Sociaal-Economische Raad

27 augustus 2008
Hoe kan de participatie van armere landen in het wereldhandelssysteem verbeteren? Wat kan Nederland doen om de sociaaleconomische dialoog in die landen te versterken? Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer bijdragen aan armoedebestrijding en het creëren van duurzame en volwaardige werkgelegenheid? Dat zijn vragen die volgens minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking aan de orde moeten komen in het vervolgadvies over globalisering dat de SER gaat maken.

In zijn brief die hij aan de raad heeft gestuurd, wijst Koenders erop dat de sterke, wereldwijde economische groei van de afgelopen jaren niet in alle landen geleid heeft tot kleinere verschillen in welvaart. Teveel mensen blijven in zijn ogen nog achter bij de ontwikkelingen.

In het globaliseringsadvies, dat de raad in juni vaststelde, stelt de SER dat het voor ontwikkelingslanden allereerst van belang is dat ze een goede toegang krijgen tot de wereldmarkten. Vervolgens zijn een goed bestuur en een goed ontwikkelde particuliere sector van belang. Die moeten ervoor zorgen dat er binnen die landen ook daadwerkelijk groei tot stand komt en dat de resultaten daarvan niet blijven hangen bij een bovenlaag in de bevolking, maar ook terecht komen bij de mensen die ze het hardst nodig hebben.

Op die eerste voorwaarde is de raad uitgebreid ingegaan in het juniadvies. Een verdere uitwerking van voorwaarde twee en drie werd doorgeschoven naar een vervolgadvies. Koenders benadrukt dan ook dat dit vervolgadvies moet gaan over de maatregelen die genomen moeten worden om meer landen en meer mensen te laten profiteren van het globaliseringsproces.

Het is niet de eerste keer dat de SER zich bezighoudt met ontwikkelingssamenwerking. Begin dit jaar voerde minister Koenders al een consultatief overleg met de commissie die het globaliseringsadvies voorbereidde en de commissie Internationale Sociaaleconomische Aangelegenheden. In 1997 adviseerde de raad over de rol van de particuliere sector op dit terrein. Begin jaren tachtig adviseerde de raad over ontwikkelingssamenwerking in wereldeconomisch perspectief en over het Europees ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Voor verschillende partijen die deel uit maken van de SER is ontwikkelingssamenwerking een belangrijk onderdeel van hun activiteitenpakket.