20 jaar na 'bloedbad' van 10.000-den politieke gevangenen
Een verslag van Hanif Tehrani, verantwoordelijke van IranActua, over het 'bloedbad in Khomeini's regime'
IRAN, 20080731 -- 20 jaar geleden werden tussen enkele duizenden tot 30.000 politieke gevangenen geëxecuteerd. Amnesty International noemt het 'het bloedbad van 1988 in Iran'. 20 jaar daarna worden er nog altijd nieuwe namen toegevoegd aan de lijst van politieke gevangenen die toen werden geëxecuteerd.
Herdenken van dit 'bloedbad' is verboden in Iran en wordt door het regime van Teheran onderdrukt.
Amnesty International schreef in zijn Jaarrapport 2006 het volgende hierover: "In september werd Arezoo Siabi Shahrivar, een fotografe, samen met maar liefst veertien vrouwen gearresteerd tijdens een ceremonie ter herdenking van het bloedbad in de gevangenis van Evin (Teheran) in 1988, waarbij duizenden politieke gevangenen waren geëxecuteerd. Terwijl ze in hechtenis zat werd ze opgehangen aan het plafond, geslagen met een stroomdraad en seksueel misbruikt."
Een verslag van Hanif Tehrani, verantwoordelijke van IranActua, over het 'bloedbad in Khomeini's regime'.
Hoe werd het begonnen
Enkele dagen voor de start van de massamoord kwam een einde aan een gruwelijke 8 jaar oorlog met Irak, waar bijna 1 miljoen doden en gewonen vielen voor Iran.
Khomeini, dat nooit een einde wou brengen aan de oorlog en dat tot het laatste huis in Iran wou doorvechten, zei toen, na VN-resolutie 598, dat hij 'het gif' van een wapenstilstand zal drinken.
Politiek was het regime verzwakt, omdat het tot weinig van haar slogans tijdens het 8 jaar oorlog was geraakt, zoals bevrijding van Karbala (in Irak) en bevrijding van Qods (Jeruzalem in Israël).
Het Iraanse regime had tevens de universiteiten al 2 jaar gesloten om opposanten van zijn regime, onder studenten en professoren eruit te halen, wetend dat het Iraanse revolutie van 1979 vanuit de universiteiten waren gestart.
Om elk opstand in een dergelijke zwakke positie te onderdrukken, begonnen het regime met de executie van alle politieke gevangenen in Iraanse gevangenissen.
Khomeini sprak een fatwa uit om ze allemaal te doden. Naar schattig zijn er tot 30.000 politieke gevangenen geëxecuteerd.
Wanneer begonnen de executies
De echte plannen van de massa-executies waren, volgens een rapport, al een jaar op voorrand in aanmaak. De politieke gevangenen werden toen weer ondervraagd, en vanaf 19 juli 1988 werden ze ook gescheiden van de buitenwereld.
De echte executies begonnen op laatste dagen van juli, tot de eerste weken van september.
Het Iraanse regime begon eerst met de executies van leden en sympathisanten van de Volksmojahedin van Iran (PMOI). Later werden ook andere politieke gevangenen, zoals leden en sympathisanten van Tudeh, Fedayeen-e Khalq (Minority), Komoleh, Peykar, en andere politieke gevangenen, geëxecuteerd.
Executies van Mojahedin en linkse partijen
Bijna 90% van alle geëxecuteerden behoren tot de Volksmojahedin van Iran.
De Mojahedin, dat toen een gewapende strijd met het Iraanse regime had nadat het regime hun leden begonnen te vermoorden en hun protesten met wapens aanviel, en nog geen week sinds hun laatste grootschalige militaire actie 'Foroughe Javidan' (Eeuwige Licht) dat 150 kilometers binnen Iran was geraakt en als doel het omverwerpen van het Iraanse regime had, waren ze de meest gehate groep voor het Iraanse mullahs, en behoorden tot hun gevaarlijkste oppositiegroep.
Khomeini schreef in zijn fatwa dat alle PMOI-supporters vijanden van Islam zijn en 'geëxecuteerd moeten worden'. Hiermee rechtvaardigde hij hun executies.
Zeer weinig leden van de Mojahedin, die toen in gevangenis waren, hebben de executies overleefd. Ze werden zonder naam in massagraven gegooid, en aan hun families werd uitdrukkelijk gevraagd om nooit meer hen te herdenken.
Shirin Ebadi, Nobelprijswinnaar van vrede, zei dat aan families werd gezegd: "Jullie (familieleden van PMOI) mogen tot één jaar geen begrafenisplechtigheid houden, of hun dood rouwen. Indien jullie dit respecteren, dan zullen we jullie dan zeggen waar ze begraven is."
Naar schatting werden tussen 1000 à 2000 leden en supporters van linkse partijen, naast de leden en supporters van PMOI, geëxecuteerd.
Hiermee wouden de mullahs, en m.b. Khomeini, een einde brengen aan alle tegenspraken in hun regime.
De executies gebeurden vooral door ophangingen, dat soms tot 15 minuten duurden. Op sommige plaatsen werden gevangenen ook fusilleert, maar wegens het geluid en omdat het regime de executies in alle discretie wou doen, zonder dat het buitenwereld op hoogte kwam, werd dit op een zeer kleine schaal gedaan.
De dode lichamen werden 's nachts naar massagraven vervoerd.
Velen van hen zijn begraven in Khavaran, ten zuiden van Teheran, waar, al is het verboden, jaarlijks familieleden bijeenkomen om hen te herdenken. Vorig jaar werden tijdens dergelijke plechtigheden 10-tallen Iraniërs opgepakt en zitten nu in de gevangenissen van het Iraanse regime.
Purificatie van het Iraanse regime
De executies hebben tevens ertoe geleid dat intern het regime mensen die een gevaar kunnen zorgen voor zijn toekomst te ontnemen van hun functies.
Eén van hen was Hossein-Ali Montazeri, directe opvolger van de opperste leider Khomeini.
Hij uitte kritiek op de executies van 'duizenden gevangenen op een paar dagen tijd', en is daarom tot de dag van vandaag onder huisarrest.
Internationale reactie op het 'bloedbad' van 1988
Internationaal was er, zoals bijna altijd, weinig reacties op de executies tijdens de maanden van executies zelf. Vooral mensenrechtenorganisaties uitten hun protest, maar ook dit was al te laat, doordat zeer laat berichten van de massa-executies naar buiten kwamen.
Human Rights Watch noemde jaren later de executies 'weloverwogen en systematische ... extrajudiciële moorden', en veroordeelde deze 'misdaad tegen de menselijkheid'.
Verantwoordelijken van de massamoord
Bijna alle toenmalige leiders van Iran hebben een rol gespeeld in de massamoord.
De verantwoordelijke van de executies van 1988, dat zelf duizenden executies heeft bijgewoond, was Asadollah Lajevardi, bekend onder de Iraniërs als de 'slager van Evin'.
Evin is een beruchte gevangenis van Teheran, dat door de shah werd opgericht voor de politieke gevangenen van de SAVAK (shah's veiligheidsdienst) en later door de mullahs verder werd gebruikt door VEVAK of MOIS (veiligheidsdienst van de mullahs), weeral voor politieke gevangenen.
Lajevardi werd uit wraakactie op de tiende verjaardag van de massamoord van 1988, op 22 augustus 1998, door een supporter van de Volksmojahedin, vermoord.
De Mojahedin schreef toen: "Lajevardi's misdaden tegen de menselijkheid: Lajevardi was persoonlijk verantwoordelijk voor de executies van 10.000-den politieke gevangenen in de jaren 80. Hij was verantwoordelijk voor de aanval op de centrale basis van de Mojahedin in Teheran op 8 februari 1982, en de dood van leden en leiders (Ashraf Rajavi en Moussa Khiabani). Lajevardi heeft in de gevangenis honderden vrouwen en meisjes geëxecuteerd of verkracht. Hij heeft honderden coup-de-grace geschoten. Hij is verantwoordelijk voor de marteling en executies van bejaarde moeders. Hij heeft meermaals gevangenen geëxecuteerd of gemarteld voor de ogen van hun ouders, echtgenoten of kinderen. En nog veel andere misdaden."
In huidige regering van Ahmadinejad zijn er nog enkele verantwoordelijken dat een rol hebben gespeeld in de massamoord. Eén ervan in Minister van Binnenlandse Zaken Mostafa Pour-Mohammadi. Volgens de Nationale Raad van het Iraans Verzet (NCRI) en Human Rights Watch (HRW) en andere mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International, was hij toen verantwoordelijk van het doodcomité van Teheran.
De NCRI schrijft in een boek, genaamd 'Crime Against Humanity', dat over de executies van 1988 gaat, en in 2001 werd gepubliceerd, dat Pour-Mohammadi verantwoordelijk is voor minstens 10.000 executies. Hij heeft tevens een rol gespeeld tussen 1989 en 1997, onder leiding van Veiligheidsdienstminister Fallahian, in de martelingen en dood van duizenden politieke gevangenen.
Ook heeft Khamenei, huidige Opperste Leider en toenmalig president van Iran, een belangrijk rol gespeeld in de executies van 1988.
Sommige ooggetuigen zeggen dat zelf Ahmadinejad een rol heeft gespeeld in het 'bloedbad'.
Daarom probeert het Iraanse regime openlijk zeer weinig over deze 'misdaad tegen de menselijkheid' te zeggen. Toch herdenkt het regime jaarlijks Lajevardi als een 'held' en 'beschermer van Iran en Islam'.
IranActua Nieuws