Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
18 juli 2008 BVE/ BVE/I&I/32906
Onderwerp
Toezegging tijdens AO over hoofdlijnen
participatiebudget.
In het Algemeen Overleg op 17 april 2008 over de hoofdlijnen participatiebudget heeft minister
Vogelaar onder meer aangegeven dat de afspraken over educatie tussen vorige bewindslieden en de
Tweede Kamer gehandhaafd worden. Zij heeft gewezen op de overgangsperiode die daartoe is
opgenomen in het wetsvoorstel voor het participatiebudget. Naar aanleiding hiervan heeft het lid
Spekman (PvdA) verzocht deze informatie op papier te krijgen om de precieze afspraken te kunnen
beoordelen. Minister Vogelaar heeft dit toegezegd. Omdat de educatie onder mijn verantwoordelijkheid
valt doe ik deze toezegging, mede namens minister Vogelaar, gestand.
Bestedingsverplichting bij roc's
Wat betreft de verplichte inzet van de educatiemiddelen bij de roc's zijn in de nota naar aanleiding van
het verslag op de " Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de voorschriften
inzake educatie, splitsing van instellingen en vaststelling ondergrens aan de bekostiging deeltijds
beroepsopleidingen" (Kamerstukken 2005-2006, 30170, nr. 6) vragen beantwoord over de gedwongen
winkelnering voor educatie. Deze vragen zijn in paragraaf 1.2 "De onderbrenging van
educatiemiddelen in de brede doeluitkering" beantwoord door mijn voorganger, staatssecretaris Rutte.
Daarbij wordt onder meer gemeld dat met de roc's is afgesproken de gedwongen winkelnering te
handhaven tot de resultaten van de evaluatie van het wetsvoorstel Inburgering bekend zijn.
Onder punt 1.3 van genoemde nota staat onder meer dat over de gevolgen van de structurele
overheveling van een deel van het educatiebudget naar de begroting voor inburgering voor de roc's
een convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad (thans MBO Raad) is gesloten. In
artikel 7, eerste lid, van dit convenant is bepaald dat resp. 1 en 2 jaar na inwerkingtreding van de WI de
eerste ontwikkelingen op de markt zullen worden geïnventariseerd.
Inmiddels is dit onderzoek naar de marktwerking voor de inburgeringscursussen gestart. De eerste
uitkomsten van dit onderzoek zullen in het najaar 2008 bekend worden. De eindrapportage wordt in
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
april 2009 verwacht. Deze uitkomsten zullen ook gebruikt worden voor de besluitvorming over de
afbouw van de bestedingsverplichting bij roc's bij het participatiebudget, zodat voor de roc's een
soepele overgang van publieke naar private aanbieder mogelijk wordt gemaakt. Tenzij de resultaten
van de onderzoeken dit in de weg staan, zal de bestedingsverplichting bij roc's met ingang van 2011
gefaseerd worden afgebouwd.
Oormerking educatie
Met de invoering van het nieuwe inburgeringstelsel (Wet Inburgering) zijn zowel de oudkomers als de
nieuwkomers verplicht een inburgeringsexamen te halen. In dat kader zijn de educatiemiddelen die
door gemeenten voor oudkomers werden ingezet voor de opleidingen Nederlands als tweede taal, op de
voor de inburgering relevante niveaus overgeboekt van de begroting van OCW naar de begroting van
het ministerie van Justitie/VenI (thans het ministerie van VROM/WWI) voor inburgering. Consequentie
hiervan is dat gemeenten de educatiemiddelen niet meer mogen inzetten voor de doelgroepen van de
Wet Inburgering en voor de zogenoemde vrijwillige inburgeraars, waar het de opleidingen Nederlands
als tweede taal betreft, met uitzondering van de opleidingen Nederlands als Tweede taal, gericht op
alfabetisering. Dit wordt gerealiseerd door een inschrijvingsbeperking voor deze groep bij bedoelde
opleidingen. Voor de vrijwillige inburgeraars moet de WEB op dit punt nog worden aangepast. Deze
wijziging van de WEB (Kamerstukken 2007-2008, 30853, nr. 8), die op 15 april 2008 door de Tweede
Kamer is aanvaard, ligt ter behandeling in de Eerste Kamer. Voor de wetgeving rond de
inburgeringsplichtigen verwijs ik u kortheidshalve naar de Kamerstukken 2005-2006, 30170, nr. 7.
Voor alfabetisering kunnen gemeenten wel educatiemiddelen inzetten voor de inburgeraars.
In het kader van het participatiebudget komt de oormerking voor educatie te vervallen op het moment
dat er over educatie bestuurlijke afspraken met gemeenten zijn gemaakt over de educatieprestaties.
Wanneer de oormerking voor educatie komt te vervallen, zal het ook mogelijk worden om verplichte en
vrijwillige inburgeraars in te schrijven voor alle educatie-opleidingen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart