Federale regering Belgie
Wereldhandelsorganisatie
Meeting van de wereldhandelsorganisatie in Genève vanaf 21 juli 2008
De ministerraad ging akkoord met het standpunt dat minister van
Buitenlandse Zaken Karel De Gucht voor België zal innemen tijdens de
ministeriële vergadering van de wereldhandelsorganisatie (WTO) in
Genève vanaf 21 juli 2008. Het doel van de vergadering is om de
werkwijze vast te leggen voor de cyclus 'ontwikkelingsagenda van Doha'
die in 2001 werd opgestart.
De ministerraad verbindt er zich toe een actieve politiek te voeren
inzake eerlijke wereldhandel. Hij steunt de volledige realisatie van
de ontwikkelingsagenda van Doha en zal de ministeriële vergadering van
het WTO in Genève vragen een politieke impuls in die richting te
geven. Daarnaast keurde hij ook de krachtlijnen goed van het Belgische
standpunt, namelijk dat een multilaterale aanpak, op basis van een
geheel van niet discriminerende en rechtvaardige regels, het meest
aangewezen is om:
* de integratie en de commerciële ontwikkeling van alle
ontwikkelingslanden te bevorderen en te versterken
* de economische ontwikkeling en de welvaart in België te verzekeren
en te versterken op basis van open markten en investeringen
De ministerraad hecht ook bijzondere waarde aan het ecologische aspect
van deze ronde en de promotie van het respect voor sociale
normen. Daarnaast besteedt hij bijzondere aandacht aan
de opheffing van een steeds groter wordend aantal niet-commerciële
belemmeringen.
Voor wat betreft de meer specifieke vragen hoopt België dat er in
Genève een evenwichtig akkoord zal worden bereikt over de werkwijze
om de ontwikkelingsagenda van Doha te doen slagen op vlak van
landbouw, toegang tot de markt voor niet-landbouwproducten,
liberalisering van de diensten, regels, milieu en handelsbevordering.
1. Wat de landbouw betreft, is het voor België belangrijk dat voor
een beperkt aantal tarieflijnen een belangrijke mate van
bescherming wordt behouden, met behoud van het globaal evenwicht
en in het kader van de drie pijlers (interne steun, steun aan de
export en toegang tot de markt), en dat een
beschermingsmechanisme wordt uitgewerkt.
Men zal ook moeten blijven aandringen op niet-commerciële
aangelegenheden in de landbouwsector.
2. Wat de toegang tot de markt voor niet-landbouwproducten betreft,
is het belangrijk om tariefpieken te vermijden en voor een betere
toegang tot de markt te zorgen, meer bepaald in opkomende
economieën. Niet-tarifaire belemmeringen zullen eveneens een
bijzondere aandacht moeten krijgen.
3. Wat de diensten betreft, dringt België aan op de organisatie van
een 'signalling conference' die het mogelijk moet maken om een
ambitieuze agenda op te stellen om het onderhandelingsproces over
de diensten voort te zetten.
4. België hecht ook een groot belang aan een duidelijk resultaat op
vlak van handelsbevordering, die cruciaal is om een betere
integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldhandel te
bereiken.