Openbaar Ministerie

OM bracht in 2007 tweederde van de geweldmisdrijven voor de rechter

Den Haag, 23 juli 2008
Vandaag heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een bericht naar buiten gebracht over het seponeren van geweldsmisdrijven door het Openbaar Ministerie (OM). Het CBS heeft in zijn berekening het aantal gedagvaarde zaken buiten beschouwing gelaten. Mogelijk dat daardoor een verkeerd beeld is ontstaan betreffende het percentage geweldsmisdrijven dat door het OM geseponeerd wordt.

Vorig jaar zijn er bij het OM 57.900 geweldsmisdrijven ingestroomd. Daarvan is ruim tweederde (67%) voor de rechter gebracht. 11.700 zaken (20 %) heeft het OM zélf afgedaan door middel van een taakstraf, een geldsom of een voorwaardelijk sepot.

Van de 57.900 geweldsmisdrijven is 12,4 % onvoorwaardelijk geseponeerd: in 6,8 % van de zaken betrof dat een technisch sepot, in 4,8 % van de zaken een beleidssepot.

Technisch sepot

Een officier van justitie beslist tot een technisch sepot als het bewijs er niet in zit en het dus ook geen zin heeft een zaak aan de rechter voor te leggen. Een voorbeeld van een technisch sepot: iemand heeft aangifte gedaan van mishandeling, er is geen bekentenis en er zijn geen getuigen. Dan is het dus het woord van de een tegen het woord van de ander. Er is geen of onvoldoende bewijs. In zoân geval beslist de officier van justitie tot een technisch sepot.

In 2007 was er in 3.840 zaken die een of meer geweldsmisdrijven bevatte sprake een technisch sepot.

Beleidssepot

Indien van vervolging wordt afgezien op gronden aan het algemeen belang ontleend, wordt gekozen voor een beleidssepot. Om verschillende redenen kan voor een beleidssepot worden gekozen. Bijvoorbeeld in het geval een slachtoffer medeschuldig is doordat hij het geweld heeft uitgelokt. Of als de verdachte het slachtoffer schadeloos heeft gesteld en de relatie tussen het slachtoffer en de dader is hersteld.

In 2007 was er in 2.750 zaken die een of meer geweldsmisdrijven bevatte sprake van een beleidssepot