Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070822740

Vragen van de leden Jasper van Dijk en De Rooij (beiden SP) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, over een landelijke keten van privé basisscholen. (Ingezonden 12 juni 2008)


1
Wat is uw oordeel over het bericht "Landelijke keten privébasisscholen" over de oprichting van een reeks privéscholen met lesgeld van 12.500 euro per jaar? 1)

Ik heb met interesse kennisgenomen van dit artikel. Ik wil vooropstellen dat het mijn overtuiging is dat het kabinet ernaar moet streven om kwalitatief zo hoogwaardig mogelijk publiek bekostigd onderwijs aan te bieden. Onderwijs waarbinnen alle kinderen in Nederland, met inbegrip van kinderen die speciale zorg nodig hebben, hun talenten optimaal kunnen ontplooien. Ik wijs hierbij ondermeer op de kwaliteitsagenda's PO en VO en het traject Passend Onderwijs

Het stichten van particuliere scholen is een (grondwettelijk) recht: het geven van onderwijs is volgens artikel 23, het tweede lid van de Grondwet vrij. Als het daarbij gaat om kinderen in de leerplichtige leeftijd is het wel de taak van de overheid om de kwaliteit te waarborgen. Vorig jaar augustus is het Wetsvoorstel particulier onderwijs in werking getreden. Hiermee zijn duidelijke kwaliteitscriteria van toepassing voor deze groep scholen en is er sprake van een heldere taakverdeling tussen de inspectie en de leerplichtambtenaar in het proces van toezicht en handhaving.

Na genoemde wetswijziging is voor nieuwe particuliere scholen een kennisgevingplicht van toepassing. Dit houdt in dat particuliere scholen verplicht zijn om binnen 4 weken nadat zij van start zijn gegaan de Minister van Onderwijs hiervan in kennis te stellen. Omdat de school van de initiatiefnemer nog niet van start is gegaan, heeft nog geen kennisgeving plaatsgevonden. Wel is er contact geweest tussen het departement en de initiatiefnemer over de te volgen procedure. Hierbij is gebleken dat het in eerste instantie gaat om één school met vooralsnog een zeer beperkt aantal aanmeldingen.

Dit specifieke initiatief is om voor mij geen reden tot zorg in het licht van de toegankelijkheid en gelijke kansen. In het bekostigde onderwijs worden vergelijkbare faciliteiten geboden voor leerlingen met speciale behoeften. Ik heb daarnaast geen indicatie dat de kwaliteit van het particulier onderwijs beter is dan die van het bekostigde onderwijs. Hierbij vind ik het ook van belang te vermelden dat de omvang van het particulier onderwijs zeer gering is. In totaal volgt 0.04 % van de leerlingen onderwijs aan een particuliere school. Dit aantal is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Ik denk overigens dat de vraag naar dit particulier onderwijs op zich een gegeven is en dat deze nooit geheel zal verdwijnen; dit ongeacht de situatie in het publiek bekostigd onderwijs.

Ondanks het voorafgaande is alertheid echter geboden. Zoals eerder opgemerkt, vind ik dat het publiek bekostigd onderwijs van een dusdanige kwaliteit en aantrekkelijkheid moet zijn dat het aantal particuliere scholen beperkt blijft. Zoals ik ook in mijn brief over het particulier onderwijs heb aangegeven (Kamerstuk 30 652, nr. 16, vergaderjaar 2007-2008) acht ik het van belang om de ontwikkelingen in het particulier onderwijs te volgen ondermeer omdat het een indicatie kan vormen voor de mate waarin het bekostigde onderwijs voldoet aan de verwachtingen van ouder en leerlingen. Tegen deze achtergrond heb ik aangekondigd dat in 2010 weer een onderzoek zal plaatsvinden naar o.a. keuzemotieven van ouders.


2
Wat is uw reactie op de initiatiefnemer die "forse kritiek" heeft op het huidige onderwijssysteem, omdat "alleen een gemiddeld kind kan meekomen, maar als je afwijkt als kind heb je een probleem"?

Ook voor kinderen die speciale zorg nodig hebben is er de ruimte zich te ontplooien binnen het bekostigde onderwijs. Ik wijs hierbij op het traject Passend Onderwijs en de faciliteiten zoals de Leerlinggebonden Financiering.


3.
Deelt u de mening dat dit initiatief tot zorgen moet leiden, omdat privéscholen met kleine klassen, intensieve begeleiding en schoolkosten tussen de 3.000 en 18.000 euro per jaar, altijd minder toegankelijk zullen zijn voor ouders met een laag inkomen?

Zie mijn antwoord op vraag 1.


4
Hoeveel privéscholen moeten er komen voordat u de tweedeling tussen publiek en particulier onderwijs niet meer accepteert?

Zie mijn antwoord op vraag 1.


5
Hoe voorkomt u dat leraren op reguliere scholen wegtrekken naar privéscholen?

Zoals aangegeven is de omvang van het particulier onderwijs stabiel. Tegen deze achtergrond heb ik niet de indruk dat er sprake van is dat leraren wegtrekken naar particuliere scholen.


6
Bent u bereid om de groei van de particuliere huiswerkbegeleiding te betrekken bij uw onderzoek naar particuliere scholen? 2)

Ja, ik vind dit een goede suggestie. Ik zal in het onderzoek naar particuliere scholen zoals dat in 2010 zal plaatsvinden ook particuliere huiswerkbegeleiding meenemen. Dit zal wat mij betreft in ieder geval betrekking moeten hebben op de omvang van het fenomeen, de keuzemotieven van ouders, en de kosten die aan particuliere huiswerkbegeleiding verbonden zijn.


7
Deelt u de mening dat de regering ernaar moet streven dat particuliere scholen overbodig worden, omdat u als eerste verantwoordelijk bent voor het onderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?

Zie mijn antwoord op vraag 1.


1) De Telegraaf, 5 juni 2008

2) Kamerstuk 30 652, nr. 16, vergaderjaar 2007-2008