Antwoorden op vragen Kamerlid Leijten (SP) over een tachtigjarige vrouw die een hospice heeft moeten verlaten
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2863108
28 juli 2008
Hierbij zend ik de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten
(SP) over een tachtigjarige vrouw die een hospice heeft moeten
verlaten (2070824460), omdat zij niet binnen drie maanden was
overleden (2070824460).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Mw. dr. J. Bussemaker
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten (SP) over een
tachtigjarige vrouw die een hospice heeft moeten verlaten omdat zij
niet binnen drie maanden was overleden. (2070824460)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat een vrouw uit een hospice is
gezet, omdat zij niet binnen drie maanden was overleden? 1)
Vraag 2
Erkent u dat het niet acceptabel is dat een doodzieke vrouw het
hospice wordt uitgezet? Hoe verhoudt dit voorbeeld zich dit tot het
recht op zorg zoals is vastgelegd in de AWBZ?
Antwoord 1 en 2
Ik wijs er op dat als er sprake is van een terminale situatie de
cliënt ongeacht de duur en het proces van overlijden recht heeft op
AWBZ-zorg. Deze zorg hoeft echter niet altijd in een hospice te worden
gegeven.
Vraag 3
Hoeveel hospices voeren een beleid van maximale opnametijd van drie
maanden om daar te kunnen verblijven? Wat is de reden dat zij dit
beleid voeren? Bent u bereid dit te onderzoeken? Erkent u dat dit
beleid goede en adequate palliatieve zorg in de weg staat? Zo ja,
welke actie gaat u ondernemen om er voor te zorgen dat deze hospices
de zorg niet voortijdig (hoeven) stoppen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Ik weet niet hoeveel hospices een dergelijk beleid voeren noch wat
hierbij de overwegingen zijn. Ik wil dit niet gaan onderzoeken. Het
opname- en ontslagbeleid van hospices is een eigen
verantwoordelijkheid van de betrokken instellingen. Wel merk ik op dat
een hospice bedoeld is om mensen te begeleiden en zorg te bieden in
hun stervensfase. Een hospice is niet de enige plaats waar goede en
adequate palliatieve zorg wordt geboden.
Vraag 4
Waar kunnen mensen heen als zij na die drie maanden palliatieve zorg
nodig hebben?
Antwoord 4
Als een hospice besluit een cliënt te ontslaan dient het hospice er
zorg voor te dragen dat de zorg voor de cliënt door een andere
zorgverlener of zorgaanbieder wordt overgenomen. Dat kan een
verpleeghuis zijn, maar er kan ook palliatief terminale thuiszorg
worden ingezet.
Vraag 5
Bent u nog steeds van mening dat er geen probleem bestaat met de
indicatiestelling voor een bepaalde termijn van palliatieve zorg? 2)
Zo ja, hoe verklaart u bovengenoemd voorval? Zo neen, wat gaat u
ondernemen om de financiering van terminale en palliatieve zorg niet
langer efficiënt te korten tot 3 maanden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, ik ben van mening dat er nog steeds geen probleem is. De
geldigheidsduur van indicaties in het kader van palliatieve terminale
zorg is in alle gevallen 1 jaar. Omdat de zorgperiode over het
algemeen de 3 maanden niet overschrijdt, biedt een geldigheidsduur van
een jaar in tijd dus ruim voldoende recht op AWBZ-zorg.
Indien de cliënt na een jaar niet is overleden, kan hij/zij een
herindicatie aanvragen. Het CIZ beoordeelt dan (opnieuw) of er sprake
is van een terminale situatie. Dat is het geval indien een arts
aangeeft dat de cliënt lijdt aan een letale ziekte en een
levensverwachting heeft van korter dan drie maanden. Als dat (nog of
weer) het geval is, zal het CIZ opnieuw een indicatie voor palliatief
terminale zorg stellen voor deze cliënt.
Het besluit van een hospice om een cliënt na drie maanden te ontslaan
hangt dus niet samen met knelpunten rond de indicatiestelling of de
financiering van de zorg.
Vraag 6
Bent u bereid de indicatiestelling voor palliatieve en terminale zorg
te versoepelen en er zorg voor te dragen dat er in geval van
palliatieve en terminale zorg altijd een indicatie voor onbepaalde
tijd wordt afgegeven? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
Zie antwoord vraag 5
Vraag 7
Heeft u zicht op het aantal mensen dat door de beperking (het
omslagpunt) in de financiering van de palliatieve zorg niet thuis kan
sterven? Zo neen, bent u bereid dat te onderzoeken? Zo ja, kunt u de
cijfers doen toekomen?
Antwoord 7
Nogmaals, het besluit van een hospice om een cliënt na drie maanden te
ontslaan houdt geen verband met vermeende knelpunten in de
financiering van de AWBZ-zorg. De financiering van de AWBZ-zorg is te
allen tijde gegarandeerd.
1)
http://www.trouw.nl/hetnieuws/nederland/article1026374.ece/Doodzieke_v
rouw_hospice_uitgezet#readers_responses
2) AO palliatieve zorg, 27 mei 2008
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het
lid Agema (PVV), ingezonden 2 juli 2008 (vraagnummer 2070824370)