Gemeente Oldenzaal


Regionale aanpak schoolloopbaanverbetering

gepubliceerd op : 27-8-2008

De gemeenten Oldenzaal, Dinkelland en Losser slaan de handen ineen om de schoolloopbaan van leerlingen van 0 tot 23 jaar te verbeteren. Daarover zijn de onderwijswethouders Frits Rorink van Oldenzaal, Rob Engbers van Dinkelland en Jan Olde Heuvel van Losser het eens geworden.

De gemeenten stellen in samenwerking met scholen, welzijnswerk, kinderopvang en andere relevante partners een zogenoemde Regionale Educatieve Agenda (REA) op, waarin afspraken over gezamenlijke activiteiten worden vastgelegd. In twee bijeenkomsten zijn inmiddels verschillende thema's behandeld en speerpunten benoemd. "Met deze samenwerking kunnen we van de kennis en ervaring van alle betrokkenen gebruikmaken ter bevordering van de scholingsmogelijkheden. Educatie houdt niet op bij de gemeentegrenzen," zijn de wethouders van mening.

De gemeenten Oldenzaal, Dinkelland en Losser hebben in nauwe samenspraak de bestaande vangnet- en zorgstructuur voor jongeren tot en met 18 jaar ontwikkeld. De besprekingen in het kader van de REA moeten leiden tot regionale educatieve beleidslijnen, die door betrokkenen gezamenlijk worden ontwikkeld en uitgevoerd.

Elke gemeente werkt aan een lokale educatieve agenda (LEA), daarnaast zijn er zaken die beter op een bovenlokaal niveau aangepakt kunnen worden. Het idee voor een gezamenlijke regionale aanpak werd voor het eerst geopperd tijdens een conferentie over de toekomst van het onderwijs in Noordoost-Twente in november 2007. Naar aanleiding daarvan hadden de drie wethouders, de bestuurders van enkele scholen voor het basisonderwijs, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en welzijnsinstellingen op 16 mei jongstleden een inhoudelijke bijeenkomst over 0 tot 14 jarigen. Op 22 augustus was tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van het basis- en voortgezet onderwijs de jeugd tussen de 10 en 23 jaar onderwerp van gesprek.

Uitgangspunt van de Regionale Educatieve Agenda is het bieden van optimale ontwikkelingskansen aan ieder kind. Onderzocht wordt of het mogelijk is om gezamenlijk één zogenoemd leerlingvolgsysteem bij te houden, waarmee zo nodig in een vroegtijdig stadium bijgestuurd kan worden in het scholingstraject. De betrokken partijen willen daarnaast onder meer inzetten op de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin, structureel werken met zorgadviesteams rondom de scholen, een gezamenlijke aanpak van het leerplichtbeleid, passend onderwijs en maatschappelijke stages.