Buma/Stemra

Beschikking Europese Commissie over klacht RTL/Music Choice tegen CISAC: Besluit van de EU geen belemmering voor vestiging van monopolies op Europees niveau
16-7-2008
De Commissie moet nu volgende stap zetten en de concurrentievervalsende handelingen van de drie grootste muziekauteursrechtenorganisaties in Europa en de belangrijkste muziekuitgevers aanpakken.

Brussel, 16 juli 2008 - Buma/Stemra ondersteunt het besluit van de Europese Commissie dat is gericht op het wegnemen van de obstakels voor een pan-Europees licentiesysteem voor de exploitatie van muziekauteursrechten waarbij het inkomen van de muziekauteur en uitgever gewaarborgd blijft door het toepassen van de tarieven in het land van bestemming. Het besluit dat de Europese Commissie vandaag heeft genomen in de zaak die RTL/Music Choice heeft aangespannen tegen Cisac en 24 Europese muziekauteurs-rechtenorganisaties maakt een einde aan jarenlange onzekerheid. Echter, Buma/Stemra waarschuwt voor het gevaar van oneerlijke concurrentie, die door de uitspraak van de Europese Commissie niet wordt voorkomen.
De verklaring van de Nederlandse muziekauteursrechtenorganisatie is een reactie op de uitspraak van de Europese Commissie van vandaag om de EU mededingingsregels toe te passen op de wederkerigheids contracten die zijn overeengekomen tussen alle Europese muziekauteursrechtenorganisaties. Buma/Stemra gelooft dat aanpassingen in de bestaande wederkerigheids contracten onvermijdelijk zijn vanwege de ontwikkeling van nieuwe technologie en distributiemethoden.

"Buma/Stemra ondersteunt het besluit om obstakels die de concurrentie tussen incasso-organisaties belemmeren, uit de weg te ruimen - dat wordt ook opgelegd door de EU-wetgeving. De beschikking naar aanleiding van de klacht in de zaak RTL/Music Choice/CISAC is een logische en voorspelbare aanpassing in de huidige spelregels die gelden voor grensoverschrijdende licensering van muziekwerken", aldus Cees van Rij, directeur Juridische Zaken en New Business Development bij Buma/Stemra. "De Commissie heeft de onderlinge afspraken verboden die muziekgebruikers zoals internationale omroeporganisaties, mobiele-telefoonondernemingen en aanbieders van online muziek ertoe verplichtten bij elke nationale muziekauteursrechtenorganisatie een licentie aan te vragen voor elk land waar zij repertoire willen exploiteren. Het besluit impliceert echter niet dat muziekauteursrechtenorganisaties alle onderlinge samenwerkingsverbanden moeten opzeggen. Bestaande regelingen tussen afzonderlijke muziekauteursrechten-organisaties kunnen en zullen naar alle waarschijnlijkheid worden voortbestaan. De beschikking in de CISAC-zaak zal niet automatisch felle concurrentie tot gevolg hebben ten koste van de inkomsten van rechthebbenden zoals sommige commentatoren voorspellen."

CISAC beschikking biedt geen oplossing voor ontwikkeling nieuwe markt De beschikking maakt een einde aan jaren onzekerheid, maar geeft geen duidelijkheid omtrent een veel grotere dreiging voor een open en vrije markt: de voornaamste muziekuitgevers ontrekken hun commercieel meest succesvolle (in de praktijk het Anglo-Amerikaanse) repertoire aan het netwerk van kleine en middelgrote muziekauteursrechtenorganisaties in Europa voor online en mobiele exploitaties. In plaats daarvan beleggen ze de exploitatie van deze `commercieel interessante' rechten exclusief bij de grootste muziekauteursrechtenorganisaties in Europa, in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Hierdoor kunnen de kleinere muziekauteursrechtenorganisaties niet mee concurreren bij het licenseren van pan-Europese muziekgebruikers. Deze concentratie van de markt is niet het onderwerp van de beschikking van vandaag maar is een direct effect van de Aanbeveling betreffende het collectieve grensoverschrijdende beheer van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van rechtmatige onlinemuziekdiensten van oktober 2005 die sterk is bekritiseerd door diverse Europese lidstaten, het Europese Parlement, kleine en middelgrote muziekauteursrechten- organisaties en omroep, internet -en telecombedrijven.

Gerealiseerd moet worden dat dit model waarbij grote muziekuitgevers exclusief mandaten uitgeven voor de online en mobiele markt, zal fungeren als een blauwdruk voor de uitbreiding naar radio en tv. Online muziekgebruik vormt weliswaar nog steeds een relatief klein percentage van de omzet, maar dit aandeel groeit snel. Wanneer men de omzet uit radio en tv, waar met name gebruik gemaakt wordt van commercieel (anglo-amerikaans) repertoire, daarbij optelt, zullen deze aandelen digtaal en RTV muziekgebruik bij de meeste muziekauteursrechten-organisaties stijgen naar 60 tot 70% van de totale omzet. Het wegvallen van deze inkomsten bij de kleinere muziekauteursrechtenorganisaties legt ze in feite volledig lam. De kosten voor incasso van het lokale en het meer gespecialiseerde repertoire worden onbetaalbaar en de bijdragen aan promotie van het locale muziekrepertoire zal worden uitgehold, met als grote verliezer de diversiteit van onze Europese muziekcultuur.

De oplossing
Op de middellange termijn is Buma/Stemra ervan overtuigd dat de Europese instellingen de uitgangspunten op dit terrein dienen op te pakken met een verstrekkende formele richtlijn met de volledige uitgangspunten (zoals voorgesteld door het Europese Parlement in de Lévai resolutie van maart 2007 met betrekking tot de aanbeveling van oktober 2005):


* Behoud van het systeem van wederkerigheidsovereenkomsten tussen nationale organisaties

* Beschikbaarstelling van het wereldrepertoire aan alle muziekauteursrechtenorganisaties

* Preventie van exclusiviteitsovereenkomsten tussen de voornaamste muziekuitgevers en een paar (grote)
muziekauteursrechtenorganisaties

* Introductie van concurrentie tussen
muziekauteursrechtenorganisaties op basis van kwaliteit en efficiëntie van de diensten, dus niet op het vlak van de inkomsten van de muziekauteurs

* De inning van royalties op basis van de vergoeding die geldt voor het land waar het auteursrecht wordt geëxploiteerd (ook wel bekend als het "bestemmingslandprincipe) om neerwaartse druk op de inkomsten van auteurs te voorkomen

* Eén loket voor muziekgebruikers die een licentie voor het wereldrepertoire willen afsluiten voor muziekgebruik in meerdere territoria in Europa

Deze exclusiviteitsmandaten hebben geleid tot de oprichting op Europees niveau van drie of vier concurrentievervalsende muziekkolossen ten behoeve van de entertainmentdriehoek Los Angeles-New York-London. De aanbeveling uit 2005 en de effecten daarvan zijn zwaar bekritiseerd door 21 kleine en middelgrote incasso-organisaties en het Europese Parlement omdat deze concurrentievervalsend werkt en een rampzalige uitwerking heeft op de culturele verscheidenheid in Europa. De antitrustbeschikking van vandaag richt zich niet op deze verontrustende ontwikkeling, in feite worden de inspanningen van de Commissie de concurrentie te bevorderen al bij voorbaat ondergraven door de aanbeveling van 2005.

Buma/Stemra heeft een klacht ingediend bij de antitrustinstanties van de Commissie ten aanzien van de concurrentievervalsende acties van CELAS, een samenwerkingsverband opgericht door de muziekauteursrechtenorganisaties in Duitsland en Groot-Brittannië voor de exclusieve vertegenwoordiging van het internationale repertoire van EMI Music Publishing bij online en mobiele exploitatie. Nu de beschikking aangaande CISAC is vrijgegeven, kan de Commissie hopelijk de klacht in behandeling nemen.