over Salmonelladoden
Antwoorden op kamervragen van Thieme over Salmonelladoden
Kamerstuk, 18 augustus 2008
De voorzitter van de Tweede Kamer
Der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
18 augustus 2008
VGP-K-U-2867359
Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over
salmonelladoden (2070825540).
Vraag 1
Kent u het bericht `Elk jaar zeker 80 doden door besmet voedsel'? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel voedselbesmettingen (gesproken wordt over
700.000 zieken en tenminste 80 doden) betrekking hebben op plantaardig
voedsel en hoeveel op voedsel van dierlijke herkomst? Zo neen, bent u
bereid daar nader onderzoek naar te verrichten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
De cijfers van het RIVM zijn schattingen voor 2006, gebaseerd op
onderzoek in de algemene bevolking en bij huisartspraktijken in
Nederland eind jaren '90. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor trends
zichtbaar in ziekenhuisontslagdiagnoses van stichting Prismant en in
laboratoriumdiagnostiek van de voormalige streeklaboratoria en de
klinisch virologische laboratoria in Nederland.
De aantallen sterfgevallen zijn geschat op basis van
ziekteverwekker-specifieke sterftekansen uit onderzoek naar bacteriële
voedselinfecties in Scandinavië en voor de overige pathogenen uit
andere internationale literatuur. In de sterftestatistieken van het
Centraal Bureau voor de Statistiek zijn enkel voor Salmonella
rechtstreekse tot individuen terug te leiden sterftecijfers terug te
vinden.
De schattingen voor 2006 zijn opgenomen in het Nationaal Kompas
Volksgezondheid (website RIVM). Daarin zijn eveneens schattingen te
vinden voor de bijdrage van de verschillende voedselgroepen aan het
totaal van 700.000 infecties. Deze zijn gebaseerd op een Nederlandse
expertstudie. De schattingen van de experts gaan uit van circa 210.000
infecties door vlees (rund, lam, varken en pluimvee), bijna 60.000
infecties door vis en schelpdieren, ruim 45.000 door groenten en fruit
en 40.000 door graanproducten.
Feitelijke informatie over de rol van verschillende voedingsmiddelen
als bron van infectie is met name te vinden in het jaarlijkse
overzicht van het RIVM van het aantal meldingen van twee of meer
ziektegevallen, zogenaamde clusters, bij de Voedsel en Warenautoriteit
en de GGD'en van voedselinfecties en -vergiftigingen (zie
RIVM-rapport: "Registratie voedselinfecties en -vergiftigingen bij de
Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Voedsel en Waren Autoriteit,
2007). Uit deze rapportage valt af te leiden dat diverse typen
voedingsmiddelen bronnen van infectie kunnen zijn.
Vraag 3
Is onderzocht of de consumptie van dierlijke producten een grotere
kans geeft op een voedselbesmetting dan de consumptie van plantaardige
producten? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over de resultaten? Zo
neen, bent u bereid hiernaar onderzoek te verrichten?
Antwoord 3
Zowel consumptie van dierlijke producten als van plantaardige
producten geeft een kans op voedselinfectie (zie ook antwoord op vraag
2.). Belangrijk is de diverse mogelijke bronnen goed in beeld te
houden via monitoringsonderzoeken en via de humane signalering en
vervolgens het maatregelenbeleid af te stemmen op de risico's die
worden gesignaleerd. Zo wordt al jarenlang onderzoek verricht naar
Salmonella en Campylobacter in kip, omdat deze bron geïdentificeerd is
als risicovol en wordt beleidsmatig ook gestuurd op reductie van deze
pathogenen in kip. Maar ook wordt onderzocht in hoeverre plantaardige
producten risicovol zijn omdat er signalen zijn dat ook deze categorie
producten een bijdrage levert aan de hoeveelheid voedselbesmettingen.
Vraag 4
Kent u het antwoord van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport van 25 augustus 2000 op vragen van het lid Ter Veer 2) waarin
gesteld wordt dat per 1 januari 2001 uitsluitend onbesmet
pluimveevlees mag worden aangeboden, tenzij dit vlees verpakt is en
voorzien van een duidelijke waarschuwing aan de consument?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u aangeven of deze toezegging inmiddels gerealiseerd is? Zo ja,
sinds wanneer is sprake van het uitsluitend aanbieden van onbesmette
pluimveeproducten en hoe verhoudt dat zich tot de bevindingen van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)? Zo neen, waarom
niet en op welke termijn gaat deze alsnog gestand worden gedaan?
Antwoord 5
In de Warenwet is bij besluit van 5 juni 2001, gepubliceerd in het
Staatsblad 272, een artikel 4a toegevoegd dat het volgende regelt:
1. Pluimveevlees wordt uitsluitend in een verpakking aan de consument
verkocht of afgeleverd.
2. Op in 1. bedoelde verpakte eetwaar wordt in een apart kader met
contrasterende kleuren eenvoudig leesbaar de navolgende vermelding
gebezigd:
`Let op, geef schadelijke bacteriën geen kans. Zorg daarom dat deze
bacteriën niet via de verpakking, uw handen of het keukengerei in uw
eten terecht komen. Maak dit vlees door en door gaar om deze bacteriën
uit te schakelen.'
Deze maatregel is dus in 2001 ingevoerd. Deze houdt niet in dat
uitsluitend onbesmet pluimveevlees mag worden aangeboden, maar dat het
verpakte pluimveevlees (hetzij voorverpakt of door de verkoper in een
zakje gedaan) voorzien moet zijn van genoemde waarschuwingstekst.
De bevindingen van het RIVM voor wat betreft het totaal aantal
voedselbesmettingen houden geen direct verband met bijgaande tekst. De
genoemde voedselbesmettingen zijn niet alleen afkomstig van kip, maar
ook andere levensmiddelen.
Uit overzichten voor wat betreft de Salmonella incidenties is gebleken
dat het aantal voedselinfecties vanwege Salmonella door kip in de
afgelopen jaren is teruggelopen. Reden hiervoor is niet alleen de
verbetering in de aanpak van dit probleem door de pluimveesector, maar
ook het bewuster bereiden van dit type voedsel door de consument. De
consument is zich door de vele voorlichtingscampagnes en het
waarschuwingsetiket bewuster van de risico's bij onjuiste bereiding
van kip.
Vraag 6
Is het waar dat kipproducten uit Zweden volledig vrij zijn van
salmonella, en dat een dergelijke eis dus heel wel te stellen zou
moeten zijn? Zo ja, waarom stelt u een dergelijke eis dan niet voor de
Nederlandse situatie, in relatie tot het feit dat besmette
kipproducten dodelijke slachtoffers onder mensen maken?
Antwoord 6
Kipproducten uit Zweden zijn vrij van Salmonella. Zweden heeft dit
kunnen realiseren doordat met name het aantal en de concentratie
bedrijven in Zweden veel lager is. Hierdoor is er veel minder kans op
versleping van de Salmonella bacterie. Zweden heeft daardoor bij
toetreding tot de Europese Unie ook een uitzonderingspositie kunnen
verwerven, wat inhoudt dat geen Salmonella besmet pluimvee(vlees)
geïmporteerd mag worden.
Voor de Nederlandse situatie is deze uitzonderingspositie niet van
toepassing, maar Nederland hoort in Europa wel bij de landen die de
meeste vooruitgang geboekt hebben met de bestrijding van Salmonella
tot nu toe.
Het is voor een lidstaat binnen de EU mogelijk geworden om via een
bepaling in de Europese regelgeving EG/2160/2003 een
uitzonderingspositie aan te vragen bij de EU en deze te verwerven. Een
lidstaat moet hiervoor echter eerst aantonen dat de pluimveeketen
nagenoeg Salmonellavrij is. Nederland werkt daar hard aan.
Vraag 7
Kunt u aangeven welke methoden van decontaminatie worden overwogen en
op welke termijn u kunt garanderen dat dierlijke producten 100% vrij
van pathogenen zullen zijn bij levering aan de consument? Zo neen,
waarom niet en bent u bereid hiernaar het nodige onderzoek te
verrichten?
Antwoord 7
In principe zijn er diverse methoden van decontaminatie mogelijk, mits
de veiligheid in de verplichte Europese toelatingprocedure geborgd is.
Onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van
decontaminatiemiddelen vindt plaats bij deze toelatingsprocedure op
Europees niveau. Op dit moment is echter nog geen enkele methode
toegelaten. Nederland heeft tegen een recent voorstel van de Europese
Commissie voor toelating van middelen gestemd omdat er vragen
resteerden ten aanzien van de milieuveiligheid en de
resistentieontwikkeling.
Door de toepassing van decontaminatie kunnen producten niet 100% vrij
van pathogenen worden, er kan alleen een reductie van het aantal
bacteriën gerealiseerd worden. Een garantie voor 100% kiemvrije
producten kan dan ook niet worden gegeven. Echter, ook reductie van
het aantal pathogenen kan reeds een relevante gezondheidswinst
opleveren. Voorwaarde is wel dat de gebruikte middelen veilig zijn
voor mens, dier en milieu.
1)
http://www.nu.nl/news/1657730/151/Elk_jaar_zeker_80_doden_door_besmet_
voedsel.html
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 1999-2000, nr. 1728
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport