Antwoorden op vragen van Kamerleden Voordewind (CU) Bouwmeester (PvdA) en Leijten (SP) over het interview met minister Klink over alcoholbeleid
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2859178
28 juli 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden
Voordewind (Christenunie), Bouwmeester (PvdA) en Leijten (SP) over het
interview met mij over alcoholbeleid (207823210).
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Voordewind, Bouwmeester en
Leijten over het interview met de minister over alcoholbeleid
(207823210)
Vraag 1
Is uw citaat uit een interview met de Volkskrant juist waarin u stelt
dat u geen enkel probleem heeft met een goedkoop biertje, en dat u
geen enkele moeite heeft met prijsacties zoals happy hours van de
horeca? 1)
Antwoord 1
Het is juist dat ik tegen twee verslaggevers van De Volkskrant heb
gezegd dat ik niets tegen een goedkoop biertje heb.
Vraag 2
Kunt u uitleggen hoe deze uitspraak te rijmen is met uw voorgenomen
actuele alcoholbeleid, bepaald in uw Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid
(november 2007), waarin u voorstelt gemeenten de mogelijkheid te
bieden prijsacties in de vorm van happy hours of stuntprijzen in een
verordening te regelen? 2)
Antwoord 2
In mijn visie is een goedkoop biertje in het café of de supermarkt
niet het probleem, maar de (jonge) drinkers die als gevolg daarvan in
de omgeving van zo'n verstrekkingspunt overlast veroorzaken, agressief
zijn en/of dronken worden. Deze gevolgen moeten op plaatsen waar die
zich voordoen, adequaat kunnen worden aangepakt. De aanpak van
prijsacties gericht op jongeren is op zijn plaats. Ik steun gemeenten
in hun wens om daaromtrent beleid te ontwikkelen. Daarom heeft het
kabinet voorgesteld gemeenten de bevoegdheid te geven prijsacties in
een verordening te reguleren. Dit is opgenomen in de Hoofdlijnenbrief
Alcoholbeleid van 20 november 2007.
Vraag 3
Deelt u de mening dat u gemeenten die happy hours aan banden willen
leggen ontmoedigt met uw uitspraak in de Volkskrant, waarin u
duidelijk aangeeft dat u niet af wil van happy hours en dat u niets
heeft tegen een goedkoop biertje?
Antwoord 3
Nee. Ik denk niet dat gemeenten ontmoedigd zullen worden door het feit
dat er geen landelijke regeling komt. Gemeenten vinden het wel
belangrijk dat zij bevoegd worden een gemeentelijke verordening te
maken als dat in hun gemeente nuttig en nodig wordt geacht.
Vraag 4
Herinnert u uw antwoorden op eerdere Kamervragen waarin u stelt dat
accijnsverhoging één van de maatregelen is om alcoholgebruik onder
jongeren terug te dringen? 3) Deelt u de mening dat uw uitspraak in de
Volkskrant in tegenspraak is met deze antwoorden?
Antwoord 4
Ja, ik herinner mij de antwoorden op die kamervragen. Die gingen in op
de vele beleidsalternatieven die er zijn om het alcoholgebruik onder
jongeren aan te pakken.
Zoals uit de Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid blijkt is het kabinet
voorstander van een pakket aan maatregelen - naast voorlichting - om
het alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken, zoals een lichte
verhoging van de bieraccijns, strafbaarstelling van jongeren, méér
toezicht op de leeftijdsgrenzen en extra bevoegdheden voor
burgemeesters en gemeenteraden.
Mijn uitspraak in De Volkskrant is niet in strijd met deze uitspraken,
noch met de beleidsvoornemens neergelegd in de Hoofdlijnenbrief
Alcoholbeleid.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat in het onderzoeksrapport over happy
hours dat door de Universiteit van Twente in opdracht van de Stichting
Alcoholpreventie (STAP) is samengesteld (maart 2007), de onderzoekers
concluderen dat jongeren van 14 en 15 jaar meer drinken wanneer er
sprake is van prijsacties in de horeca? Wat is op grond van deze
conclusie uw mening over prijsacties voor alcoholhoudende dranken, en
in het bijzonder over het maken van reclame voor happy hours door de
horeca?
Antwoord 5
Ja, ik ben op de hoogte van dat feit dat uit genoemd onderzoek bleek
dat jongeren van 14 en 15 jaar als gevolg van prijsacties meer gingen
drinken. Daarom denk ik dat het een goede zaak is dat gemeenten in
staat worden gesteld bepaalde prijsacties, bijvoorbeeld die
aantrekkelijk zijn voor jongeren, te reguleren. Indien een gemeente
bepaalde happy hours verbiedt, betekent dat vanzelfsprekend ook dat er
dan geen reclame meer voor gemaakt zal hoeven worden.
Vraag 6
Heeft u ervan kennisgenomen dat in het artikel wordt gesuggereerd dat
de Stichting Alcoholpreventie destijds met u wilde praten over happy
hours en er gelekt is over uw voornemen? Zo ja, op welk voornemen had
dit betrekking?
Antwoord 6
Ja, ik heb kennisgenomen van het artikel.
Er is toen niet gelekt. Ik ben destijds akkoord gegaan met een
voorstel aan mij waarin een procedure werd voorgesteld om me te
oriënteren op happy hours. Eén van de voornemens in deze nota was de
Stichting Alcoholpreventie voor een gesprek uit te nodigen. Mijn
toenmalige woordvoerder heeft een journalist van Trouw over dit
onderwerp gesproken. De betrokken redacteur van Trouw heeft uit de
uitlatingen van mijn woordvoerder kunnen opmaken dat ik de adviezen
van de Stichting Alcoholpreventie met betrekking tot happy hours wilde
overnemen. Dat was echter niet de strekking van mijn instemming om met
de Stichting Alcoholpreventie te spreken. Ik betreur dan ook dat dit
beeld is ontstaan, aangezien dit bovendien niet in overeenstemming is
met mijn voornemens ten aanzien van happy hours, zoals ik die heb
neergelegd in de Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid. Recent heb ik met de
betrokken redacteur van Trouw gesproken.
Vraag 7
Wat vindt u van de stuntprijzen in de supermarkten rondom het EK
voetbal?
Antwoord 7
Het is mij inderdaad opgevallen dat supermarkten rondom het EK
voetbal, bepaalde dranken en levensmiddelen tegen stuntprijzen
aanboden en oranje- gerelateerde gadgets weggaven. Vanuit het oogpunt
van de supermarkten is het begrijpelijk dat ze inhaakten op het succes
van het Nederlands elftal in de groepsfase van het EK.
Vraag 8
Hoe verhouden deze stuntprijzen zich tot de accijnsverhoging? Worden
die hierdoor niet teniet gedaan? Indien dit het geval is, wat bent u
van plan tegen deze stuntprijzen te ondernemen?
Antwoord 8
De verhoging van de bieraccijns per 1 januari 2009 zal, naar ik
verwacht, direct effect hebben op de standaardprijs van flesjes,
kratten, blikken en fusten bier in de supermarkt.
De invloed van de komende accijnsverhoging op stunt- en dumpprijzen is
veel moeilijker in te schatten. De hoogte van de prijskortingen bij
dergelijke acties is immers van veel méér factoren afhankelijk. Het
komt bijvoorbeeld zelfs voor dat bier ónder de kostprijs wordt
verkocht. Kortom: De accijnsverhoging zal de standaard
consumentenprijzen wèl, maar stunten met prijzen niet beïnvloeden.
1) de Volkskrant, 16 juni 2008, "Zijn imago doet Klink diep zuchten"
2) Citaat uit Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid (27 565, nr. 35, p. 13)
- Regulering prijsacties
De vierde nieuwe bevoegdheid die het kabinet in wetsvoorstel wil
opnemen, biedt gemeenten de mogelijkheid de toepassing van
prijsacties, in de vorm van happy hours of stuntprijzen, in een
verordening te regelen. Uit onderzoek van de Universiteit van Twente
is gebleken dat in ieder geval een meerderheid van de jongeren
aangeeft als gevolg van dit soort acties méér te gaan drinken. Een en
ander kan leiden tot overmatig alcoholgebruik door jongeren en
overlast in gemeenten. Veel gemeenten maken dan ook gebruik van
convenanten met de lokale horeca om happy hours in het algemeen of
happy hours gericht op jongeren tegen te gaan. Als deze convenanten
opgesteld zijn ter uitvoering van de publiekrechtelijke taak van
gemeenten, kunnen zij beschouwd worden als publiekrechtelijke
regelingen van prijsacties, hetgeen Europees rechtelijk bezien - onder
voorwaarden - is toegestaan. Indien er in de convenanten geen
publiekrechtelijk element is opgenomen en er slechts sprake is van het
privaatrechtelijk regelen van prijsacties dan kan sprake zijn van
ongeoorloofde
prijsafspraken, hetgeen - in verband met de Europese regels over
mededinging - niet is toegestaan.
3) Aanhangsel Handelingen, nr. 2065, vergaderjaar 2006-2007