Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over vergassen van ganzen

29 juli 2008 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op vragen over het vergassen van ganzen. Het toestaan van het doden van ganzen door middel van vergassing met CO2 is volgens de minister niet strijdig is met de Flora- en faunawet.

Meer informatie

Directie Natuur

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen mijn antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over het vergassen van ganzen (ingezonden 19 juni 2008).

1
Kent u de ooggetuigenverslagen van de ganzenvangst op Texel op de website van de Faunabescherming1, waaronder ook het ooggetuigenverslag van de gerenommeerde ganze- en weidevogelexpert Leo van den Bergh?
Ja.

2 en 3
Bent u van mening dat het landelijk vergassen van beschermde inheemse diersoorten als de grauwe gans voortgang kan vinden wanneer deskundigen aangeven dat familieverbanden uiteengerukt worden en in het geheel geen sprake is van een humaan proces? Zo ja, waarom? Zo neen, op welke wijze wilt u hieraan een einde maken? Hoe verhoudt de praktijk van uiteengerukte familieverbanden zich tot uw eerdere uitspraak dat "bij de vangmethode die hier aan de orde is, hele familiegroepen worden gevangen"?2
U citeert slechts een deel van mijn antwoord op uw eerdere vraag. Ik verwijs u in dit verband naar mijn volledige antwoord.

1 www.faunabescherming.nl

2 Aanhangsel Handelingen nr. 2636, vergaderjaar 2007-2008. 4 en 9
Hoe verhoudt uw toezegging dat "onnodig leed wordt voorkomen" zich tot de gang van zaken zoals die zich volgens de ooggetuigenverslagen heeft afgespeeld? Wordt het vangen en vergassen van de ganzen gemonitord door onafhankelijke deskundigen als waarnemer? Zo neen, waarom gebeurt dat niet? Op het vangen van de ganzen wordt toegezien door handhavers van provincie Noord- Holland en medewerkers van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Dat garandeert dat onnodig lijden zoveel mogelijk wordt voorkomen en dat bij het vangen van de dieren andere natuurwaarden worden gespaard. Het spreekt echter vanzelf dat het verzamelen en vangen van grote aantallen wilde dieren voor die dieren altijd met enige stress gepaard gaat. Uit de door u bedoelde ooggetuigenverslagen blijkt dat ooggetuigen die stress hebben waargenomen, zich daaraan hebben geërgerd en daardoor geëmotioneerd zijn geraakt. Dat betekent niet dat niet is voldaan aan de verplichting om onnodig lijden zoveel mogelijk te voorkomen.
5 en 7
Kunt u uiteenzetten op grond van welke bepaling in de Flora- en faunawet u vergassing van in het wild levende dieren als een wettelijk toegestane dodingmethode ziet? Bent u bereid het vergassen van ganzen met onmiddellijke ingang te verbieden wanneer mocht blijken dat de dodingmethode niet in overeenstemming is met in de Flora- en faunawet toegestane dodingmethoden? Zo neen, waarom niet? Artikel 72, vijfde lid, van de Flora- en faunawet verbiedt om dieren te vangen of te doden met andere dan de bij de wet of het Besluit beheer en schadebestrijding dieren toegestane middelen. Vergassen met CO2 wordt niet genoemd als toegestaan middel. Artikel 68, eerste lid, van de wet biedt echter, onder voorwaarden, gedeputeerde staten de mogelijkheid om hiervan af te wijken.
6
Kunt u toelichten waarom u niet uiteen kunt zetten op welke schaal en in welke gebieden de vergassing van ganzen plaatsvindt? Bent u bereid de Kamer alsnog een volledig beeld te verschaffen? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid zich in te spannen om hier op korte termijn alsnog inzicht in te geven?
Ik beschik niet over de gevraagde gegevens en kan deze daarom niet aan de Kamer verschaffen. Gedeputeerde staten zijn in dezen het bevoegd gezag. Ik ben bereid deze gegevens bij de provincies op te vragen en deze aan de Kamer te verstrekken. 8
Welke onafhankelijke populatiedeskundigen hebben verklaard dat het vangen en vergassen van ganzenpopulaties soelaas zou bieden voor het duurzaam beperken van schade en populatieomvang? Indien er geen verklaringen van onafhankelijke deskundigen zijn, bent u dan bereid hun advies alsnog zo spoedig mogelijk in te winnen? Zo neen, waarom niet?
Zie mijn antwoord op vraag 7 van uw eerdere vragen3. Het is verder de taak van het Faunafonds om de provincies in zaken als deze van advies te dienen (artikel 83, eerste lid, onderdeel c, van de Flora- en faunawet). Dat is in deze gebeurd.
10
Kunt u uiteenzetten hoe de gerapporteerde ganzenschade op Texel van ¤ 10.000 in de zomerperiode en ¤ 40.000 in de winterperiode zich verhoudt tot de kosten van de vang- en vergassingsoperatie? Kunt u uiteenzetten waarom niet gekozen is voor het schadeloos stellen van de boeren die schade hebben?
De door u genoemde bedragen waren gebaseerd op (voorlopige) taxaties. Inmiddels zijn de cijfers van het Faunafonds over 2007 beschikbaar. In 2007 is door het Faunafonds op Texel voor ¤ 92.000 aan ganzenschade (overzomerende en overwinterende ganzen) vergoed. De kosten van de op Texel uitgevoerde operatie zijn mij niet bekend. Er kon niet worden gekozen voor het schadeloos stellen van de boeren, omdat schade door het Faunafonds slechts kan worden vergoed, indien de mogelijkheden om schade te voorkomen, inclusief bestrijding van de schadesoort, voldoende zijn benut. Bovendien staat vast dat, als niet in de populatie wordt ingegrepen, deze zal blijven groeien en de schade zal blijven toenemen. Daar komt bij dat de ecologische schade die de ganzen aanrichten niet in geld is uit te drukken en niet met geld kan worden afgekocht.
11
Kunt u uiteenzetten hoe groot de schade in termen van toerisme en natuurbeleving is op bijvoorbeeld het vogeleiland Texel, door een grootschalige vang- en vergassingsoperatie zoals nu is ingezet? Zo neen, bent u bereid die schade te laten inventariseren en die te salderen met de geringe schade die ganzen volgens uw eigen opgave aanrichten? Door het wegvangen van ganzen wordt schade in termen van toerisme en natuurbeleving juist voorkomen. De betreffende ontheffing is immers onder meer, maar niet in de laatste plaats, ook verleend, omdat de ganzen schade aanrichten aan de natuur.
3 Aanhangsel Handelingen nr. 2636, vergaderjaar 2007-2008. Bovendien is het niet de bedoeling dat het aantal overzomerende grauwe ganzen tot nul wordt teruggebracht. Gepoogd wordt het aantal ganzen op 800 (200 broedparen en 400 (nog) niet aan de voortplanting deelnemende individuen) te stabiliseren. Dat is volgens de inschatting van de faunabeheereenheid, met daarin onder meer Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, het aantal overzomerende grauwe ganzen dat Texel kan dragen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg