Kamervragen over de groene glazenmaker
29 juli 2008 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op vragen over het verplaatsen van
krabbenscheerplanten. Deze planten hebben larven van de groene
glazenmaker. Deze libelle-soort staat op de lijst van beschermde
diersoorten
Meer informatie
Directie Natuur
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de Groene Glazenmaker.
---
Kent u het bericht 'Glazenmaker mag worden verplaatst'?1
Ja.
---
Is het waar dat de Groene Glazenmaker als Rode Lijst soort bescherming geniet binnen de
Flora- en faunawet en de Europese Habitatrichtlijn?
Ja, de Groene Glazenmaker is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4,
lid 2 van de Flora- en faunawet en is tevens opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn,
dier en plantsoorten van communautair belang die strikt moeten worden
beschermd.
---
Is het waar dat op grond hiervan de soort en haar leefgebied niet mag worden verplaatst?
Op grond van de artikelen 9, 11, en 13, lid 1 van de Flora- en faunawet is het onder meer
verboden om beschermde inheemse dieren weg te nemen of te verstoren. Het is mogelijk
om op grond van artikel 75, lid 5 en lid 6, van de Flora- en faunawet ontheffing te
verlenen. Ontheffingen worden slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan
aan een gunstige staat van instandhouding van de soort en er geen andere bevredigende
oplossing bestaat met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te
wijzen, belangen. Voorbeelden van deze belangen zijn onder andere aangewezen
dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of
economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten en de uitvoering van
werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling.
1 Dagblad van het Noorden, 30 juni 2008
---
Kunt u uiteenzetten op hoeveel plaatsen in Nederland de Groene Glazenmaker nog wordt
aangetroffen en of de soort in Nederland in haar voortbestaan bedreigd is?
De Groene Glazenmaker komt vooral voor in de lager gelegen delen van Nederland.
Op basis van de beschikbare verspreidingsgegevens2 wordt de Groene Glazenmaker vooral
waargenomen in grote delen van Friesland en in delen van Groningen, Drenthe, Overijssel
(de Wieden/Weeribben), Utrecht, Noord-Holland (Loosdrechtse plassen), Zuid-Holland
(Krimpener Waard en Sliedrechtse Biesbosch).
De afname van vindplaatsen en populaties van de Groene Glazenmaker in Europa en ook
in Nederland is de reden geweest dat de soort is geplaatst op de Rode Lijst van de IUCN en
wordt beschermd door de Flora- en faunawet en de Habitatrichtlijn.
---
Is het waar dat u toestemming heeft gegeven tot verplaatsing van Groene Glazenmakers
naar een ander deel van het kanaal, in verband met het voornemen van uitbreiding van de
scheepvaartmogelijkheden in het leefgebied van de Groene Glazenmaker?
Ten behoeve van de realisatie van het project 'Aanleg Westerdiepsterdalkanaal' heb ik
ontheffing verleend van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 9, 11 en 13 lid 1,
van de Flora- en faunawet voor het verplaatsen van krabbenscheerplanten met larven van
de Groene Glazenmaker naar een compensatiegebied.
---
Is eerder ervaring opgedaan met het verplaatsen van kwetsbare diersoorten zoals de
Groene Glazenmaker in soortgelijke omstandigheden en wat waren de resultaten van deze
verplaatsingsoperaties met betrekking tot de populatieomvang van de bedreigde soort?
Er is reeds ervaring opgedaan met de verplaatsing van kwetsbare soorten. De Dienst
Landelijk Gebied (DLG) adviseert regelmatig om deze methode te gebruiken. Uit ervaring
is gebleken dat de krabbenscheer goed te verplaatsen is, maar de effecten op de Groene
Glazenmaker zijn (nog) niet bekend. Wel staat vast dat de meeste libellenlarven verblijven
tussen de waterplanten, zoals krabbenscheer. Het verplaatsen van deze planten was dan
ook de basis voor de mitigerende maatregel. De larven van de Groene Glazenmakers die
in het plangebied aanwezig waren, zijn met de krabbenscheerplanten mee vervoerd naar
het nieuwe leefgebied.
Met het verplaatsen van de krabbenscheer zal er geen kwalitatieve of kwantitatieve
vermindering plaatsvinden van het leefgebied van de soort. Aangezien de kernpopulatie
van de Groene Glazenmaker niet wordt aangetast, is het niet te verwachten dat de
populatie in gevaar komt.
2 Bron: www.groeneglazenmaker.nl
---
Is uw besluit terzake onderbouwd met onafhankelijk wetenschappelijk advies? Zo neen,
waarom niet en bent u bereid in dat geval uw besluit te heroverwegen? Zo ja, van welke
instantie? Kunt u dit advies ter inzage geven?
Alle aanvragen voor ontheffingen als onderhavige worden ter advisering voorgelegd aan
DLG. De bij DLG werkzame ecologen hebben een uitgebreide kennis van en ervaring met
ruimtelijke ingrepen en de effecten van mitigerende en compenserende maatregelen. Het
wetenschappelijk advies van DLG is objectief en waar nodig vindt overleg plaats met
deskundigen en organisaties zoals in dit geval de Vlinderstichting3.
Bij de behandeling van aanvragen gaat DLG uit van de gegevens zoals deze zijn aangeleverd
door de aanvrager. De aanvrager moet voor de verkrijging van de ecologisch
gegevens altijd een terzake deskundig adviesbureau inschakelen. Het advies vormt de
ecologische afweging van het besluit en maakt daarvan integraal onderdeel uit.
Het besluit is gepubliceerd op www.minlnv.nl.
---
Kunt u uiteenzetten op welke wijze de verplaatsing is voorgenomen en of het de eitjes
betreft van de Groene Glazenmaker of volwassen dieren?
De verplaatsing heeft plaatsgevonden door de krabbenscheerplanten voorzichtig uit het
water te lichten, waarmee libellenlarven naar verwachting worden meegenomen.
De bestaande krabbenscheervegetatie is daarna, vóór aanvang van de werkzaamheden,
verplaatst naar een nieuw in te richten gebied ten zuiden van de huidige locatie, maar
gelegen in hetzelfde kanaal. Het gaat dus om een habitat met dezelfde waterkwaliteit en
overige voor de soort belangrijke waarden die van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid
van krabbenscheer. Om de overlevingskans van krabbenscheer te vergroten, heeft dit
plaatsgevonden tijdens het groeiseizoen (juni-juli) van krabbenscheer.
---
Komt de Groene Glazenmaker al voor in het gebied waarheen de nu bedreigde populatie
verplaatst zal worden? Zo ja, hoeveel zicht is er op dat het biotoop groot genoeg is om ook
de migrerende Groene Glazenmakers te huisvesten? Zo neen, wat geeft u de indruk dat het
gebied dan geschikt zou zijn voor de Groene Glazenmaker?
Zoals ik bij het antwoord op vraag 8 heb aangegeven, heeft verplaatsing plaatsgevonden
binnen het plangebied met vergelijkbaar biotoop. Cruciaal voor het voorkomen van de
Groene Glazenmaker is de aanwezigheid van krabbenscheer (zie ook vraag 6).
De krabbenscheer is verplaatst. De verplaatste krabbenscheer betreft een verblijfplaats van
een deelpopulatie en niet die van de hoofdpopulatie van de Groene Glazenmaker.
De hoofdpopulatie wordt derhalve niet door de activiteiten verstoord. Naar verwachting
zal het oppervlakte biotoop dan ook gelijk blijven.
3 De Vlinderstichting zet zich in voor het behoud en herstel van vlinders en libellen.
10
Kunt u uiteenzetten of u een afwegingskader heeft gebruikt om tot uw besluit te komen
om, in afwijking van Flora- en faunawet en habitatrichtlijn, te besluiten tot verstoring van
het leefgebied en van een beschermde en bedreigde populatie Groene Glazenmakers?
Zo ja, welk afwegingskader? Kan dat aan de Kamer worden toegezonden? Zo neen, bent u
bereid een controleerbaar toetsings- en afwegingskader te ontwikkelen voor het afwijken
van genoemde wettelijke beschermingsregimes?
Het toetsingsregime voor dit soort aanvragen is vastgesteld en vormt het kader van het
besluit tot verlening van de ontheffing. Voor het toetsingskader verwijs ik u naar de
brochure "Buiten aan het werk" die te vinden is op www.hetlnvloket.nl.
In de eerste plaats wordt overwogen wat de invloed van de voorgenomen werkzaamheden
op de bedoelde soort is. Vervolgens wordt afgewogen of er andere bevredigende
oplossingen zijn dan het verrichten van de activiteiten die de verstoring met zich mee
zullen brengen. Wanneer er geen andere, bevredigende oplossingen voorhanden zijn,
wordt getoetst of de werkzaamheden in het kader van een in de wet genoemd belang
plaatsvinden. Wanneer dit het geval is, zal worden afgewogen, aan de hand van een
wetenschappelijk advies, wat de invloed op de gunstige staat van instandhouding van de
soort is en op welke wijze compenserende en/of mitigerende maatregelen de invloed op
de (betreffende populatie van de) soort kunnen voorkomen of beperken.
Alle uitkomsten van dit toetsingskader worden in de besluiten tot verlening van ontheffingen
opgenomen. De besluiten worden vervolgens gepubliceerd zodat deze voor
eenieder toegankelijk zijn.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit