Q-koorts
Groeiend aantal besmettingen Q-koorts
Nieuwsbericht, 24 juli 2008
Het aantal meldingen van Q-koorts is de afgelopen maanden fors
gestegen. Met name in Brabant en de regio Nijmegen zijn gevallen
gemeld. Op 21 juli had de GGD Hart voor Brabant 491 meldingen van
Q-koorts.
Geiten worden beschouwd als voornaamste bron van besmetting, maar het
onderzoek naar de manier waarop Q-koorts op mensen wordt overgedragen
wordt uitgebreid. De Voedsel en WarenAutoriteit onderzoekt diverse
bedrijven. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft
samen met minister Klink van VWS besloten een meldingsplicht in te
stellen voor geïnfecteerde bedrijven. Ook mogen zij geen mest
uitrijden gedurende drie maanden na een melding.
Q-koorts kwam tot 2007 in Nederland slechts af en toe voor: jaarlijks
werden gemiddeld 15 mensen met deze ziekte gemeld.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft
uitgebreide informatie over Q-koorts op haar website staan. Ook het
Bureau Infectieziektebestrijding van de GGD Hart voor Brabant geeft
voorlichting.
Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. De
meeste besmettingen verlopen zonder dat de patiënt het merkt of als
een milde griep. Bij een ernstiger verloop begint de ziekte meestal
acuut met heftige hoofdpijn en hoge koorts. Mensen die ernstig ziek
zijn met koorts wordt aangeraden naar de huisarts te gaan. Wanneer er
ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat gemiddeld twee tot drie
weken na besmetting. Q-koorts is een relatief onbekende ziekte, waar
nog veel onderzoek naar wordt gedaan. Wel is bekend dat mensen elkaar
onderling niet kunnen besmetten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport