Reactie op motie Leijten/Bouwmeester spreiding alcoholpoli's 27 565 nr 69
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/ADT 2861461
14 juli 2008
Tijdens het VAO Alcohol van 19 juni jl. is een motie ingediend door de
leden Leijten en Bouwmeester over een plan voor brede spreiding van
alcoholpoli's (27 565, nr 69).
U heeft mij verzocht aan te geven op welke wijze ik uitvoering ga
geven aan deze aangenomen motie.
Tijdens het AO Alcohol van 22 mei heb ik al aangegeven dat mijn doel
is te komen tot een landelijk dekkend netwerk van nazorg aan jongeren
die met alcoholproblemen in het ziekenhuis terecht zijn gekomen. Dat
is ook het doel van de motie. Wel lijkt er enige onduidelijkheid te
zijn over tijdpad en fasering. Dat licht ik hieronder toe.
In het Reinier de Graaf Gasthuis is praktijkervaring opgedaan met het
opzetten van de nazorg. Deze opzet lijkt vooralsnog veelbelovend, maar
is nog niet op papier gezet, getoetst of aan de relevante
beroepsgroepen voorgelegd. Het gaat met name om het inschakelen van de
medische psycholoog in het ziekenhuis zelf, het betrekken van de
ouders, het informeren van de huisarts en eventueel het inschakelen
van de verslavingszorg wanneer blijkt dat er diepere problemen zijn
met alcoholmisbruik. Het doel van deze nazorg is terugvalpreventie en
zo nodig behandeling van alcoholafhankelijkheid.
De praktijkervaring van het Reinier de Graaf Gasthuis moet dus nog
worden uitgeschreven in de vorm van een conceptprotocol dat ook
werkbaar is voor andere ziekenhuizen en voor beroepsgroepen als
kinderartsen en Eerste Hulp artsen.
Het Partnership Vroegsignalering Alcohol werkt hiertoe samen met het
Reinier de Graaf. In dit Partnership is al veel gedaan aan het
verbeteren van de samenwerking tussen huisartsen en de
verslavingszorg. Voor de periode 2008-2010 had ik het Partnership al
opnieuw subsidie gegeven, om ook de samenwerking tussen de
verslavingszorg en de algemene ziekenhuizen te versterken en om
protocollen te ontwikkelen voor jongeren met alcoholproblemen. Het
opzetten van een systeem voor nazorg aan jongeren met
alcoholvergiftiging past hier goed in. Doordat het Reinier de Graaf
Gasthuis nu samenwerkt met het Partnership worden de mogelijkheden
voor overdracht aan het veld, het draagvlak en de onafhankelijke
toetsing veel groter.
De vier pilotziekenhuizen (waarvan het Delftse ziekenhuis er één is)
zullen worden geselecteerd op onder andere regionale spreiding en het
relatief veel voorkomen van alcoholvergiftiging onder jongeren in die
regio. Daarna gaat voor de duur van één tot anderhalf jaar in de vier
ziekenhuizen de eigenlijke pilot van start, waarbij het
conceptprotocol wordt uitgevoerd en onderzocht op toepasbaarheid. Naar
verwachting zullen in die periode in de vier ziekenhuizen ongeveer 200
jongeren behandeld worden en nazorg krijgen. Dit aantal is nodig om de
werkwijze daadwerkelijk te kunnen toetsen op effectiviteit. Kabinet en
Kamer staan immers beide voor een evidence bases benadering van
behandelingen in de gezondheidszorg.
De ervaringen uit de pilot zullen het uitgangspunt zijn voor een
definitief protocol dat aan de betreffende beroepsgroepen voor akkoord
wordt voorgelegd. Daarna zal deze nazorg een gewoon onderdeel worden
van de zorg (tenzij -tegen de verwachting in- de werkwijze niet
effectief mocht blijken).
Jongeren met acute alcoholproblemen kunnen tot die tijd natuurlijk wél
overal behandeld worden: ieder ziekenhuis heeft een afdeling
spoedeisende eerstehulp waar jongeren met
alcoholvergiftigingsverschijnselen terecht kunnen. Over de nazorg
kunnen samenwerkings- en verwijsafspraken worden gemaakt.
Ziekenhuizen die, voor het aflopen van de pilot, toch al zelf de
nazorg willen organiseren, worden daarbij geholpen doordat het
conceptprotocol zo spoedig ter beschikking wordt gesteld, onder andere
via de website van het Partnership Vroegsignalering Alcohol.
Ook zal er een informatiebijeenkomst worden georganiseerd voor
geïnteresseerde ziekenhuizen, waarbij de voorlopige uitkomsten zullen
worden gepresenteerd.
Een landelijk dekkend netwerk voor nazorg aan jongeren met
alcoholvergiftigings-verschijnselen zal er dus zo spoedig mogelijk
komen, maar wel nadat de opzet voor deze nazorg op een verantwoorde
wijze is getoetst èn overgedragen aan het veld. Ziekenhuizen die toch
al eerder willen beginnen, krijgen daartoe alle beschikbare -
voorlopige- kennis en informatie.
Overigens zal het Partnership Vroegsignalering Alcohol ook een
protocol ontwikkelen voor vroegsignalering en kortdurende interventies
voor jongeren. Dit betreft een veel grotere groep jongeren dan de
groep waar deze motie zich op richt. Mijn doel is om een goede
zorgketen te ontwikkelen, die begint bij preventie en vroegsignalering
en waar nodig zo snel mogelijk ingrijpen. Alleen in extreme gevallen
komen jongeren met alcoholproblemen in het ziekenhuis terecht. Dan zal
goede nazorg geboden moeten worden. De inspanningen van de eerste en
de tweedelijnszorg zijn nodig om dit systeem van zorg sluitend te
maken.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink