29-07-2008
Beantwoording vragen van het lid Ten Broeke over EU-subsidie voor technieken waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven wonen
Samenvatting:
Mede namens de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport bied ik u hierbij de antwoorden aan op de
schriftelijke vragen gesteld door het lid Ten Broeke over een subsidie van de
Europese Commissie voor technieken waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven
wonen. Deze vragen werden ingezonden op 26 juni 2008 met kenmerk 2070823920.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris
voor Europese Zaken, mede namens mevrouw Van der Hoeven,
minister van Economische Zaken en mevrouw bussemaker,
staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op
vragen van het lid Ten
Broeke (VVD) over een subsidie van de Europese
Commissie voor technieken waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven
wonen.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Europese Commissie 600 miljoen
euro beschikbaar stelt voor onderzoek naar technische snufjes die ertoe kunnen
leiden dat ouderen langer thuis blijven wonen1 (#ftn1)?
Antwoord
Ja. In juni 2007 heeft de Commissie het 'Ambient Assisted Living' (AAL)
voorstel gepubliceerd; hierover is in juli 2007 een BNC-fiche aan de Kamer
gezonden. Het initiatief hiervoor komt vanuit de lidstaten. Op dit moment nemen
23 landen (20 lidstaten en Noorwegen, Zwitserland en Israël) deel aan dit
programma. De deelname van de Commissie is gebaseerd op artikel 169 van het
EU-verdrag, waarbij de Gemeenschap kan deelnemen in programma's die door
lidstaten zijn opgezet. De Minister van Economische Zaken heeft de kamer in de
afgelopen periode over de voortgang van dit programma geïnformeerd (TK 21501-30
2007-2008 nr. 167-171 en 173). De Raad voor Concurrentievermogen heeft een
gemeenschappelijke aanpak goedgekeurd in november 2007 en het EP heeft daarmee
ingestemd in maart 2008. Eind juni 2008 heeft de Raad het programma definitief
goedgekeurd.
Overigens wil ik voor de goede orde opmerken dat het genoemde bedrag van ¤
600 miljoen een inschatting is van de totale omvang van het programma. Vanuit de
EU-begroting is een bijdrage van maximaal 150 miljoen voorzien voor de periode
t/m 2013, via het 7e kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling. De
gecombineerde bijdragen vanuit de EU- begroting en van de deelnemende landen
vormen de helft van de bijdrage. Het Nederlandse aandeel in de publieke bijdrage
zal ¤ 11,4 miljoen zijn. De andere helft zal door bedrijven en
onderzoeksinstellingen worden bijgedragen. Partijen die een voorstel indienen
moeten namelijk in hun voorstel minimaal 50% van de kosten voor eigen rekening
nemen. Bij het honoreren van voorstellen worden daarmee de bijdragen van het
bedrijfsleven gegarandeerd.
Vraag 2
Zou het daarbij onder meer gaan om systemen die zelfstandig verwarming en
licht reguleren in huis, of zelfs de voorraadkast beheren, en om elektronische
beveiligingssystemen?
Antwoord
Het kan gaan om allerlei technologische toepassingen die het voor ouderen
mogelijk maken om langer zelfstandig te blijven wonen, langer gezond te blijven,
hun verblijf in zorginstellingen te bekorten en hun kwaliteit van leven en
deelname aan de maatschappij te verbeteren. Deze toepassingen kunnen daarnaast
ook voor bijvoorbeeld zorgverleners en mantelzorgers voordelen bieden. Daardoor
kan beter worden ingespeeld op de krappe arbeidsmarkt en blijft de noodzakelijke
zorg voor ouderen betaalbaar (in 2020 zal naar schatting een kwart van de
EU-bevolking ouder dan 65 jaar zijn).
Vraag 3
Is het streven om ouderen langer thuis te laten wonen een aangelegenheid van
de Europese Unie? Zo ja, op basis van welke afspraken binnen de Europese Unie?
Antwoord
Achtergrond van het AAL-programma is de vergrijzingsproblematiek waarmee alle
lidstaten te maken hebben. Zoals ook in het BNC-fiche van juli 2007 is
aangegeven, kunnen de doelstellingen van het programma moeilijk door de
lidstaten afzonderlijk worden gerealiseerd. Zonder een samenhangende Europese
aanpak is er een grote kans op dubbel werk met de hieraan verbonden hogere kost
en. Door op Europees niveau te opereren wordt een kritische massa gecreëerd van
onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van technologieën en diensten
voor gezond ouder worden. De deelnemende landen kunnen dan profiteren van
elkaars kennis en de effecten van schaalvoordelen: coördinatie, gezamenlijke
uitvoering en het tegengaan van versnippering. Het kabinet heeft het programma
daarom positief beoordeeld op subsidiariteit en proportionaliteit.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de lidstaten niet bij machte zijn om ouderen te
stimuleren om langer thuis te blijven wonen en/of dat bedrijven als Philips en
Siemens niet mans genoeg zijn om op eigen gelegenheid dergelijke technische
snufjes te ontwikkelen wanneer daar een reële vraag naar is?
Antwoord
Zie ook het antwoord op vraag 3.
Dit plan sluit goed aan op de Nederlandse visie dat de (nieuwe) informatie-
en communicatietechnologieën (ICT) veel kansen en oplossingen kunnen bieden voor
de uitdagingen van de vergrijzende Europese bevolking. Nederland staat dan ook
positief tegenover het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en strategie om de
belemmeringen weg te werken.
De Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
hebben u in diverse brieven geïnformeerd over het beleid ten aanzien van zorg en
innovaties (zie TK 2007-2008, 29 282, nr. 46; TK 2007-2008, 31 200 XVI, nr.
116). In deze brieven is ook aan de orde gekomen dat voor het stimuleren van
innovaties ICT een voorwaarde en versneller is. De ontwikkeling van nieuwe of de
opschaling van bestaande innovaties komen onvoldoende tot stand door systeem- of
marktfalen of marktimperfecties. Gezien de maatschappelijke vraagstukken die
samenhangen met de vergrijzingsproblematiek is ondersteuning vanuit de overheid
gewenst. Het gaat daarbij niet om het ontwikkelen van allerlei technische
snufjes wat inderdaad aan het bedrijfsleven, een Philips of Siemens, dient te
worden overgelaten. De overheid heeft een rol bij het stimuleren van de
noodzakelijke versnelling en brede toepassing van ICT- innovaties door
bijvoorbeeld het faciliteren van ontwikkelingen. Het wegwerken van belemmeringen
voor de ontwikkeling, introductie, en verspreiding van ICT-diensten en
toepassingen voor ouderen is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
De Staatssecretaris van VWS is ook in diverse brieven ingegaan op het belang
van ICT- innovaties voor bijvoorbeeld het betaalbaar houden van de langdurige
zorg (TK 2006-2007, 30 800 XVI, nr. 146). Daarnaast heeft zij samen met de
Minister voor Wonen, Wijken en Integratie aangegeven dat zij nadrukkelijk
aandacht zal besteden aan ICT en domotica om kleinschalig wonen te bevorderen
(TK 2007-2008, 31200 XVIII, nr. 111). In het Convenant AWBZ 2005-2007 zijn
afspraken gemaakt over het stimuleren van innovaties. Deze afspraken zijn
gedurende de convenantsperiode nader uitgewerkt en de Nederlandse deelname aan
dit programma vloeit voort uit deze afspraken (TK 2007-2008, 30 186, nr. 65).
Het AAL-programma is dan ook complementair aan het Nederlandse programma '
Innovatie in de care'. Ook in combinatie met andere programma's, zoals het door
ZonMW en NWO ontwikkelde programma ICT en Disease Management, zal het
AAL-programma synergievoordelen kunnen opleveren.
Vraag 5
Bent u van mening dat deze subsidie van ¤ 600 miljoen voldoet aan dde
beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit? Zo neen, welke stappen zult
u dan ondernemen in de richting van de Europese Commissie?
Antwoord
Het kabinet heeft het programma positief op subsidiariteit en
proportionaliteit beoordeeld (zie ook het antwoord op vraag 3).
1 (http://www.minbuza.nl:80#): Financieel Dagblad, 24 juni 2008
Ministerie van Buitenlandse Zaken