Nederland beter voorbereid op crises
Nederland is nu beter voorbereid op toekomstige crises dan vier jaar geleden. Dit blijkt uit de eindrapportage van het beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007 die minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Doel van het beleidsplan was om Nederland beter voor te bereiden op toekomstige crises door de effectiviteit van crisisbeheersing te versterken. De ruim tachtig actiepunten uit het beleidsplan zijn voor het grootste deel gerealiseerd. Toch zijn we er nog niet: minister Ter Horst wil de rampenbestrijding en crisisbeheersing eind 2009 qua kwaliteitsniveau op een 7+ brengen. Hiervoor moet wat er tot nu toe is ingezet verder worden versterkt, uitgevoerd en uitgebreid.
We hebben de afgelopen jaren nauwelijks te maken gehad met grootschalige maatschappij ontwrichtende incidenten. Toch blijven een permanent inzicht in (nieuwe) dreigingen en risico's die nationaal én internationaal op ons afkomen en een goede voorbereiding daarop belangrijk.
Uit de rapportage blijkt dat veruit de meeste maatregelen uit het beleidsplan zijn gerealiseerd, de overige zijn in gang gezet of worden uitgevoerd. Op àlle niveaus - lokaal, regionaal en nationaal - is er nuu een betere voorbereiding op crises. Om verschillende redenen zijn de maatregelen een verbetering ten opzichte van de periode daarvoor. Ten eerste wordt niet meer alleen gekeken naar 'klassieke' rampen, maar ook naar 'moderne' crises zoals ICT-verstoringen en pandemiën. De Task Force Management Overstromingen (TMO) geeft de voorbereiding op mogelijke grootschalige overstromingen en evacuaties een belangrijke impuls. De civiel-militaire samenwerking is geïntensiveerd en Defensie is nu een structurele partner bij het waarborgen van de nationale veiligheid. Door het instellen van het Nationaal Adviescentrum Vitale Infrastructuur (NAVI) worden de vitale sectoren (energie, telecom, drinkwater, transport etc.) nu beter ondersteund. Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) zorgt voor een effectieve coördinatie van de inzet van hulpdiensten en de krijgsmacht. Verder zijn er nu vele instrumenten voor risico- en crisiscommunicatie die breed verspreid en gebruikt worden. Ten slotte is de samenwerking tussen de ministeries en het Nationaal Crisiscentrum ( NCC ) als centrale knooppunt nu intensiever.
Er is dus veel bereikt, maar volgens de rapportage zijn we er nog niet. Het beleidsplan richtte zich vooral op de voorbereiding en de gevolgbestrijding. De laatste jaren is er - ook internationaal - steeds meer aandacht voor het voorkómen van ontwrichting van de maatschappij door crises. Nederland sluit hierbij aan met de strategie Nationale Veiligheid. Voor de komende periode komt het er op aan om wat er tot nu toe is ingezet verder te versterken, te implementeren en verder uit te bouwen. Belangrijkste speerpunten hierbij zijn:
* Het versterken van de landelijke regie en aansturing bij nationale crises;
* Het op orde hebben van de crisisorganisaties (zowel van de veiligheidsregio's als het Rijk);
* Het verder vergroten van het lerend vermogen van bestuurders en professionals bij daadwerkelijke crises en tijdens oefeningen;
* Het maken van heldere afspraken over wie bij crises waarvoor verantwoordelijk is en het versterken van zelfredzaamheid en burgerparticipatie;
* Het uitrollen van een landelijk systeem voor uniforme informatievoorziening en -uitwissseling (netcentric).
Noot voor redacties (