft de tekst van de slotverklaring waren het vooral de
paragrafen inzake het Midden Oosten vredesproces,
massavernietigingswapens, de rol van de Arabische Liga en de deelname
aan projecten die voorafgaand en tijdens de top intensief werden
besproken. Wat betreft het vredesproces en massavernietigingswapens is
uiteindelijk een verwijzing opgenomen naar reeds overeengekomen
teksten van eerdere Euromed bijeenkomsten. De Arabische Liga heeft
niet expliciet de gevraagde waarnemersstatus gekregen, maar zal wel
worden uitgenodigd voor UMR-bijeenkomsten. Het voorstel van de
Arabische groep om een passage in de slotverklaring op te nemen dat
landen die willen deelnemen aan reeds gelanceerde projecten
goedkeuring nodig hebben van alle overige deelnemende landen, haalde
het niet. De discussie hierover wordt hervat in november.
Plenaire bijeenkomst
De zuidelijke partners waren eerder overeengekomen dat Egypte de
eerste co-voorzitter van Mediterrane zijde zou worden. Dit werd aan
het begin van de plenaire bijeenkomst formeel bekrachtigd zodat de
vergadering werd geleid door een Frans-Egyptisch co-voorzitterschap.
Ook werd het lidmaatschap van de nieuwe leden van het Barcelona proces
goedgekeurd, namelijk Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro en
Monaco. De Franse president Sarkozy stelde in zijn interventie dat de
realisering van Europese idealen onlosmakelijk is verbonden met
realisering van Mediterrane idealen. Hij bedankte Spanje voor het
initiatief om destijds in 1995 het Barcelona proces in het leven te
roepen en verzekerde dat Frankrijk wenste voort te bouwen op het
Barcelona proces. President Sarkozy onderstreepte dat de
niet-Mediterrane EU landen eenzelfde belang hebben bij vrede en
stabiliteit in de regio als de Mediterrane landen.
Op de agenda stonden naast politieke dialoog de onderwerpen waarop de
UMR projectmatige samenwerking wil intensiveren, namelijk economische
ontwikkeling, voedselveiligheid, energie, water, milieu, civiele
bescherming, maritieme veiligheid, onderwijs, onderzoek, cultuur en
mobiliteit.
Minister-president Balkenende verwelkomde in zijn interventie
allereerst de Franse inzet om te komen tot de UMR en sprak de hoop uit
dat deze een bijdrage zou leveren aan de Euromediterrane samenwerking
inzake onder meer duurzame ontwikkeling, georganiseerde misdaad,
epidemieën, mensenrechten en energievoorzieningszekerheid. Nederland
heeft sterke banden met de regio mede vanwege de aanwezigheid van een
grote gemeenschap van Marokkaanse en Turkse afkomst. Ook grijpt het
Nederlands bedrijfsleven steeds meer kansen in de regio hetgeen een
belangrijke basis is voor nauwe betrekkingen. Verder vroeg de premier
aandacht voor samenwerking op watergebied. Watermanagementvraagstukken
hangen nauw samen met de stabiliteit in de Mediterrane regio en zouden
meer aandacht moeten krijgen van beleidsmakers en uitvoerders.
Nederland zal daartoe ook een initiatief lanceren.
De olie- en voedselcrises waren terugkerende thema's in de
interventies van de aanwezige staatshoofden en regeringsleiders. Zo
benadrukten diverse landen de urgentie van maatregelen om de crises
inzake voedselzekerheid en drinkwatervoorziening het hoofd te bieden.
Volgens VN secretaris-generaal Ban Ki-Moon zou de EU hierbij kunnen
helpen door tarifaire belemmeringen op te heffen en overheidssteun aan
de landbouwsector verder af te bouwen. Hij zei ook dat de
internationale gemeenschap dringend alle krachten moet bundelen om de
Millennium Ontwikkelingsdoelen nog te kunnen realiseren in 2015.
Energiezekerheid en het belang van diversificatie van energiebronnen
werd door de meeste aanwezigen genoemd als essentieel gezien de
huidige oliecrisis.
Projecten
In de annex bij de slotverklaring is een zestal initiatieven
opgenomen, die in feite allen aansluiten op reeds lopende initiatieven
en nu een vervolg krijgen als UMR-project. Financiering voor deze
projecten moet nog worden uitgewerkt en zal worden gezocht in alle
voor UMR-projecten openstaande financieringsbronnen. De zes projecten
betreffen de volgende thema's:
1. Bestrijding van milieuverontreiniging in de Middellandse Zee
2. Snelwegen op land en zee
3. Civiele bescherming
4. Alternatieve energiebronnen: Mediterraan Plan inzake zonne-energie
5. Hoger Onderwijs en Onderzoek: Euromediterrane Universiteit
6. Initiatief ter ontwikkeling van het bedrijfsleven in de
Mediterrane regio
De Commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen en Europees
Nabuurschapsbeleid Ferrero-Waldner zei dat de bijdrage van de Europese
Commissie aan de projecten in de Mediterrane partnerlanden zullen
worden gefinancierd binnen de bestaande allocaties, zoals
overeengekomen in Financiële Perspectieven 2007-2013.
Beoordeling
De Unie voor de Mediterrane regio top kan worden gezien als een
diplomatiek succes voor het EU-Voorzitterschap en president Sarkozy.
En marge van de top vonden enkele betekenisvolle topontmoetingen
plaats die veel aandacht kregen. Het is bemoedigend dat de
slotconclusies met unanimiteit zijn aangenomen en dat hiermee de basis
is gelegd voor een aantal nieuwe, vooral institutionele maatregelen
die positieve gevolgen kunnen hebben voor het Barcelona proces. Sinds
1995 is het tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten van ministers van
Buitenlandse Zaken slechts driemaal gelukt slotconclusies unaniem te
laten aannemen. Dit laat onverlet dat nog een aantal moeilijke punten
valt op te lossen bij de ministeriële bijeenkomst in november. Er zal
een voortgezette inspanning nodig zijn om de institutionele
verbeteringen en de projectaanpak te laten functioneren en zo
daadwerkelijke meerwaarde te bieden ten opzicht van het vroegere
Barcelonaproces. Over twee jaar zullen de staatshoofden en
regeringsleiders tijdens de volgende top de balans opmaken.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Bijlage: Draft Joint Declaration of the Paris Summit for the
Mediterranean, Paris, 13 July 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken