GroenLinks
GroenLinks wil onderzoek naar gevaren nanotechnologie
24 juli 2008
Het kabinet moet onderzoek doen naar de gevaren van nanotechnologie. Zolang niet duidelijk is wat de effecten kunnen zijn van nanotechnologie, moet de Voedsel- en Warenautoriteit nano-producten van de markt weren. Dat stelt Kees Vendrik vandaag in schriftelijke vragen aan de ministers Cramer van VROM en Van der Hoeven van EZ. Ook wil hij weten hoeveel subsidie het kabinet verstrekt aan bedrijven die werken met nanotechnologie.
Aanleiding voor de vragen van GroenLinks is een uitzending van Editie NL, waarin blijkt dat vooraanstaande wetenschappers en milieuorganisaties zoals Stichting Natuur en Milieu zeer bezorgd zijn over de opkomst van nanotechnologie. Dit is een relatief nieuwe methode om grondstoffen voor onder andere voedsel, kleding en zonnebrandcrèmes te bewerken. Probleem is echter dat de effecten van deze methode voor gezondheid en milieu nog niet zijn aangetoond. GroenLinks pleit daarom voor een pas op de plaats: pas als honderd procent zeker is dat nanotechnologie een veilige methode is, ook bij langdurig gebruik, mogen deze producten worden toegelaten op de Nederlandse markt.
Kees Vendrik
Vragen van het lid Vendrik (GroenLinks) aan de ministers van VROM en EZ, ingediend 24 juli 2008, over de risico's van nanodeeltjes in consumentenproducten
1. Heeft u kennis genomen van de uitzending van Editie NL van heden over de risico's van het gebruik van nanotechnologie in consumentenproducten zoals kleding, voedsel en zonnebrandcrèmes? Bent u daarnaast bekend met de zorgen van de Europese consumentenbond hierover?
2. Herinnert u zich uw brief van 14 februari 2008 over de mogelijke gevaren van nanotechnologie? Kent u daarnaast de antwoorden van de minister van SZW op eerdere vragen van Ineke van Gent over de gevaren die werknemers die werken met nanotechnologie lopen?
3. Kunt u bij benadering aangeven hoeveel consumentenproducten in Nederland ingrediënten bevatten die met behulp van nanotechnologie worden gemaakt? Wat is uw beleid ten aanzien van de toelating van deze producten op de markt?
4. Herinnert u zich dat u in genoemde brief aan de Tweede Kamer schrijft dat de risicos van nanotechnologie nog onvoldoende bekend zijn? Waarom worden dan toch mogelijk honderden producten op de markt toegelaten?
5. Bent u met mij van mening dat, net als bijvoorbeeld in het geval van de UMTS-zendmasten, ook bij nanotechnologie het voorzorgsprincipe zou moeten gelden? Met andere woorden, vindt u dat producten waarvoor nanotechnologie is ingezet, niet verkocht zouden moeten worden zolang niet honderd procent zeker is dat deze, ook bij langdurig gebruik, onschadelijk zijn? Zo nee, waarom niet?
6. Is de Voedsel- en Warenautoriteit op de hoogte van welke producten worden gemaakt met behulp van nanotechnologie? Hoe wordt door de VWA afgewogen of deze producten kunnen worden toegelaten op de markt?
7. Hoe gaat u de Nederlandse consument voorlichten over de mogelijke gevaren van nanotechnologie? Bent u er voorstander van dat producenten die werken met nanotechnologie, hiervan melding moeten maken op de etiketten van die producten? Zo nee, waarom niet?
8. Kunt u aangeven hoeveel de Nederlandse overheid, al dan niet via intermediaire organisaties, investeert in het onderzoek naar mogelijke gevaren van nanotechnologie voor consumenten, werknemers en milieu?
9. Kunt u aangeven hoeveel de Nederlandse overheid, al dan niet via intermediaire organisaties, investeert in de ontwikkeling van nanotechnologie en de industriële toepassing daarvan, zoals bijvoorbeeld de onlangs vrijgemaakte 153 miljoen voor 'High Tech Systems'?