Myanmar: bijna 700.000 kinderen hebben hulp nodig
31 juli 2008, Yangon/Genève - Zo'n drie maanden nadat cycloon Nargis
in Myanmar enorme verwoestingen aanrichtte, blijkt dat bijna 700.000
kinderen jonger dan 17 jaar nog steeds hulp nodig hebben, zegt Unicef.
Het gaat niet om noodhulp, maar om hulp op de langere termijn. "We
zien dat de situatie van de kinderen in Myanmar geleidelijk verbetert
en het is ons gelukt om grootschalige ziekte-uitbraken te voorkomen,"
zegt Ramesh Shrestha, directeur van het Unicef-kantoor in Myanmar. "We
moeten onze inspanningen echter voortzetten, zodat kinderen en hun
families volledig van de gevolgen van Nargis kunnen herstellen."
In Myanmar zijn circa 2,4 miljoen mensen door de cycloon getroffen.
Vlak na de ramp richtte Unicef zich op het verlenen van noodhulp en op
het herstel van het onderwijs. Kinderen krijgen voorlopig les in
tentscholen en Unicef heeft ook voor onderwijsmaterialen gezorgd.
Daarnaast spoort Unicef familieleden op van kinderen die tijdens de
ramp hun ouders zijn kwijtgeraakt. Tot nu toe zijn 616 alleenstaande
kinderen geregistreerd, die totdat hun familie is gevonden onder
toezicht van Unicef worden verzorgd.
Schade: 4 miljard dollar
Uit een recent rapport van de Verenigde Naties en The Association of
Southeast Asian Nations (ASEAN) blijkt hoe immens de schade is die
Nargis heeft aangericht. 700.000 huizen en 75 procent van de klinieken
en ziekenhuizen zijn verwoest. Meer dan 4.000 scholen zijn met de
grond gelijk gemaakt of beschadigd. Door overstromingen kwam 600.000
hectare landbouwgrond onder water te staan en stierf de helft van het
vee. Vissersboten, voedselvoorraden en landbouwwerktuigen zijn
verloren gegaan. Volgens het rapport bedraagt de totale schade zo'n 4
miljard dollar. Unicef heeft in een oproep aan de internationale
gemeenschap om 90,7 miljoen dollar (ruim 57 miljoen euro) gevraagd,
zodat haar hulpverlening tot april 2009 kan worden voortgezet.