Ruimere mogelijkheden voor herziening in strafzaken
Persbericht | 15-07-2008
Het wordt mogelijk om afgesloten strafzaken sneller te herzien. Ook is
in meer gevallen nader feitelijk onderzoek mogelijk. Daarbij kan
inbreng van deskundigen beter worden benut en de motivering van het
herzieningsverzoek worden versterkt. Dat maakt een revisieraad in de
herzieningsprocedure overbodig. Verder kan een verdachte die eerder is
vrijgesproken, voor hetzelfde misdrijf alsnog worden veroordeeld. Een
en ander blijkt uit een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van
Justitie dat vandaag voor advies naar verschillende instanties is
gestuurd.
Herziening ten voordele van de veroordeelde
De voorstellen van de bewindsman vergroten de ruimte om fouten te
herstellen en rekening te houden met nieuwe wetenschappelijke
ontwikkelingen. Ze verbeteren de rechtsbescherming van personen die
ten onrechte zijn veroordeeld. De maatregelen komen tegemoet aan de
kritiek dat de huidige eisen voor een herzieningsverzoek te hoog zijn.
De herzieningsprocedure `nieuwe stijl' behoudt het karakter van een
buitengewoon rechtsmiddel. Het wetsvoorstel volgt op verschillende
verbeterprogramma's van het openbaar ministerie en de rechterlijke
macht om onjuiste veroordelingen zo veel mogelijk te voorkomen, zoals
het programma `versterking van opsporing en vervolging' naar
aanleiding van de Schiedammer Parkmoord en het project ter verbetering
van de motivering van (straf)vonnissen.
De huidige herzieningsregeling is verouderd en wordt door de
rechtspraktijk als te beperkt ervaren, vooral door de definitie van
het begrip novum als grond voor herziening van een strafzaak. In de
rechtspraak wordt op dit moment alleen een novum aanwezig geacht als
sprake is van een nieuwe feitelijke omstandigheid waarvan de rechter
niet op de hoogte was bij de behandeling van de strafzaak. Daardoor
leiden gewijzigde inzichten van deskundigen zelden tot herziening. Dit
is lastig omdat rechters, mede door de ontwikkeling van nieuwe
technieken, afhankelijker zijn geworden van de expertise van
deskundigen. De laatste jaren zijn opvattingen van deskundigen
onhoudbaar gebleken nadat een strafzaak onherroepelijk was geworden.
Toelating - onder omstandigheden - van nieuw deskundigenbewijs zal in
de toekomst eerder leiden tot toewijzen van een herzieningsaanvraag.
Maar een veranderd oordeel van een deskundige is geen novum an sich.
Het moet gaan om een nieuw feit of bewijsmiddel. Bovendien moet het zó
sterk zijn dat het `ernstige vermoeden' ontstaat dat de rechter tot
een ander oordeel zou zijn gekomen als hij daarvan op de zitting had
geweten. Deze voorwaarden voorkomen dat een zaak speelbal wordt van
twijfelende of twistende deskundigen. Zolang er geen nieuwe gegevens
zijn, ligt heropening niet voor de hand.
Uitbreiding mogelijkheden voor onderzoek
Verder komen er meer mogelijkheden voor nader feitelijk onderzoek. Een
veroordeelde kan daar groot belang bij hebben. Een ten onrechte
veroordeelde beschikt niet altijd over de middelen om zijn onschuld
aan te tonen. Straks krijgen veroordeelden de kans aanvullend
onderzoek aan te vragen bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad ter
voorbereiding van een herzieningsaanvraag. Veelal gaat het om zaken
met ernstige twijfel over de juistheid van de veroordeling, en waar
nog onvoldoende materiaal beschikbaar is om te kunnen beoordelen of de
herzieningsaanvraag gegrond is.
De procureur-generaal is - onder bepaalde voorwaarden - verplicht zo'n
verzoek toe te wijzen. Zo moet de onderzoeksaanvraag noodzakelijk zijn
en voldoende gemotiveerd, maar er moet ook sprake zijn van een
gevangenisstraf van twaalf jaar of meer. Deze begrensde
onderzoeksplicht voorkomt overbelasting van het strafrechtelijke
apparaat. Het is beter nader onderzoek zoveel mogelijk te reserveren
voor ernstige gevallen dan veel verzoeken toe te wijzen en deze door
tijdgebrek oppervlakkig af te wikkelen.
Bovendien zijn ernstige strafzaken, vanwege hun emotionele lading en
psychologische druk, gevoelig voor fenomenen als tunnelvisie en de
wens een zaak snel op te lossen. Daarom is juist bij deze zaken
diepgaander onderzoek wenselijk. Bij minder ernstige zaken kan de
veroordeelde rechtstreeks een herzieningsverzoek indienen en daarbij
vragen om nader onderzoek. Weliswaar is de procureur-generaal in die
gevallen niet verplicht tot onderzoek, maar hij kan daartoe wel
besluiten.
Bij toewijzing van een verzoek kan de procureur-generaal ambtshalve of
op verzoek van de raadsman van de verdachte een adviescommissie en een
onderzoeksteam inschakelen. De adviescommissie, waarin zowel juristen
als (forensische) deskundigen zitten, gaat na of aanvullend onderzoek
noodzakelijk is en brengt advies uit over de vraagstelling van het
onderzoek. Ze is vergelijkbaar met de toetsingscommissie van de
huidige CEAS (Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken). Besluit de
procureur-generaal (zelfstandig of na uitkomst van de adviescommissie)
tot nader onderzoek, dan kan hij een onderzoeksteam samenstellen van
politiemensen, eventueel aangevuld met externe deskundigen of leden
van het openbaar ministerie. Een verzoek tot herziening moet wel
binnen een redelijke termijn worden gedaan omdat de samenleving als
geheel belang heeft bij afronding van een zaak. Voor een
herzieningsprocedure is bijstand van een raadsman verplicht.
De voorgestelde regeling maakt de huidige CEAS overbodig. Hetzelfde
geldt voor de instelling van een revisieraad. Ook voorkomt de regeling
dat verschillende instanties in één zaak uiteenlopende uitspraken doen
over een herzieningsgrond. De Hoge Raad blijft dus herzieningsrechter.
Dit hoogste rechtscollege is bij uitstek de instantie met de
juridische expertise om een herzieningsverzoek goed te beoordelen.
Daarbij gaat het niet alleen om de waardering van technisch bewijs of
van getuigenverklaringen, maar ook om - soms ingewikkelde - juridische
vragen.
Herziening ten nadele van de (vrijgesproken) veroordeelde
Naast de bestaande herziening ten voordele komt er in het Nederlandse
rechtsstelsel ook een herziening ten nadele. Vrijgesproken verdachten
kunnen voor hetzelfde misdrijf alsnog worden veroordeeld. Door
DNA-onderzoek kan bijvoorbeeld in een zogenoemde `cold case' een
eerder gegeven vrijspraak omstreden raken. Voor slachtoffers en
nabestaanden is het moeilijk te aanvaarden als er in zo'n geval geen
straf zou volgen, terwijl zeer belastend bewijsmateriaal is opgedoken.
Internationale verdragen staan herziening ten nadele toe, maar zo'n
regeling kent wel bezwaren. Zo mag het geen herkansing zijn voor het
openbaar ministerie bij zaken die het minder goed en zorgvuldig heeft
voorbereid. Ook kunnen verwachtingen worden gewekt die achteraf niet
waargemaakt worden omdat de kans op veroordeling niet groot genoeg is.
Bovendien moet aan een strafproces eens een einde komen. Toch weegt
bij ernstige misdrijven het belang van de samenleving zwaarder, aldus
de minister. Een herziening ten nadele wordt daarom in twee gevallen
mogelijk. Er is sprake geweest van een ernstige procedurele
onregelmatigheid waardoor de vrijspraak op losse schroeven komt te
staan (de rechter is bijvoorbeeld misleid door een getuige die meineed
heeft gepleegd). Of er is sprake van zeer sterk nieuw bewijs tegen de
gewezen verdachte dat tijdens de berechting de rechter niet bekend
was, en tot een veroordeling zou hebben geleid (novum).
Vanwege de bezwaren is gekozen voor een beperkte regeling. Herziening
ten nadele kan - op grond van een novum - alleen bij zeer zware
misdrijven waarop levenslange gevangenisstraf staat. Bij procedurele
onregelmatigheden is in ruimere mate een herziening ten nadele
mogelijk. Verjaarde delicten komen niet in aanmerking. De nieuwe
maatregel voorkomt dat gewezen verdachten na een onherroepelijke
vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging keer op keer worden
blootgesteld aan zogeheten `fishing expeditions'. Daarom is
voorafgaande toestemming nodig van het College van
procureurs-generaal, en zal de rechter-commissaris een machtiging voor
nader onderzoek moeten geven. Als de herzieningsaanvraag gegrond is,
volgt een geheel nieuw proces in twee feitelijke instanties.
Meer informatie
* Wet hervorming herzieningsregeling: wetsvoorstel14-07-2008 |
pdf-document, 56 KB
Zie het origineel
* Wet hervorming herzieningsregeling: Memorie van
Toelichting14-07-2008 | pdf-document, 0.34 MB
* Factsheet Nieuwe Herzieningsregeling14-07-2008 | pdf-document, 34
KB