Kamerbrief betreffende verslag schriftelijk overleg inzake de RAZEB d.d. 22
en 23 juli 2008
18-07-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de
beantwoording aan van de vragen van leden van uw Kamer, gesteld naar
aanleiding van de Geannoteerde Agenda van de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen (RAZEB) van 22 en 23 juli 2008, die uw Kamer per
brief met kenmerk DIE-1005/08 op 11 juli jl. toeging.
In aanvulling op de geannoteerde agenda informeren wij u voorts dat
inmiddels van het voorzitterschap is vernomen dat, op verzoek van de
vertegenwoordiger van het Kwartet in het Midden-Oosten, Tony Blair,
het Midden-Oosten Vredesproces is toegevoegd aan de agenda. Hij zal de
bespreking ook zelf bijwonen en met de ministers spreken over de
ontwikkelingen in de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen
en mogelijk ook over Libanon en Syrië.
Het onderhandelingsproces tussen Israël en de Palestijnen bevindt zich
in een belangrijke fase. Het Nederlandse kabinet acht het van belang
dat de EU de besprekingen blijft ondersteunen, onder meer door de
bevordering van initiatieven die het vertrouwen van beide partijen in
het proces vergroten, zoals de afspraken van de Berlijn-conferentie en
de EU-Israël Associatieraad. De EU en NL dienen dergelijke
initiatieven actief te bevorderen en te faciliteren.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Externe betrekkingen
Westelijke Balkan
Vragen
De leden van de fractie van het CDA steunen de inzet van de
Nederlandse regering ten aanzien van het Raadsbesluit van 29 april
2008, waarin is vastgelegd dat het voorleggen van het SAO met Servië
aan de nationale parlementen van de lidstaten pas zal plaatsvinden als
er sprake is van volledige samenwerking met het ICTY. De uitlevering
van de van oorlogsmisdaden verdachte heer Zupljanin door Servië zien
de leden van de fractie van het CDA als een goede stap, maar achten
zij niet voldoende.
Ten aanzien van de ontplooiing van de civiele EVDB-missie EULEX Kosovo
vragen de leden van de fractie van het CDA de regering om tijdens de
RAZEB niet alleen te pleiten voor concrete afspraken over de
samenwerking met UNMIK, maar ook met KFOR.
Zij willen weten wat de positie is van de Nederlandse regering over de
ontplooiing van EULEX in het gebied ten noorden van de rivier de Ibar?
Ook vragen ze of de regering het zinvol acht om in dit gebied door een
samenwerkings-verband tussen KFOR, UNMIK en EULEX te trachten het
gezag van de Kosovaarse regering te herstellen?
Kosovo-Serviërs die willen samenwerken met de Kosovaarse overheid
worden geï ntimideerd door parallelle Servische veiligheidsstructuren.
De leden van de fractie van het CDA willen weten op welke wijze EULEX
dat op dit moment ten noorden van de Ibar tegen kan gaan?
Kan de regering tijdens de RAZEB tevens aandacht vragen voor de enorme
milieuproblemen in Kosovo? De energiecentrale bij Pristina voldoet
totaal niet aan Europese milieunormen.
De leden van de fractie van de SP ondersteunen het kabinetsbeleid om
pas over te gaan tot ratificatie van het SAO akkoord met Servië
wanneer er sprake is van voldoende medewerking met het ICTY. De leden
vragen zich wel af of de medewerking met het ICTY nog steeds geldt als
de enige voorwaarde of dat de kwestie Kosovo hier ook een rol gaat
spelen?
Met betrekking tot EULEX stellen de leden van de fractie van de SP
vast dat wordt herhaald wat het Kabinet bij de vorige AO RAZEB ook al
vond. De leden van de fractie van de SP vragen de regering of dit
betekent dat er geen verdere vooruitgang is geboekt met betrekking tot
de ontplooiing van de missie?
Zo is het de leden uit de geannoteerde agenda onduidelijk of er
gewerkt wordt aan een nieuwe VN-resolutie die de ontplooiing van EULEX
mogelijk moet maken. Verder wordt er gesproken over `tijdelijke
voorzieningen'; waarop baseert het Kabinet zich dat hier sprake is van
tijdelijke voorzieningen?
Is de tijdelijkheid niet afhankelijk van de vraag of UNMIK ook
daadwerkelijk al haar taken afstoot aan EULEX? Voorziet het Kabinet
dat dit laatste ook zonder nieuwe VN-resolutie kan en gaat
plaatsvinden?
De leden van de fractie van de VVD geven aan dat de regering stelt dat
` mogelijk' het aantreden van de nieuwe regering betere vooruitzichten
biedt op samenwerking met ICTY. De leden van de fractie van de VVD
vragen zich af hoe het toch kan dat de regering daarvan niet zeker is.
Het SAO is toch immers op die voorwaarde ondertekend en de
verkiezingen leiden nu toch tot de beoogde coalitie?
Compliance door Servië moet nu een kwestie van dagen zijn. Anders moet
de regering dit eisen. Graag ontvangen de leden van de fractie van de
VVD meer tekst en uitleg. Tevens willen deze leden weten of de
regering binnen de RAZEB een deadline kan stellen waarbinnen
compliance moet zijn geregeld om te voorkomen dat de Serven weer gaan
marchanderen?
Tevens willen de leden van de fractie van de VVD weten of het klopt
dat het Servische parlement al is begonnen met de ratificatie van het
SAO, of althans, dat de regering dit akkoord ter ratificatie heeft
aangeboden? Zij willen weten hoe dat mogelijk is en waarom Servië
denkt dat wel is voldaan aan voorwaarden? Kan de RAZEB heldere taal
richting de bevriende en oh zo Europees gezinde regeringscoalitie
spreken?
Tevens vragen de leden van de fractie van de VVD of de geruchten
kloppen als zouden enkele landen, waaronder Frankrijk, al nadenken
over een mogelijke kandidaat-lidmaatschap van Servië tegen het einde
van het jaar? Kan de Nederlandse regering deze geruchten de kop
indrukken?
Ook vragen de leden van de fractie van de VVD of het waar is dat de
oud-woordvoerder van Milosevic minister van Binnenlandse Zaken is
geworden?
Zij willen weten hoe de Nederlandse regering hier tegenover staat en
hoe dit zal uitwerken op de conditionaliteit en medewerking van
getuigen om de procesgang te bevorderen?
Ook vragen deze leden of het klopt dat de aanklager, de heer
Brammertz, nog steeds aanzienlijke problemen ondervindt met het vinden
en horen van getuigen?
Wat zijn de vooruitzichten op een permanente rechtbank?
Servië
Antwoorden
De nieuwe Servische regering, inclusief de voormalig woordvoeder van
Milosevic, en minister van Binnenlandse Zaken, Dacic, zal op
resultaten worden beoordeeld. Het is aan Servië om verdere toenadering
tot de Unie mogelijk te maken door de verplichting tot volledige
samenwerking met het Tribunaal na te komen. Deze pro-Europese regering
biedt hierop een beter vooruitzicht dan wanneer er een
nationalistische radicale regering tot stand was gekomen.
De Openbare Aanklager van het Tribunaal, de heer Brammertz, heeft 4
juni jl. in zijn rapportage aan de Veiligheidsraad aangeven
gedeeltelijk tevreden te zijn over de samenwerking van Servië met het
Tribunaal. In oktober a.s. zal hij met een nieuwe rapportage komen.
Servië zal dan hopelijk ook op de gebieden van het openstellen van
archieven, getuigen en getuigenbescherming voortgang hebben geboekt in
deze cruciale slotfase van het Tribunaal. Momenteel vindt er binnen de
VN overleg plaats over de vorm en het mandaat van een eventuele
voortzetting van het Tribunaal.
De Stabilisatie- en Associatieovereenkomst (SAO) is inmiddels aan
Servische zijde voor ratificatie aan het parlement aangeboden. Deze
zal echter pas in werking kunnen treden als ook alle EU-lidstaten de
SAO hebben geratificeerd. Zoals bekend, heeft de Raad in april jl.
besloten dat er een unaniem Raadsbesluit nodig is, dat vaststelt dat
Servië volledig samenwerkt met het ICTY alvorens de SAO voor
ratificatie aan de nationale parlementen kan worden voorgelegd en de
interim-overeenkomst kan worden geïmplementeerd. De door de leden van
de VVD aangehaalde `deadline' is daarmee vastgesteld op het moment dat
de Raad besluit dat aan volledige samenwerking met het ICTY is
voldaan.
Nederland zal er op aandringen dat de Raad de conclusies van de
Europese Raad van 19 juni jl. herbevestigt. Zolang de SAO nog niet in
werking treedt, kan er dus ook niet worden gesproken over een
mogelijke Kandidaat- Lidmaatschapstatus van Servië aan het eind van
dit jaar. De kwestie-Kosovo staat hier los van en vormt dus geen
additionele conditionaliteit voor de SAO.
Kosovo
De ontplooiing van EULEX Kosovo zal geleidelijk gaan. De laatste
maanden zijn kleine stappen gezet. Het grootste deel van het personeel
zal worden ontplooid na concretisering van de afspraken tussen de VN
en de EU over reconfiguratie van UNMIK. Nederland heeft zich steeds op
het standpunt gesteld dat EULEX Kosovo, zodra dat mogelijk is, in
geheel Kosovo zal moeten worden ontplooid. Ook ten noorden van de
rivier de Ibar.
In Noord-Kosovo delen UNMIK en KFOR momenteel de verantwoordelijkheid.
UNMIK richt zich in dat gebied vooral op versterking van de
rechtbanken en grensbewaking om de bestendiging van parallelle
structuren tegen te gaan. EULEX Kosovo zal zich in geheel Kosovo
inspannen voor de opbouw van een goed functionerende Kosovaarse
rechtsstaat. Een goed functionerende rechtsstaat is de meest voor de
hand liggende manier om parallelle structuren tegen te gaan. Daartoe
zullen rechters, officieren, politie, juridische en andere experts hun
Kosovaarse collega's adviseren en monitoren. KFOR blijft de
verantwoordelijkheid dragen voor de algehele veiligheids-situatie in
geheel Kosovo.
Nederland blijft aandacht vragen voor het belang van duidelijke en
werkbare afspraken tussen de EU, VN en NAVO. Een van de onderwerpen
waarover de EU en de VN afspraken moeten maken zijn de tijdelijke
voorzieningen op het gebied van politie, justitie en douane. De SGVN
spreekt hierover in zijn rapport aan de VN-Veiligheidsraad en zijn
brieven aan de regeringen in Belgrado en Pristina van 12 juni jl..
UNMIK zal een groot deel van haar taken aan de Kosovaarse regering
overdragen. Slechts een deel van haar taken zal aan EULEX Kosovo
worden overgedragen. De afspraken over de reconfiguratie van UNMIK
zullen niet alleen het moment van overdracht betreffen, maar ook over
het voorkomen van overlap in taken en verantwoordelijkheden. Overigens
werken de leden van de VN-Veiligheidsraad niet aan een nieuwe
VNVR-resolutie. EULEX Kosovo vindt haar rechtsbasis in VNVR-resolutie
1244 (1999).
Nederland is zich bewust van de grote milieuproblemen in Kosovo en zet
zich via concrete projecten en samen met de Wereldbank en UNDP in om
deze problemen tegen te gaan. De uitstoot van vliegas door de
Kosovaarse elektriciteitscentrale gaat de Europese normen ver te
boven; tevens is de mijnbouwsector ernstig vervuilend. Deze kwestie
heeft tijdens de recente donor-conferentie voor Kosovo de aandacht
gekregen van de internationale gemeenschap en milieu is een prioriteit
van de Kosovaarse overheid. Gezamenlijk wordt ingezet op stabilisatie
van de situatie en het tegengaan van de negatieve effecten van
jarenlang achterstallig onderhoud.
Oekraïne
Vragen
De leden van de fractie van het CDA steunen de inzet van de
Nederlandse regering om de Oekraïne op dit moment geen perspectief op
lidmaatschap te bieden. Zij willen weten wat op dit moment de status
is van het initiatief van enkele lidstaten om te komen tot een
Oostelijke Unie naar analogie van de Mediterrane Unie?
De leden van de fractie van het CDA zijn van mening dat Oekraïne steun
van de EU verdient bij de voortgang van de interne hervormingen. Acht
u Oekraïne een geschikte kandidaat voor een partenariaat en bent u
bereid deze gedachte in te brengen bij de bespreking tijdens de Raad
van de EU-Oekraïne Top die 9 september gehouden zal worden?
De leden van de fractie van de SP verzoeken u aan te geven wat voor
het kabinet en de Europese Unie de belangrijkste onderdelen zijn waar
de EU in de samenwerking een nieuwe impuls aan wilt geven?
De leden van de fractie van de VVD zullen de top tussen de EU en
Oekraïne met argusogen gade slaan, gegeven het veelvuldig gebleken
onbegrip van de andere lidstaten dat pas op de plaats moet worden
gemaakt met welke vorm van uitbreiding dan ook.
Kan de Nederlandse regering deze heldere lijn, die ook zij voorstaat:
" uitsluitend binnen kader ENP en zonder enig perspectief op
lidmaatschap" door de RAZEB schriftelijk laten vaststellen in de
conclusies?
Tevens verzoeken de leden van de fractie van de VVD de regering aparte
aandacht vragen voor de hand-over-hand toenemende criminaliteit,
waarmee Nederlandse transportondernemers te maken hebben?
Antwoorden
Nederland hecht aan goede betrekkingen tussen de EU en buurland Oekraï
ne. Versterkte samenwerking met Oekraïne, welke uitsluitend binnen het
kader van het Europees Nabuurschapbeleid (ENB) en zonder enig
perspectief op lidmaatschap plaats kan vinden, is in de eerste plaats
van belang om economische hervormingen in Oekraïne te steunen, met als
doel om een zogeheten `deep free trade agreement' af te sluiten.
Daarnaast zijn ook energievoorzieningszekerheid en de ondersteuning
van hervormingen op wetgevingsgebied belangrijke onderwerpen voor
geïntensiveerde samenwerking. Overigens zijn voor het onderwerp
Oekraïne vooralsnog geen raadsconclusies voorzien, aangezien bij deze
RAZEB de stand van voorbereiding van de EU-Oekraïne Top (Evian, 9
september a.s.) wordt besproken.
Tijdens de Europese Raad van 19 en 20 juni jl. is afgesproken dat de
Europese Commissie in het voorjaar van 2009 een voorstel zal doen voor
versterking van de oostelijke dimensie binnen het Europees
Nabuurschapsbeleid (ENB). Van een `Oostelijke Unie' is vooralsnog geen
sprake. Ten aanzien van een mogelijk partenariaat voor Oekraïne
benadrukt het kabinet het partenariaat te zien als een mogelijkheid
voor verdere intensivering van de relatie van de Unie met een hiervoor
in aanmerking komend buurland, wanneer het ENB zijn volledige
potentieel heeft bereikt. Voor Oekraïne is dat nog niet het geval.
Het kabinet is bekend met de problematiek van criminaliteit in
Oekraïne, waar ook Nederlandse ondernemers nadeel van ondervinden. De
rechtshandhaving in Oekraïne is onderdeel van het reguliere overleg
dat tussen EU en Oekraïne plaatsvindt in het kader van de
ENB-samenwerking en één van de onderwerpen waar Nederland aandacht
voor heeft en vraagt.
Tsjaad - Sudan
Vragen
De leden van de fractie van het CDA maken zich zorgen over de
veiligheidsontwikkeling in Tsjaad. Recente incidenten met en in
nabijheid van EUFOR-troepen hebben deze zorg onderstreept. Wat is het
perspectief voor de vluchtelingensituatie en de internationale
militaire aanwezigheid op de middellang termijn, na afloop van het
mandaat van EUFOR?
De brief van de regering d.d. 4 juli 2008 over de situatie in Tsjaad
stelt: `Daarnaast beperken de Nederlandse troepen zich tot
korteafstandspatrouilles, zolang de medische
(lucht)evacuatiecapaciteit nog niet op peil is'. De leden van de
fractie van het CDA willen weten wanneer dit geregeld zal zijn en
waarvan dit afhankelijk is. Ook vragen ze waar de problemen om in deze
capaciteit te voo rzien liggen?
Tevens verzoeken zij u daarnaast in te gaan op de oplopende spanning
in het aangrenzende Darfur, de aanslag op een VN-konvooi en de
mogelijke gevolgen van de aanklacht tegen de Sudanese president
Bashir?
De leden van de fractie van de SP verzoeken de regering aan te geven
wie deel uitmaakten van de gezamenlijke evaluatiemissie in Tsjaad,
alsmede door en onder leiding van wie c.q. welk EU-orgaan er wordt
gewerkt aan het rapport over de "mid-mandate review" van de
EUFOR-missie en wanneer dit verwacht wordt?
Zij vragen ook of het waar is dat de komst van EUFOR-soldaten met
tonnen materiaal van het latent watertekort een echte watercrisis in
Tsjaad hebben gemaakt?
Tevens vragen zij de regering aan te geven wat de laatste stand van
zaken is met betrekking tot de inspanningen van de EU en Nederland om
vooruitgang te boeken met het vredesproces in Tsjaad?
De leden van de fractie van de VVD vragen hoe het staat met de VN-
opvolging. Ook willen ze weten of er al een exit-strategie is en zo
ja, hoe die dan luidt. Zo neen, wanneer verwacht de regering wel
informatie over de exit-strategie te kunnen melden aan de Kamer?
De leden van de fractie van de VVD geven aan het besluit van het
Strafhof te onderzoeken of de Sudanese president Bashir kan worden
vervolgd, van harte te steunen. Tegelijkertijd dreigt nu de Noord-Zuid
dialoog te worden opgeblazen door de Sudanese regering en dreigt het
Comprehensive Peace Agreement onder druk te komen staan. Hoe denkt de
Nederlandse regering met deze dreiging om te gaan, wat gaat de EU doen
om de internationale rechtsorde en ook vrede te bevorderen? Tevens
vragen de leden van de fractie van de VVD of er een duidelijke
verklaring kan komen van de EU, die stelt dat de veto's van China en
Rusland in de VN Veiligheidsraad tegen mogelijke sancties tegen het
regime in Khartoem worden betreurd.
Antwoorden
EUFOR Tchad/RCA opereert in een instabiele regio en vormt, naast onder
meer de hybride AU/VN missie UNAMID in Darfur, een onderdeel van een
regionale aanpak voor de grensoverschrijdende problematiek in Sudan,
Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek. De operatie draagt bij aan
de bescherming van vluchtelingen, ontheemden en burgers, en aan het
mogelijk maken van humanitaire hulp, wederopbouw en ontwikkeling. Op
deze manier tracht de internationale gemeenschap bij te dragen aan
stabiliteit in de regio, ook op de middellange termijn.
De VNVR-resolutie 1778(2007) autoriseert de EU-inzet tot 15 maart 2009
en verzoekt de Secretaris-Generaal van de VN om halverwege de
mandaatsperiode te rapporteren over mogelijkheden voor opvolging van
EUFOR, waaronder een mogelijke VN-operatie. Ter voorbereiding van deze
"mid-mandate review" bracht een gezamenlijke evaluatiemissie van de EU
en de VN van 18 tot 24 juni een bezoek aan Tsjaad.
De leden van deze evaluatiemissie waren afkomstig van het
VN-hoofdkwartier (DPKO) en van het EU strategische en operationele
hoofdkwartier van de operatie. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU
Solana heeft, op basis van aanbevelingen van de Operationeel
Commandant, de speciaal vertegenwoordiger van de EU en de Commissie,
zijn rapport over de "mid-mandate review" gepresenteerd. Dit rapport
moet nog worden besproken door het EU Militair Comit é, dat advies
uitbrengt aan het Politiek en Veiligheidscomité van de EU. Het rapport
zal dienen als EU-input voor de "mid-mandate review" van de VN dat in
september 2008 zal worden gepresenteerd.
De problemen om in medische evacuatiecapaciteit te voorzien zijn
gelegen in de schaarste hiervan bij de EU-lidstaten. Inmiddels zijn op
het basiskamp van Ierland en Nederland in Goz Beida twee helikopters
met medische middelen gestationeerd. Deze helikopters ontberen echter
nog een medisch team, reden waarom de Nederlandse verkenningseenheid
zich vooralsnog zal blijven beperken tot korteafstandspatrouilles.
Hiervan kan gedurende beperkte perioden worden afgeweken in het geval
Nederland en Ierland een volledig uitgeruste helikopter van een verder
gelegen basis kunnen gebruiken. Het is bijvoorbeeld mogelijk gebleken
voor korte perioden een van de in Abéché gestationeerde helikopters in
Goz Beida in te zetten. Omdat hiermee geen structurele oplossing is
gevonden voor het medische evacuatieprobleem, heeft de Commandant der
Strijdkrachten de Operationeel Commandant van de EU-missie verzocht zo
snel mogelijk de nog ontbrekende capaciteit, te weten een medisch
team, beschikbaar te stellen.
De veiligheidssituatie in het grensgebied van Sudan en Tsjaad blijft
gespannen. De Sudanese regering heeft Tsjaad beschuldigd van steun aan
de JEM aanval van 9 mei op Omdurman/Khartoem en heeft daarna de
betrekkingen met Tsjaad verbroken. Tsjaad heeft vervolgens de grens
met Sudan gesloten. Tijdens de laatste bijeenkomst van de militaire
experts van de Dakar Contact Groep eind juni zijn voorstellen gedaan
om de Tsjaad-Sudan grenscontroles te versterken. Vanwege de onstabiele
veiligheidssituatie in het gebied zijn een aantal NGO's ten zuiden van
El Geneina (West-Darfur) tijdelijk geëvacueerd. Momenteel is sprake
van een opbouw van JEM in Darfur.
Op 8 juli jl. heeft een aanval op UNAMID plaatsgevonden, waarbij zeven
militairen zijn omgekomen en 22 militairen gewond zijn geraakt. De
aanval vond plaats 100 km ten zuidoosten van El-Fasher. Op dit moment
is nog niet duidelijk wie er achter de aanval zit. De aanval vond
plaats in een door de Sudanese regering gecontroleerd gebied. De EU
heeft de aanval scherp veroordeeld. De aanval is de ernstigste sinds
de transitie van AMIS naar UNAMID (31 december 2007).
De openbaar aanklager van het ICC, Moreno-Ocampo presenteerde op 14
juli jl. bewijsmateriaal voor een nieuwe Darfur-zaak aan de rechters
van het Hof. De Aanklager vraagt om aanhouding en vervolging van de
Sudanese president Bashir, wegens oorlogsmisdaden, genocide en
misdaden tegen de menselijkheid in Darfur, sinds 2003. Het is nu aan
de rechters om een beslissing te nemen op het verzoek van de
aanklager. De Sudanese regering heeft te kennen gegeven het Hof niet
te erkennen en niet samen te zullen samenwerken met het Hof.
In Khartoem is de situatie kalm en hebben vreedzaam verlopen
demonstraties plaatsgevonden, voor de ambassades van het Verenigd
Koninkrijk en Frankrijk. De VN heeft niet-essentieel personeel
teruggetrokken uit Darfur. Tot nog toe blijft ook de situatie in
Darfur rustig.
Niet het aantal EUFOR-militairen in het oosten van Tsjaad, maar de
aanwezigheid van honderdduizenden ontheemden en vluchtelingen en de
lokale bevolking in het gebied bepalen in hoofdzaak de druk op de
aanwezige, deels schaarse, watervoorkomens. De relatief beperkte,
additionele druk van watergebruik door EUFOR-militairen op de
waterbeschikbaarheid moet worden afgezet tegen de toegenomen
bescherming en veiligheid van ontheemden, vluchtelingen en van de
lokale bevolking en NGOs.
Op 23 april jl. heeft president Déby van Tsjaad de heer Youssouf Saleh
Abbas tot nieuwe premier van Tsjaad benoemd. De komst van premier
Abbas heeft het Tsjadische binnenlands-politieke proces nieuw leven
ingeblazen. Zo heeft premier Abbas in zijn ministersploeg een aantal
prominente oppositieleiders opgenomen, o.m. op de posten van minister
van Defensie en Justitie. Daarnaast is de dialoog tussen de Tsjadische
regering en niet-gewapende oppositie in het kader van het akkoord van
13 augustus 2007 op 4 juni jl. hervat. De EU, waarnemer bij deze
dialoog, is een van de hoofdrolspelers bij het bevorderen van
voortgang in het politieke proces. Op 21 juli aanstaande staat een
nieuwe bijeenkomst van de stuurgroep van de politieke dialoog (het
Comité de Suivi) geagendeerd. De Tsjadische regering wordt
aangemoedigd tot een vreedzame oplossing met de gewapende rebellen te
komen.
Het Nederlandse kabinet steunt het Internationaal Strafhof en wacht de
uitspraken van de rechters over de zaak tegen president Bashir af.
Nederland en de EU hebben voortgezette steun aan de implementatie van
het Comprehensive Peace Agreement (CPA) toegezegd en de partijen
opgeroepen zich blijvend aan het CPA te committeren. Nederland en de
EU zullen lopende processen, zoals de Assessment and Evaluation
Commission en de arbitrage ten aanzien van Abyei blijven steunen.
Binnen de Europese Unie is niet gesproken over het uitgeven van een
verklaring over veto's van China en Rusland in de VN-Veiligheidsraad.
Het is ook niet gebruikelijk dat de EU verklaringen uitgeeft over het
stemgedrag van leden van de VN-Veiligheidsraad. Uit de handelingen van
de Veiligheidsraad blijkt reeds voldoende wat de visie van de daarin
vertegenwoordigde landen is.
Somalië/piraterij
Vragen
Enkele leden van de fractie van de VVD brachten een bezoek aan het
fregat dat probeert tegenover de piraten een vuist te maken. De 2000
km lange kustlijn maakt dat dit een bijna onbegonnen zaak is en indien
men al ter plekke arriveert ontstaan veelal nieuwe problemen omdat
reders van koopvaardijschepen veelal liever betalen dan het op
effectieve bescherming laten aankomen. De leden van de fractie van de
VVD vragen zich af of het niet tijd wordt voor een actief en integraal
anti-piraterij beleid dat liefst door de NAVO moet worden vormgegeven.
Is Nederland bereid hiertoe initiatieven te ontplooien en hoe verhoudt
zich dat tot de rol van de EU hierin?
Antwoord
Uit besprekingen met de VN is duidelijk geworden dat de VN op dit
moment haar beperkte (plannings-)capaciteit niet kan en zal inzetten
voor een ma ritieme operatie bij Somalië. De VN richt zich allereerst
op een mogelijke VN-operatie op het land in Somalië.
Dit hoeft niet te betekenen dat er geen multilaterale invulling kan
komen van de inzet tegen piraterij in deze wateren. Door de RAZEB op
16 juni jl. is besloten om het Raadssecretariaat en de Commissie te
vragen de opties te onderzoeken hoe de EU eventueel zou kunnen
bijdragen aan de implementatie van de VNVR-resolutie 1816(2008). Zoals
gemeld in de geannoteerde agenda, die uw Kamer op 11 juli jl. toeging,
zal op 22 juli a.s. een overzicht van deze opties aan de RAZEB worden
gepresenteerd. Hierna zal in Raadskader nadere bestudering
plaatsvinden.
Zimbabwe
Vragen
De leden van de fractie van het CDA willen nogmaals de minister en de
ambassadestaf in Harare complimenteren met het opvangen van
Tsvangirai.
Welke vervolgstappen kunnen worden genomen ten aanzien van Zimbabwe na
het veto van een VN-resolutie door China en Rusland? Welke
mogelijkheden bestaan er om met een groep gelijkgestemden (EU en
anderen) strengere sancties te treffen?
De leden van de fractie van de SP zouden graag horen wat de laatste
stand van zaken is in de mogelijke vorming van een eenheidsregering in
Zimbabwe.
Antwoorden
Binnen de EU, maar ook in gelijkgezinde landen als de VS, Canada,
Australië en Nieuw-Zeeland zijn gerichte sancties tegen het regime al
in werking. Deze bestaan uit reisbeperkingen, bevriezing van tegoeden
en een wapenembargo. In de VN-veiligheidsraad lag een voorstel voor om
dergelijke sancties een wereldwijde werking te geven, maar helaas is
dat op een Russisch en Chinees veto gestuit. De EU dient derhalve haar
eigen verantwoordelijkheid te nemen en tijdens de RAZEB het
EU-sanctieregime tegen Zimbabwe aan te scherpen. Nederland is
bovendien van mening dat in de komende weken aanvullende
sanctiemaatregelen zullen moeten worden voorbereid, zodat de EU het
sanctieregime verder kan uitbreiden indien het onderhandelingsproces
in Zimbabwe niet tot resultaat leidt.
Het bemiddelingsteam van president Mbeki van Zuid-Afrika heeft
verkennende gesprekken gevoerd met de partijen in Zimbabwe. Deze
gesprekken gingen over de randvoorwaarden voor de werkelijke
onderhandelingen over een overgangsmechanisme. Een belangrijk punt van
discussie is de samenstelling van het bemiddelingsteam. De MDC van
Morgan Tsvangirai is voorstander van het uitbreiden van het
bemiddelingsteam met gezanten van de Afrikaanse Unie en de VN. Dit
standpunt wordt ook door de Afrikaanse Unie onderschreven. Hoewel
Nederland en de EU geen formele rol hebben in dit proces, wordt dit
proces nauwlettend gevolgd.
Iran
Vragen
De leden van de fractie van het CDA zijn bezorgd over de opbouwende
spanning op het nucleaire dossier van Iran. Zij steunen het
tweesporenbeleid van de regering. Wat wil deze regering als de
Veiligheidsraad niet tot overeenstemming kan komen ten aanzien van
eventueel noodzakelijke nieuwe sancties tegen Iran? Zal de EU, los van
de Veiligheidsraad, sancties gaan treffen?
De leden van de fractie van de SP geven aan dat diverse media naar
aanleiding van de recente raketproeven door Iran een link leggen met
een mogelijke nucleaire dreiging.
Zij willen weten of het Kabinet kan bevestigen dat de IAEA aangeeft
dat het over geen informatie beschikt als zou Iran daadwerkelijk
kernwapen-componenten bouwen of studies daarnaar ondernemen? Is het
Kabinet zich bereid te verzetten tegen de oorlogstaal vanuit met name
Israel richting Iran?
Tevens willen de leden van de fractie van de SP weten wat het Kabinet
bedoelt met een robuuste implementatie van VN-resolutie 1803? Valt
daar in uw ogen ook de uitsluiting van Iraniërs van bepaalde
studierichtingen onder, zoals in Nederland? Vind deze praktijk ook in
andere EU-lidstaten plaats? Indien neen, is het Kabinet van plan daar
bij andere lidstaten op aan te dringen?
De leden van de fractie van de VVD verzoeken de Nederlandse regering
binnen de EU het initiatief nemen om de sancties t.a.v. Iran te
verscherpen om op die manier enerzijds initiatief aan kant van de EU
te behouden en, anderzijds, om unilaterale acties van andere landen
die mogelijk ophanden zijn te voorkomen?
Antwoorden
Uit het IAEA-rapport van 26 mei jl. blijkt dat Iran nog immer niet
voldoet aan de vereisten van de relevante Veiligheidsraadresoluties.
In dit rapport wordt herhaald dat er geen omleiding naar militaire
doeleinden van gedeclareerd materiaal in Iran heeft plaatsgevonden.
Het IAEA heeft aangegeven nog steeds niet in staat te zijn met
zekerheid vast te stellen dat zich in Iran geen `undeclared' materiaal
bevindt.
Het IAEA is derhalve nog niet in de positie om te kunnen vaststellen
dat het nucleaire programma van Iran uitsluitend vreedzame doeleinden
kent en niet gericht is op verwervind of productie van kernwapens. Het
Agentschap stelt dat het, om daarin vooruitgang te kunnen boeken,
antwoorden van Iran nodig heeft op een aantal nog uitstaande vragen
die mogelijke militaire aspecten van Iraans nucleaire programma
betreffen.
Zolang daar geen helderheid over wordt verschaft is het kabinet van
mening dat de druk op Iran dient te worden gehandhaafd. Dit kan onder
meer bewerkstelligd worden door middel van een robuuste implementatie
van Veiligheidsraadresolutie 1803. Hiermee wordt bedoeld dat de EU
verder zou gaan dan hetgeen in deze Veiligheidsraadresolutie minimaal
aan de VN-lidstaten wordt opgelegd.
De verplichting te voorkomen dat Iraniërs buiten Iran proliferatie
gevoelige studies volgen is overigens niet in Veiligheidsraadresolutie
1803, maar in Veiligheidsraadresolutie 1737 en het Gemeenschappelijk
Standpunt van de Raad van de Europese Unie (2007/140/GBVB) vastgelegd.
Nederland is, net als de overige lidstaten van de VN, verplicht
uitvoering te geven aan deze sanctiemaatregel.
Indien Iran het samenwerkingsvoorstel van de E3+3+EU naast zich
neerlegt en daarmee andermaal duidelijk maakt obstructie boven een
diplomatieke oplossing te verkiezen, dienen - bij voorkeur door de
VN-Veiligheidsraad - aanvullende sancties tegen Iran te worden
ingesteld.
Indien evenwel zou blijken dat de Veiligheidsraad niet in staat is een
krachtig signaal aan Iran af te geven dan dient de EU haar eigen
verantwoordelijkheid te nemen en te bezien op welke wijze de EU het
sanctieregime verder kan aanscherpen, zo mogelijk met andere
gelijkgezinde landen.
Het Nederlandse kabinet deelt de zorgen van Israël over de anti-Israël
uitspraken door Iraanse hoogwaardigheidsbekleders, waaronder president
Ahmadinejad. De geuite dreigementen zijn onaanvaardbaar, dragen niet
bij aan de stabiliteit en veiligheid in de regio en zijn diverse malen
door Nederland en de EU veroordeeld.
Voorts is Nederland van mening dat ieder land recht heeft op
zelfverdediging. Gezien de huidige situatie in het Midden-Oosten acht
Nederland krachtige retoriek terzake niet behulpzaam.
India
Vragen
De leden van de fractie van de SP merken op dat de behandeling van
India betreffende nucleaire technologie in schril contrast staat tot
de behandeling van Iran. De leden van de fractie van de SP hebben
kennis genomen van het feit dat de IAEA-bestuursraad op 1 augustus
bijeenkomt om een veiligheidsovereenkomst met India te bespreken,
terwijl dit land wel bewezen kernwapens heeft en in tegenstelling tot
Iran geen lid is van het NPV.
Heeft het Kabinet inmiddels kennis genomen van de conceptovereenkomst?
Indien ja, wat vindt u ervan?
Deze overeenkomst maakt vervolgens de weg vrij voor de Nucleair
Suppliers Groep (NSG), waar Nederland deel van uitmaakt, om te
besluiten nucleair materiaal en technologie aan India te leveren.
Wordt erkent dat deze laatste stap een ondermijning van het
NPV-verdrag betekent?
Wordt in de EU ook over dit onderwerp gesproken?
Kan worden bevestigd dat de NSG pas in september bij elkaar komt?
Krijgt de Kamer nog de gelegenheid om over dit onderwerp met het
Kabinet te spreken? Indien neen, bent u bereid tegen het voorstel te
stemmen?
Antwoorden
Het kabinet heeft kennis genomen van de concept-waarborgenovereenkomst
tussen India en het IAEA, die overigens nog in de IAEA-bestuursraad
moet worden beoordeeld. Dit concept wordt thans interdepartementaal
bestudeerd. Op het moment dat het kabinet de analyse van deze
concept-waarborgenovereenkomst heeft afgerond, kunnen mogelijke
effecten van eventuele civiele nucleaire samenwerking met India nader
worden beoordeeld.
In EU-kader wordt over dit onderwerp gesproken. Er is nog geen
vergaderdatum voor de Nuclear Suppliers Group (NSG) door het Duitse
voorzitterschap van die groep vastgesteld.
Zoals al gesteld in de antwoorden van de minister van Buitenlandse
Zaken op eerdere vragen van het lid Van Velzen en het Algemeen Overleg
inzake nucleaire brandstof van 12 februari j.l., heeft de minister
toegezegd de Kamer te informeren over de inhoud van de
waarborgenovereenkomst nadat deze is goedgekeurd door de IAEA
Bestuursraad.
Diversen - EU/VS
Vragen
De leden van de fractie van de SP verzoeken de regering aan te geven
wat de achtergrond is van het Portugese verzoek?
De leden van de fractie van de VVD verwelkomen de bespreking van EU-VS
relaties. Long overdue wat hen betreft!
Kan hier WTO aan worden toegevoegd, of in elk geval de toenemende
protectionistische tendensen? Wordt hier over raketschild gesproken?
Wordt de internationale financiële crisis besproken? Kan de EU
aandringen op offshore-drilling zodat er meer olie beschikbaar komt?
Antwoorden
Portugal stelt voor om bij een volgende RAZEB een discussie te voeren
over de transatlantische relaties, ook met het oog op de Amerikaanse
verkiezingen in november van dit jaar. Bedoeling zou zijn om de
relaties met de VS in brede zin te bespreken, waarbij Portugal onder
meer denkt aan bespreking van de veiligheids- en defensierelaties en
de strategische dialoog.
Opgemerkt zij dat dit punt onder `Diversen' is geagendeerd en dient om
de Portugese minister de ruimte te bieden zijn verzoek kort toe te
lichten. In deze RAZEB is dan ook geen discussie over de relaties
voorzien. Wanneer de EU-VS relaties staan geagendeerd voor bespreking
in de Raad zal de Nederlandse inzet worden bepaald en uiteraard met de
Kamer worden besproken.
Algemeen - meevallers op de EU-begroting
Vragen
De leden van de fractie van het CDA willen dat meevallers op de
EU-begroting terugvloeien naar de lidstaten. De leden van deze fractie
hebben dit al vele malen aangeven. De leden van de fractie van het CDA
roepen de minister dan ook op niet akkoord te gaan met de voorstellen
van Commissievoorzitter Barroso gedaan tijdens de recente G8-top om
EUR 1 miljard aan niet bestede landbouwgelden uit te geven aan het
ondersteunen van boeren in Afrika. De leden van de fractie van het CDA
willen graag blijvende steun van de regering voor de afspraak dat deze
gelden terug moeten vloeien naar de lidstaten.
Antwoorden
Het kabinet vindt het van belang dat de negatieve gevolgen van de
huidige hoge voedselprijzen besproken worden in Europees kader en
onderschrijft de conclusies van de laatste Europese Raad over dit
onderwerp. Ook bilateraal heeft Nederland aangegeven actief in te
willen spelen op de noodzaak van grotere aandacht voor de rurale
armoede en de problematiek van voedselzekerheid en handel. Zie ook de
notitie van de ministers Koenders en Verburg over dit onderwerp.
Nederland spoort overigens ook andere EU-lidstaten aan om een extra
investering te plegen in landbouw in ontwikkelingslanden, waarbij deze
lidstaten desgewenst gebruik zouden kunnen maken van de teruggevloeide
middelen.
Waarschijnlijk zal de Commissie heden haar voorstel voor een plan
presenteren waarbij ongebruikte landbouwgelden bestemd worden voor
steun aan boeren in ontwikkelingslanden. Het kabinet is van mening dat
de onderbesteding binnen categorie 2 van de EU-begroting (landbouw)
dient terug te vloeien naar de lidstaten en derhalve niet aangewend
mag worden om een EU-voedselhulpfonds te financieren.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken