Verdachte van moord c.q. doodslag op Tamara Wolvers vrijgesproken
Den Haag, 15 juli 2008 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag de
verdachte van de moord c.q. doodslag in juli 2006 in Alphen aan den
Rijn op Tamara Wolvers vrijgesproken.
Er zijn volgens de rechtbank geen bewijsmiddelen die de verdachte als
dader aanwijzen. Er is dan ook onvoldoende wettig en overtuigend
bewijs aanwezig dat hij het telastegelegde feit heeft begaan.
Er zijn geen sporen aanwezig waarvan is komen vast te staan dat
verdachte ze ter gelegenheid van het delict heeft veroorzaakt. De
conclusies van geraadpleegde DNA-deskundigen van het NFI (Nederlands
Forensisch Instituut), het FLDO (Forensisch Laboratorium voor DNA
Onderzoek) in Leiden en de FSS (Forensic Science Service) in
Groot-Brittannië gaan niet verder dan dat verdachte niet kan worden
uitgesloten als donor van biologische sporen. Dergelijk bewijs kan
hooguit als steunbewijs dienen. Ander bewijs is evenwel niet aanwezig.
Het uitgangspunt van het politieonderzoek is geweest dat de dader een
bekende van het slachtoffer moet zijn geweest. Niet kan echter worden
uitgesloten dat een onbekende de dader is. Het feit dat alle bekenden
van het slachtoffer met uitzondering van verdachte zijn uitgesloten
draagt dan ook niet bij aan het bewijs.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de verklaringen van verdachte
over zijn alibi niet als kennelijk leugenachtig kunnen worden
beschouwd, terwijl de vraag of hij over zogenaamde daderkennis
beschikte niet zonder meer bevestigend kan worden beantwoord.
Dit alles leidt de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende
wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het feit heeft gepleegd.
LJ Nummer
BD7186
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 15 juli 2008
Rechtbank 's-Gravenhage