Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rundertuberculose


11 augustus 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op vragen over rundertuberculose. Keuring na het slachten is een toereikende methode voor het opsporen van de ziekte. Andere methoden kosten veel geld en bieden weinig voordelen.

Geachte Voorzitter,
In antwoord op de Kamervragen, gesteld door het lid Ormel (CDA) over rundertuberculose, bericht ik u het volgende:

1
Klopt het bericht dat de Britse autoriteiten u op 22 mei jl. hebben geïnformeerd over een uitbraak van runder-TBC op een bedrijf dat kalveren naar Nederland heeft geëxporteerd en dat de sector daar pas 11 juli jl. van op de hoogte is gesteld? Het afgelopen jaar heb ik drie meldingen van de Britse autoriteiten ontvangen, waarin werd aangegeven dat Nederland zendingen kalveren had ontvangen die achteraf afkomstig bleken te zijn van met TBC-besmette bedrijven. De kalveren uit de zendingen van de eerste twee meldingen (2 en 19 mei 2008) bleken alle vrij van TBC. Een kalf met een dubieuze uitslag is overgenomen. Bij sectie bleek ook dit dier vrij te zijn van TBC. In de zending van de derde melding (16 juni 2008, per brief verzonden op 9 juni 2008) bleken twaalf met TBC-besmette kalveren te zitten. De test-uitslagen van de laatste kalveren waren op 7 juli 2008 bekend.

2 en 3
Wat vindt u van de traceringstermijn van twee maanden die de Britten hanteren na het constateren van een tbc-infectie? Acht u een traceringstermijn vanaf de voorgaande tuberculinatie op het bedrijf waar runder-TBC is gediagnostiseerd wenselijk, gezien het endemisch voorkomen van runder-TBC in Groot Brittannië? In het Verenigd Koninkrijk wordt bij een uitbraak van runder-TBC op een tot dan toe vrij bedrijf teruggetraceerd tot twee maanden voor de laatste negatieve tuberculinatie (test op TBC). Deze termijn vind ik alleszins redelijk. Omdat Nederland al lange tijd vrij is van runder-TBC wordt niet regelmatig op runder-TBC getest. Bij een niet-import gerelateerde uitbraak van runder-TBC wordt daarom tot twee jaar teruggetraceerd. 4
Kunt u in Europees verband pleiten voor verbeterde garanties door Groot-Brittannië dat te exporteren runderen afkomstig zijn van een tbc-vrij bedrijf, en voor een langere traceringsperiode na het constateren van een runder-TBC infectie? Op dit moment wordt in overleg met de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk gekeken welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om importen van met TBC-besmette dieren in de toekomst te voorkomen.
5
Bent u bereid om, gezien de internationale infectiedruk en het besmettingsrisico voor de mens, een epidemiologisch verantwoorde actieve monitoring met behulp van tuberculinatie van de Nederlandse rundveestapel te overwegen?
Naar aanleiding van de uitbraak van runder-TBC in het najaar van 1999 op een melkveebedrijf is onderzoek gedaan naar de toereikendheid van de keuring na het slachten als diagnostische methode voor het opsporen van runder-TBC. Op 17 september 2003 is het rapport van dit onderzoek met begeleidende brief van mijn ambtsvoorganger, de heer Veerman, aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 2003-2004, 29200 XIV, nr. 4). Uit de resultaten blijkt dat bij slachthuisobservatie de kans op het detecteren van een besmetting klein is, maar dat de grootte van een uitbraak beperkt blijft. Een uitbreiding van de bewaking met tuberculinatie of tankmelkonderzoek zal resulteren in eerdere detectie van een uitbraak, maar brengt hoge kosten met zich mee. Bovendien is de opbrengst van eerder detecteren gering, gezien de trage verspreiding van de ziekte. Net als mijn ambtsvoorganger geef ik naar aanleiding van dit rapport en op basis van de epidemiologische en economische evaluatie, de voorkeur aan slachthuisobservatie in zijn huidige vorm.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg