De nieuwe Wet ruimtelijke ordening
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking
getreden. Deze wet regelt hoe ruimtelijke plannen tot stand komen en
gewijzigd worden. In ruimtelijke plannen wordt geregeld hoe Nederland
er nu en in de toekomst uit zal zien. Wie wil bouwen of verbouwen,
krijgt met deze wet te maken. De nieuwe wet maakt duidelijk welke
overheid - Rijk, provincie of gemeente - waarvoor verantwoordelijk is.
Het uitgangspunt daarbij is `decentraal wat kan, centraal wat moet'.
De gemeente is in de meeste gevallen dus het eerste aanspreekpunt.
Waarom een nieuwe Wro?
De oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) dateerde uit 1965 en is
de afgelopen veertig jaar regelmatig aangepast. Dit heeft de
overzichtelijkheid en kwaliteit van de wet geen goed gedaan. Met de
nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt gestreefd naar een
samenhangend pakket van regels. De nieuwe Wro maakt procedures korter,
sneller en eenvoudiger. Zo wordt de duur van de
bestemmingsplanprocedure gehalveerd van 58 naar 26 weken. Bovendien is
er scherper toezicht op de naleving van de wet.
Wat verandert er nu?
Hieronder een opsomming van de meest in het oog springende
veranderingen:
o Bestemmingsplannen zijn voortaan verplicht voor de hele gemeente, in
plaats van alleen voor het gebied buiten de bebouwde kom.
o Bestemmingsplannen moeten binnen een periode van tien jaar na
vaststelling, opnieuw worden vastgesteld. Doen gemeenten dit niet, dan
kunnen zij de kosten voor het verlenen van bijvoorbeeld
bouwvergunningen niet meer in rekening brengen bij de aanvrager. Dit
betekent overigens niet dat gemeenten geen bouwvergunningen meer
kunnen verlenen.
o De procedure om een bestemmingsplan vast te stellen, halveert van
ruim een jaar naar ongeveer 26 weken.
o De mogelijkheid van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 uit de
oude WRO, die werd gebruikt om plannen die niet binnen het
bestemmingsplan pasten toch toe te staan, is vervangen door de
ontheffing en het projectbesluit.
o Met een ontheffing kunnen kleinschalige bouwactiviteiten, die niet
passen in het bestemmingsplan, toch worden toegestaan.
o De gemeente kan een projectbesluit gebruiken als het bestemmingsplan
een bepaald project niet toestaat maar de gemeente het project toch
mogelijk wil maken, zonder meteen het hele bestemmingsplan te hoeven
aanpassen.
o Iedereen kan bij de gemeenteraad een verzoek tot herziening van het
bestemmingsplan indienen.
o Digitalisering van bestemmingsplannen wordt verplicht vanaf medio
2009. Op de website van de gemeente kunt u onder Ruimtelijke ordening
nu al een aantal plannen inzien.
o Gemeenten, provincies en Rijk stellen ieder een eigen structuurvisie
op. Hierin leggen zij de hoofdpunten van hun ruimtelijk beleid vast.
De structuurvisie vervangt het gemeentelijke structuurplan, het
provinciale Streekplan en de landelijke Nota Ruimte.
o Als de waarde van een woning vermindert door het vaststellen van een
nieuw bestemmingsplan of een projectbesluit, kan planschade worden
uitgekeerd. Bij het toekennen van planschade wordt het `normaal
maatschappelijk risico' niet meer uitgekeerd. Het normaal
maatschappelijk risico is 2% van de waarde van uw woning. Bovendien
moet u voortaan zelf motiveren wat de hoogte van de planschade is.
Meer informatie
Voor meer informatie over de nieuwe Wro kunt u contact opnemen met één
van de medewerkers van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, tel: 0229
- 54 80 24. Zie ook de pagina Ruimtelijke ordening. Informatie van de
Rijksoverheid over de nieuwe wet vindt u op www.vrom.nl.
Gemeente Medemblik