Beantwoording brief van de heer Soengkono rond de backpay-kwestie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
OHW-CB-U-2861445
29 juli 2008
Bij brief van 27 juni 2008, kenmerk VWS-08-775, heeft de vaste
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om mijn
reactie op de brief van mei 2008 van de heer Soengkono te Semarang,
Indonesië. De heer Soengkono informeert naar de stand van zaken rond
de backpay-kwestie. Graag reageer ik als volgt op dit verzoek.
Het onderwerp van de brief van de heer Soengkono (Forum Veteran
Indonesia) is mij be-kend. In zijn jongste brief van 1 november 2007
informeerde de heer Soengkono eveneens naar maatregelen van de
Nederlandse regering met betrekking tot de Indische backpay-kwestie.
Op grond van rechterlijke uitspraken stelde de Hoge Raad in 1956 en
1958 in cassatie vast dat de Staat der Nederlanden hiervoor niet
financieel verantwoordelijk kan worden gesteld, omdat de juridische
verplichtingen op dit punt met de soevereiniteitsoverdracht zijn
overge-gaan op de Indonesische Staat. Regering en Kamer hebben dit
toen aanvaard en hebben nadien geen ander standpunt ingenomen. In de
brief van 12 januari 2007, Kamerstuk 2006 - 2007 20 454, nr. 82, van
mijn ambtsvoorganger aan u is uitgelegd dat naar het oordeel van het
Kabinet de beide in de brief genoemde onderzoeken geen nieuwe feiten
of gezichts-punten bieden die aanleiding geven om het gevoerde beleid
te wijzigen of om op eerdere afspraken terug te komen. Aan dat
standpunt heb ik op dit moment niets toe te voegen.
In mijn brief van 7 februari 2008, kenmerk OHW/BB-U-2830517, heb ik de
heer Soengkono ingelicht over dit standpunt van de Nederlandse
regering. Van de brief van 12 januari 2007, Kamerstuk 2006 - 2007 20
454, nr. 82, waarin het Kabinet zijn standpunt verwoordt heb ik de
heer Soengkono een kopie als bijlage gezonden.
Voor de volledigheid voeg ik afschriften bij van mijn antwoordbrief
van 7 februari 2008 aan de heer Soengkono, alsmede de brief van 12
januari 2007 waarin het Kabinetsstandpunt uiteen wordt gezet.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker