Uitspraken in strafzaken Pijnacker-rellen
Den Haag, 30 juli 2008 â De rechtbank âs-Gravenhage heeft gisteren
uitspraak gedaan in de strafzaken tegen drie agenten van de politie
Haaglanden die terecht stonden voor hun optreden bij ongeregeldheden
in de Oranjenacht in Pijnacker in de nacht van 6 op 7 mei 2006.
Brigadier
Een 35-jarige brigadier, werkzaam als hondengeleider, stond terecht
voor vier gevallen van mishandeling. Twee van deze vier gevallen van
mishandeling acht de rechtbank niet bewezen. Hiervan is de verdachte
vrijgesproken. De twee andere gevallen acht de rechtbank wel bewezen.
In een van deze gevallen is de verdachte veroordeeld tot een boete van
⬠750. Hij heeft in dit geval te lang en te veel geweld gebruikt. In
het tweede geval acht de rechtbank het optreden van de verdachte niet
strafbaar omdat hij heeft voldaan aan de eisen van proportionaliteit
en subsidiariteit in de zin van artikel 8 Politiewet.
Het vonnis in deze zaak staat op deze site onder LJ-nummer BD8808 en
is te openen via de link onderaan deze pagina.
Hoofdagent
Een 54-jarige hoofdagent stond terecht voor een mishandeling en een
geval van ambtsdwang. De rechtbank acht de mishandeling bewezen, maar
het bewezenverklaarde niet strafbaar. De man die eerst klappen van de
35-jarige brigadier heeft gekregen en daarna een klap op zijn hoofd
van de hoofdagent, heeft volgens de rechtbank het geweld over zichzelf
afgeroepen door halsstarrig te blijven staan nadat hem herhaalde malen
door de agenten was gevorderd weg te gaan. De hoofdagent heeft naar
het oordeel van de rechtbank bij de toepassing van het geweld voldaan
aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit in de zin van
artikel 8 Politiewet. De rechtbank acht de ambtsdwang die de
hoofdagent ook ten laste was gelegd, niet bewezen. Daarvan is hij
vrijgesproken.
Het vonnis in deze zaak staat op deze site onder LJ-nummer BD8853 en
is te openen via de link onderaan deze pagina.
Hoofdagent
Een 39-jarige hoofdagent stond terecht voor een mishandeling. Hem was
ten laste gelegd dat hij een fietser met zijn wapenstok heeft
geslagen, waardoor de fietser is gevallen, en hem, toen hij op de
grond lag, heeft geschopt.
Met de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank
wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de 14-jarige fietser
éénmaal met zijn wapenstok heeft geslagen. De rechtbank verklaart
het bewezenverklaarde echter niet strafbaar. De hoofdagent was volgens
de rechtbank gerechtigd de klap met zijn wapenstok te geven. Achteraf
bezien is het natuurlijk uiterst vervelend dat het een nogal jeugdige
persoon betrof die kennelijk geen kwaad in de zin had, aldus de
rechtbank, maar deze informatie had verdachte niet toen hij de slag
gaf.
De rechtbank acht net zo min als de officier van justitie en de
verdediging wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de jongen na
de klap met zijn wapenstok, toen de jongen op de grond lag,
heeft geschopt.
Het vonnis in deze zaak staat op deze site onder LJ-nummer BD8944 en
is te openen via de link onderaan deze pagina.
LJ Nummers
BD8808
BD8853
BD8944
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 30 juli 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie