Partij voor de Dieren
06-08-2008
Esther Ouwehand op werkbezoek bij dierenopvangcentra
Partij voor de Dieren pleit voor landelijk beleid opvang
gezelschapsdieren en financiële bijdrage van dierenspeciaalzaken
Den Haag, 6 augustus 2008 - Tweede Kamerlid Esther Ouwehand van de
Partij voor de Dieren bezoekt in augustus diverse dierenopvangcentra
in het land samen met actieve leden van de partij. Ouwehand wil
hiermee de werkwijzen van verschillende opvangcentra, het vele werk
dat hier -vaak door vrijwilligers- wordt verricht en de problemen die
zij in de dagelijkse praktijk tegenkomen in kaart brengen.
Veel opvangcentra in Nederland kunnen nauwelijks het hoofd boven water
houden en zijn meestal slechts toegerust voor de opvang van honden en
katten. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 75.000 honden en katten
opgevangen. Het aantal knaagdieren, konijnen en andere diersoorten dat
in opvangcentra belandt is onbekend. Voor deze dieren bestaan vrijwel
geen structurele voorzieningen. Hoewel gemeenten verplicht zijn zorg
te dragen voor de opvang van zwervend aangetroffen dieren binnen de
gemeentegrenzen, wordt dit beleid lang niet in alle gemeenten
structureel uitgevoerd. Bovendien beperkt de opvangplicht van de
gemeenten zich tot een verzorgingsperiode van twee weken.
De Partij voor de Dieren dringt sinds haar intrede in de Tweede Kamer
aan op het ontwikkelen van landelijk overheidsbeleid voor de opvang
van en de zorg voor zwerfdieren, gezien de
gemeentegrensoverschrijdende aard van deze problematiek. Daarnaast
pleit de partij voor het opzetten van een landelijk netwerk van
gecertificeerde opvangcentra voor de verschillende diersoorten die in
Nederland gehouden mogen worden. Esther Ouwehand: "De nood voor honden
en katten is al hoog, zeker in de zomer. Dieren als konijnen,
knaagdieren en reptielen kunnen op nog minder opvangplaatsen rekenen."
Naar schatting worden in Nederland zo'n 1 miljoen konijnen gehouden en
800.000 knaagdieren. 81.000 huishoudens zouden een of meer reptielen
in huis hebben. De dieren zijn via allerlei kanalen gemakkelijk aan te
schaffen. Dierenspeciaalzaken en tuincentra draaien gezamenlijk een
miljardenomzet op de productgroep `dieren'. Hoewel officiële cijfers
ontbreken (het ministerie van LNV weigert registraties bij te houden)
worden veel van deze dieren afgestaan of gedumpt in park, bos of
vijver. De Partij voor de Dieren vindt dat de overheid moet werken aan
een landelijk opvangbeleid. Esther Ouwehand: "Deze `vergeten' groepen
gezelschapsdieren mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Zo zou de
sector verantwoordelijk moeten worden gesteld voor haar aandeel in de
problematiek. Door schattige konijntjes op ooghoogte van kinderen te
plaatsen lokken zij bewust impulsaankopen uit, met alle gevolgen van
dien. Uit de miljoenen die verdiend worden aan gezelschapsdieren,
kunnen dierenspeciaalzaken en tuincentra best een bijdrage storten in
een fonds voor de opvang van dieren."
Esther Ouwehand brengt deze maand onder meer een bezoek aan het
chinchilla opvang- en informatiecentrum Vida Nueva in Musselkanaal,
knaagdieropvangcentrum Knaag & Co te Utrecht, Stichting Vogel- en
Zoogdieropvang Zeeland in Middelburg, Stichting Dierenthuis in
Aarle-Rixtel, Dierenambulance Goor en Dierenopvang Waterland in
Purmerend.