14-07-2008
Antwoord op Kamervragen over het Jaarverslag van de MIVD over 2007
Vraagsteller: Vaste commissie voor Defensie
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Afschrift aan De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten Generaal
Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Datum 11 juli 2008
Hierbij zend ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de antwoorden op de
vragen van de vaste commissie voor Defensie over het Jaarverslag van de MIVD over 2007
(Kamerstuk 31200X nr. 118).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
E. van Middelkoop
Pagina 1/9
Ministerie van Defensie
Lijst van vragen - totaal
Vastgesteld 30 mei 2008
Brief van de minister van Defensie d.d. 29 april 2008 inzake het jaarverslag van de MIVD (31
200 X, nr 118).
De vaste commissie voor Defensie 1) heeft naar aanleiding van deze brief de navolgende
vragen aan de regering gesteld.
Kamerstuknummer : 31200X-118
Vragen aan : Regering
Commissie : Defensie
Vraag 1
Moet geconcludeerd worden dat het formatiebestand van de Militaire Inlichtingen en
Veiligheidsdienst (MIVD) te klein is voor het takenpakket aangezien wordt aangegeven
dat de inspanningen rond de missie in Afghanistan ten koste gegaan zijn van andere
taken? Hoeveel functies komt de MIVD te kort in relatie tot de bevindingen van de
Commissie Dessens?
Mede op basis van de bevindingen van de commissie-Dessens is besloten tot een
versterking van de inlichtingenketen van Defensie. Hiervoor wordt in 2008 bijna 10 miljoen
euro gereserveerd en dat bedrag loopt op tot ruim 18 miljoen euro vanaf 2011. De
versterking behelst onder meer een uitbreiding van de formatie van de MIVD. De versterking
van de inlichtingenketen zal pas in 2013 zijn voltooid. Ten behoeve van de militaire operatie
in Afghanistan is de capaciteit in 2007 herschikt. Hierdoor was er in 2007 minder capaciteit
beschikbaar voor andere onderzoeksgebieden.
Pagina 2/9
Ministerie van Defensie
Vraag 2
Op welke wijze wordt geprobeerd het aantal militaire MIVD'ers weer op het gewenst
aantal te brengen?
Defensie kent voor militairen een min of meer gesloten personeelssysteem. De personele
ondervulling in specialistische functies bij Defensie is daarom van invloed op de personele
vulling van de MIVD. Een structurele verhoging van de vulling van militaire functies is op korte
termijn niet te verwachten. Om de ondervulling op korte termijn te adresseren heeft de MIVD
diverse maatregelen getroffen, waaronder het tijdelijk werven van burgerpersoneel en het
laten herinstromen van voormalige militairen met inlichtingenervaring. Hierdoor kan de
ondervulling gedeeltelijk worden ondervangen. Tevens wordt bezien, conform de suggestie
uit het Jaarverslag van de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht van 2007, hoe personeel
met inlichtingenervaring meer herkenbaar kan zijn en hoe deze ervaring beter kan worden
benut.
Vraag 3.
Kan nader ingegaan worden op de manifestatie van extremisme en islamitisch
fundamentalisme op de Balkan? Om welke landen en organisaties gaat het?
Op de Balkan doet de MIVD onderzoek naar islamitisch fundamentalisme in Bosnië-
Herzegovina, Macedonië, Kosovo, Montenegro en Servië. Daarnaast heeft de MIVD
aandacht voor Albanees en Servisch extreem nationalisme in Servië, Kosovo en Macedonië.
De radicale islam op de Balkan kan worden gezien als een netwerk van regionaal opererende
organisaties. Deze organisaties streven naar strikte toepassing van de islamitische wet- en
regelgeving. Slechts een klein deel van de organisaties gebruikt daarbij geweld. De meeste
richten zich op een geleidelijke vergroting van hun invloed via prediking en onderwijs.
Vraag 4
Kan, na de beantwoording in april 2007 van schriftelijke Kamervragen over de radicale
islam in Bosnië, meer actuele informatie worden gegeven over dit onderwerp? Doet
Pagina 3/9
Ministerie van Defensie
deze problematiek zich vooral voor in Bosnië of is deze ook in sterke mate aanwezig in
Kosovo? Zo ja, op welke wijze en in welke mate? Kan meer worden vermeld over de
verwevenheid van Kosovaarse (politieke) leiders met dubieuze structuren, waaronder
(georganiseerde) criminaliteit en (religieus) extremisme?
Er zijn in Bosnië-Herzegovina enkele radicaalislamitische gemeenschappen waarvan de
afgelegen ligging de overheidscontrole bemoeilijkt. De islamitische gevestigde orde is over
het algemeen gematigd en lijkt in toenemende mate weerstand te bieden aan de
aanwezigheid van deze gemeenschappen. Prominente moslims uiten vaker openlijk kritiek op
de aanwezigheid en het gedrag van radicaalislamitische organisaties.
De radicale islam beperkt zich niet tot Bosnië-Herzegovina. Ook in Kosovo, Servië,
Macedonië en Montenegro zijn radicaalislamitische netwerken aanwezig. Net als in Bosnië-
Herzegovina houden deze netwerken zich voornamelijk bezig met de verspreiding van hun
ideologische denkbeelden. In het recente verleden zijn belangrijke onderdelen van de
Kosovaarse maatschappij betrokken geraakt bij georganiseerde criminaliteit. Deze
betrokkenheid is onder meer te verklaren door de aanwezige clanstructuren, activiteiten van
het voormalige Kosovaarse bevrijdingsleger UCK, falend staatsgezag en sociaal-
economische problemen. Op dit moment is de georganiseerde misdaad in Kosovo zeer wijd
verspreid. De EULEX-missie in Kosovo levert een bijdrage aan de opbouw van een goed
functionerende rechtsstaat.
Vraag 5
Wat was de opstelling van Nederland met betrekking tot de politieke confrontatie die
zich in 2007 voordeed tussen de internationale gemeenschap en Bosnische politici?
De Nederlandse regering heeft zich uitgesproken voor het onverkort vasthouden aan de
voorwaarden die gelden voor de preaccessie van Bosnië-Herzegovina, in het bijzonder de
ondertekening van het Stabilisatie- en Associatieakkoord (SAO). Het ging daarbij vooral om
de voltooiing van de politiehervormingen. Ook heeft de Nederlandse regering zich
uitgesproken tegen etnisch gemotiveerde uitspraken van politici die daarbij de samenhang
van Bosnië-Herzegovina impliciet of expliciet aan de orde stelden.
Pagina 4/9
Ministerie van Defensie
Vraag 6
Wat houdt de nieuwe zelfverzekerdheid van de dominante, mono-etnische politieke
partijen in Bosnië voor het streven de omvang van de EU-operatie 'Althea' te
verminderen?
De situatie in Bosnië is rustig. Het politieke hervormingsproces dat door het Office of the High
Representative en de Peace Implementation Council wordt nagestreefd, verloopt moeizaam.
De gebrekkige voortgang biedt voordelen aan de politieke partijen die sinds het einde van de
oorlog in 1995 aan de macht zijn. De status quo biedt hun de beste uitgangspositie om hun
invloed te consolideren. Hoewel de politieke situatie kwetsbaar is, voorziet de MIVD geen
hervatting van de vijandelijkheden. Een verkleining van de EU-operatie `Althea' is daarom
verantwoord.
Vraag 7
Kan een actuele appreciatie worden gegeven van de huidige (machts)positie van Al
Qaida in Irak en van de Sadr-militie in Irak?
De invloed van Al Qaida in Irak is sterk teruggedrongen door de oprichting van de
zogeheten `Awakening Councils'. Deze gewapende, lokale soennitische groeperingen, die
doorgaans volgens tribale structuren zijn georganiseerd, zijn de afgelopen maanden met
steun van de Verenigde Staten met succes de strijd aangegaan met Al Qaida. Veel strijders
van Al Qaida hebben de afgelopen maanden hun toevlucht gezocht in het Noorden van
Irak, vooral in de heterogeen samengestelde regio rondom Mosul. De Iraakse regering heeft
haar inspanningen om Al Qaida daar te bestrijden verhoogd. Het is nog te vroeg om vast te
stellen hoe de strijd tegen Al Qaida verder zal verlopen en of de huidige successen zullen
aanhouden. Al Qaida stuit ook op toenemend verzet vanuit de soennitische bevolking. De
Iraakse regering en de Verenigde Staten streven er overigens naar om een deel van de
`Awakening Councils' te integreren in het reguliere Iraakse leger en in de politie.
De centrale leiding van de beweging van Al-Sadr heeft redelijk controle over de lokale
afdelingen en over de lokaal opererende milities onder de vlag van het zogeheten `Mahdi-
leger'. Het merendeel voert de aanwijzingen en de bevelen van de centrale leiding uit. Dat
geldt onder meer voor het vorig jaar door Al-Sadr afgekondigde staakt-het-vuren, dat heeft
Pagina 5/9
Ministerie van Defensie
bijgedragen tot de daling van het geweld in Irak in het laatste half jaar. Op lokaal niveau zijn
er ook radicale en criminele groeperingen die de aanwijzingen van de centrale leiding vaak
niet opvolgen. Zij blijven aanslagen plegen tegen de Iraakse veiligheidsinstanties en het
Amerikaanse leger of voeren beschietingen uit op de internationale zone in Bagdad. Deze
dissidente groeperingen lijken overigens steeds minder in staat verzet te bieden tegen het
steeds beter optredende Iraakse leger.
In maart begon de Iraakse regering een offensief tegen de milities in Basra en Sadr-City in
Bagdad. Dit offensief leek vooral gericht tegen de Mahdi-militie van Al-Sadr. Op 10 mei is
de Iraakse regering wederom een staakt-het-vuren met de beweging van Al-Sadr
overeengekomen, waarmee de regering waarschijnlijk haar gezag heeft weten te vergroten.
De beweging van Al-Sadr heeft niet deelgenomen aan de provinciale verkiezingen in 2005
en hoopt bij de voor dit najaar aangekondigde verkiezingen vooral in de zuidelijke sjiitische
provincies haar machtsbasis te verbreden. Dit zou vooral ten koste gaan van de
rivaliserende ISCI, de grootste sjiitische partij in de Iraakse regering. Volgens sommige
waarnemers zou de beweging van Al-Sadr vooral op steun kunnen rekenen onder het
armere deel van de sjiitische bevolking. Daar staat volgens anderen tegenover dat door het
geweld van de Mahdi-militie in het verleden de populariteit van de Sadr-beweging is
verminderd.
Vraag 8
Kan nader ingegaan worden op de aanzienlijke investeringen van president Chavez in
de krijgsmacht van Venezuela? Is het waar dat er bijvoorbeeld voornemens zijn om
Russische onderzeeërs te verwerven?
Venezuela investeerde in 2007 verder in de krijgsmacht. Zo werden in 2007
gevechtsvliegtuigen, helikopters, geweren, luchtverdedigingssystemen en radars in gebruik
genomen. Naast omvangrijke investeringen in nieuw materieel werd ook geïnvesteerd in
militaire infrastructuur en de modernisering van bestaand materieel. Daarnaast werd de
Nationale Reserve van extra materieel voorzien. Venezuela heeft in 2007 herhaaldelijk
gemeld Russische onderzeeboten te willen aanschaffen. Tot op heden is niet bekend of
hiervoor contracten zijn gesloten.
Pagina 6/9
Ministerie van Defensie
Vraag 9
Kan een appreciatie worden gegeven van het groeiend militair potentieel van China?
Wat kan deze groei beduiden voor de internationale ambities van China? Is dat
potentieel vooral gericht op de directe omgeving (Taiwan enz.) of moeten daaruit
verdergaande aspiraties worden afgeleid?
China vormde in 2007 vanuit militair perspectief geen directe bedreiging voor Nederlandse
regionale belangen. Het groeiende militaire potentieel en de internationale ambities van
China rechtvaardigen wel een grotere aandacht van de MIVD. De regering zal de Kamer
hierover in 2009 nader informeren. Ik verwijs tevens naar de brief van de Minister van
Buitenlandse Zaken (kenmerk 31200 V, nr. 140) van 1 juli 2008.
Vraag 10
Om welke 'oppositionele groepen' in Irak en Afghanistan gaat het, waarmee Iran nauwe
banden onderhoudt? Betreft dit ook de Taliban? Om welke steun gaat het?
Naar wordt aangenomen streeft Iran ernaar banden te onderhouden met verschillende
partijen en groeperingen in Irak. In het verleden zou in sommige gevallen onder meer
financiële of logistieke ondersteuning zijn geleverd. Voor Iran zijn ook de banden met de
regerende ISCI-partij van belang. Deze partij is tijdens de oorlog tussen Irak en Iran in Iran
opgericht. Daarnaast zijn de banden met andere groeperingen, waaronder die van Al-Sadr,
voor Iran van belang.
Voor zover deze banden vreedzaam en constructief zijn, zijn ze te verwelkomen. De
Verenigde Staten hebben echter in het verleden geconstateerd dat Iran wapens levert en
trainingen verzorgt aan milities en groeperingen in Irak. Door de Iraanse regering wordt dit
ontkend. Onlangs spraken de Verenigde Staten over aanzienlijke wapensteun van Iran aan
`special groups' in Irak, waaronder waarschijnlijk radicale en afvallige elementen binnen de
Mahdi-militie van Al-Sadr.
De berichten over steun aan de Taliban vanuit bepaalde groeperingen in Iran zijn de regering
bekend. ISAF heeft in Afghanistan illegale materieelkonvooien onderschept die vermoedelijk
uit Iran afkomstig zijn. Hierbij zijn wapens en munitie aangetroffen die mogelijk bestemd
Pagina 7/9
Ministerie van Defensie
waren voor de Taliban. Directe betrokkenheid van de Iraanse autoriteiten bij deze leveranties
is niet aangetoond. De Nederlandse regering en haar bondgenoten in ISAF zijn bezorgd over
deze berichten. De regionale context is van groot belang voor de interne stabiliteit in
Afghanistan. Iran levert een bijdrage aan de stabiliteit van West-Afghanistan, onder meer
door middel van grote ontwikkelingsprojecten. De Nederlandse regering is van mening dat de
buurlanden van Afghanistan zich dienen te onthouden van steun aan de Taliban en zich
maximaal moeten inspannen om de instroom van wapens tegen te gaan.
Vraag 11
Is het waar dat het aantal proeflanceringen en het aantal ballistische raketten in bezit
van landen van zorg wereldwijd is toegenomen?
Zo ja, met hoeveel?
Ja. Om operationele redenen worden geen aantallen genoemd.
Vraag 12
In hoeverre is de hergroepering van, en de hernieuwde centraal aansturende rol van Al
Qaida in de tribale gebieden van Pakistan een bedreiging voor Nederland, alsmede
voor het welslagen voor de operatie in Afghanistan? Welke maatregelen bent u van
plan hiertegen in internationaal en bondgenootschappelijk verband te nemen?
De beoordeling van de dreiging van Al Qaida vanuit de tribale gebieden in Pakistan voor het
Nederlandse grondgebied is opgenomen in de samenvatting van het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland in de achtste Voortgangsrapportage Terrorismebestrijding van 9 juni
2008 (Kamerstuk 29754, nr. 131).
De MIVD heeft in de tribale gebieden van Pakistan geen aansturende rol van Al Qaida
vastgesteld in het gewapende verzet tegen de ISAF-missie in Afghanistan. Wel worden
aanslagen uitgevoerd op ISAF- en Afghaanse eenheden in Afghanistan en Pakistan. Al
Qaida is onderdeel van de algehele dreiging die uitgaat van de gewapende tegenstand in
Afghanistan en daarmee tevens van de grotere dreiging tegen het welslagen van de operatie
daar.
Pagina 8/9
Ministerie van Defensie
13. In hoeverre is er een verband tussen de groei van de radicalisering onder moslims
in Nederland en de rekrutering van jihad-strijders in Nederland?
Het verband tussen deze twee onderwerpen is onderwerp van onderzoek dat thans in
samenwerking met de AIVD wordt uitgevoerd.
14. Welke landen zijn sinds 1996 afgegleden naar het niveau van 'falende staat'? Kan
nader worden ingaan op het uitbuiten hiervan door terroristische organisaties? In
hoeverre groeit Al Qaida in Afrika?
Falende staten zijn landen waarin het centrale gezag ontbreekt of niet langer functioneert. De
volgende staten zijn op basis van deze criteria sinds 1996 toegevoegd aan de lijst met
falende staten: Burkina Faso, de Centraal Afrikaanse Republiek, Guinea, Irak, Ivoorkust,
Jemen, Libanon, Liberia, Myanmar, Nigeria, Noord-Korea, Oost-Timor, Pakistan, Sierra
Leone en Zimbabwe. Er zijn aanwijzingen dat terroristische organisaties, waaronder Al Qaida,
gebruik maken van de situatie in falende staten. De MIVD beschikt over informatie dat Al
Qaida de afgelopen jaren sterker is geworden in Afrika. Het netwerk is actief op verschillende
fronten in de Hoorn van Afrika en in Noord-Afrika en tracht actief nieuwe strijdtonelen te
creëren. Het netwerk zoekt daarbij aansluiting bij bestaande plaatselijke organisaties.
Pagina 9/9
---- --
Ministerie van Defensie