UMC Utrecht
Erfelijke factoren voor schizofrenie
In de grootste genetische studie naar schizofrenie tot nu toe zijn een
aantal erfelijke factoren geïdentificeerd die een sterk verhoogd
risico geven op schizofrenie. De studie is uitgevoerd door een groep
wetenschappers waarbij onderzoekers van het UMC Utrecht en het Rudolf
Magnus Instituut voor Neurowetenschappen een belangrijke bijdrage
hebben geleverd. Het artikel is op 30 juli online gepubliceerd in
Nature.
Deze unieke bevindingen geven onderzoekers nieuwe aanwijzingen over de
biologische oorzaken van schizofrenie, die in de toekomst mogelijk
kunnen leiden tot verbeterde diagnose en behandeling. Aan het
onderzoek deden vele duizenden patiënten mee, voornamelijk uit
verschillende delen van Europa, waaronder uit Nederland.
In Nature beschrijven de onderzoekers drie `microdeleties' die de
vatbaarheid voor schizofrenie sterk verhogen. Microdeleties zijn
kleine stukken ontbrekend DNA waarop meerdere genen kunnen liggen. Het
zoeken naar ontbrekende stukken DNA bij patiënten is volgens de
onderzoekers een veelbelovende manier om de genetische basis van
schizofrenie te ontrafelen.
Schizofrenie is een veel voorkomende, chronische psychiatrische
aandoening die ongeveer 1% van de bevolking treft en zich vooral
openbaart in jong-volwassenen. Het is al geruime tijd bekend dat
erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij de gevoeligheid om
deze ziekte te ontwikkelen, maar tegelijkertijd is het bijna
onmogelijk gebleken om de onderliggende genen te identificeren. Deze
nieuwe studie heeft daar voor het eerst verandering in gebracht.
Lees meer over het onderzoek op de website van Nature.
Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Ilse van Wijk en Linda Minnen, tel. 088 7556371 of 7558580.
Buiten kantooruren via 088-755 5555
donderdag 31 juli 2008