abcdefgh
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum Bijlage(n)
14 juli 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/6436 -
Onderwerp
Aanbieding eindrapportage Innovatieprogramma Geluid
Geachte Voorzitter,
Hierbij bieden wij u een rapportage aan over de resultaten van het
Innovatieprogramma Geluid (IPG). Het IPG is door de Ministeries van VenW en
VROM in nauwe samenwerking met ProRail en Rijkswaterstaat in 2002 gestart. Eind
2007 is het programma afgesloten. Het doel is bereikt. Nieuwe maatregelen voor
reductie van het geluid van verkeer op rijkswegen en spoorwegen zijn daadwerkelijk
ingevoerd. Dit zijn maatregelen aan de bron die efficiënter zijn dan de traditionele
geluidschermen. Wij kunnen zo vanuit onze budgetten voor geluidmaatregelen meer
mensen een betere leefomgeving bieden. Bovendien zien we dat deze maatregelen
leiden tot meer draagvlak bij de burger omdat de visuele hinder van geluidschermen
verminderd wordt. Daarnaast hebben de bestaande organisaties, waaronder onze
ministeries, ProRail, marktpartijen en kennisinstituten hun innovatievermogen versterkt
en zetten zij veelbelovende innovatietrajecten om het verkeer stiller te maken door. In
deze brief schetsen wij voor u een samenvatting. In de bijlage vindt u de rapportage.
Het probleem
Volgens ramingen van het RIVM ervaren veel Nederlanders overlast door het geluid
van verkeer. Bij een deel daarvan is er als gevolg van deze overlast slaapverstoring en
een verhoogde bloeddruk. Naast hinder leidt de geluidoverlast dus ook tot aantasting
van de gezondheid.
Dit kabinet en vorige kabinetten hebben doelstellingen geformuleerd voor het
verbeteren van de leefomgeving. Onder andere met wetgeving probeert het rijk de
burger te beschermen tegen geluidoverlast. Zo is er al sinds begin jaren tachtig de Wet
geluidhinder. Voor rijkswegen en hoofdspoorwegen is het rijk nauw betrokken bij het
beheer van de infrastructuur en dus de uitvoering van deze wet. Langs deze
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Telefoon 070 - 351 6171
Postbus 20901 2500 EX Den Haag Fax 070 - 351 7895
Bezoekadres : Plesmanweg 1-6, Den Haag Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 of bus 22 vanaf station CS of met tramlijn 9 vanaf station HS
VENW/DGP-2008/6436
rijksinfrastructuur zijn inmiddels veel hoge geluidschermen en wallen gebouwd.
Daarnaast zijn vele woningen geïsoleerd. Die schermen en wallen zijn erg kostbaar en
meestal geen verfraaiing van de omgeving. Soms vormen ze letterlijk barrières die
steden en dorpen in tweeën delen. Tegelijkertijd blijft het verkeer groeien en zijn
nieuwe woningen nodig.
In het licht van al deze ontwikkelingen is duidelijk dat afscherming niet langer
voldoende is. Het plaatsen van nóg meer en nóg hogere schermen is op veel plekken
niet mogelijk. Overal tunnels bouwen is onbetaalbaar. De geluidproductie wordt zo
een factor die de capaciteit van wegen en spoorwegen en de mogelijkheden van
woningbouw beperkt. En zo hebben we te maken met drie maatschappelijke
problemen: aantasting van de leefomgeving, belemmering van de mobiliteit en
vermindering van mogelijkheden voor woningbouw.
Andere aanpak nodig
Er is dus een andere aanpak van de geluidhinder nodig. En wel: invoering van nieuwe
maatregelen voor geluidreductie, die vooral direct bij de bron het lawaai aanpakken.
In technisch opzicht zijn veel van deze maatregelen al bekend. Ze blijken bovendien
dikwijls veel goedkoper dan schermen. Maar helaas blijven die slimme oplossingen
`hangen' in de wereld van `research & development'. Het daadwerkelijk invoeren van
de maatregelen gaat dus niet vanzelf. Het vraagt, naast de beschikbaarheid van de
techniek, ook om een andere werkwijze en houding bij organisaties zoals
Rijkswaterstaat en ProRail, maar ook bij marktpartijen zoals vervoerders,
onderzoeksinstellingen, aannemers en de autobranche.
De andere aanpak is gevonden in het Innovatieprogramma Geluid als duidelijke
`paraplu' waaronder alle betrokken partijen gezamenlijk op zoek zijn gegaan naar
oplossingen, deze verder ontwikkelden, testten en waar mogelijk invoerden. Dit alles
zonder de vrijblijvendheid van voorgaande onderzoeksprogramma's en met een
duidelijke deadline: eind 2007 moesten concrete geluidreducties en besparingen
aantoonbaar zijn.
De resultaten van het IPG
Innovaties als tweelaags ZOAB, modulaire schermen, raildempers en akoestisch slijpen
bereikten dankzij het IPG hun doorbraak en zijn nu daadwerkelijk inzetbaar. Ze
worden inmiddels toegepast op veel locaties waar geluidmaatregelen nodig zijn en
blijken daar passende alternatieven voor meer en hogere schermen. We zien dat dit
leidt tot kostenbesparingen en een betere acceptatie door de omgeving. Daarnaast is
mede door het IPG de techniek beschikbaar om treinen stiller te maken en heeft
ProRail besloten tot invoering van een "prestatieregeling toename stille kilometers".
Vervoerders die hun treinen daadwerkelijk stiller maken kunnen tijdelijk een bedrag
per gereden kilometer krijgen als beloning. Na een aantal jaren volgt een malus, ofwel
een verhoging van de kosten per gereden kilometer, voor vervoerders die blijven
rijden met lawaaiig materieel. Het voornemen van invoering van een dergelijke
financiële stimulans was al opgenomen in de Nota Mobiliteit. NS heeft kenbaar
gemaakt 300 treinstellen stiller te gaan maken, en ook de goederenvervoerders komen
---
VENW/DGP-2008/6436
in beweging. Verder hebben VenW, VROM en een groot ingenieursbureau door het
IPG besloten het eigen wagenpark uit te rusten met stille banden. Daarnaast heeft de
Europese Commissie, mede door het werk van het IPG, een voorstel gedaan om de
geluideisen aan autobanden aan te scherpen. En tenslotte zijn dunne
geluidreducerende deklagen nu toepasbaar op rijkswegen met een maximumsnelheid
van ten hoogste 80 kilometer per uur en is besluitvorming in voorbereiding over de
toepassing bij hogere snelheden.
Er zijn grote stappen gezet maar voor sommige maatregelen zijn we er nog niet. Zo is
door het IPG de grootschalige invoering van stille autobanden en superstille
(rubberen) wegdekken wel een stuk dichterbij gebracht, maar nog niet volledig
gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de aanpak van lawaaiige treinen. Daar ligt voor de
betrokken organisaties dus nog een innovatie-opgave in de komende jaren. Het IPG
voorziet hierin door een actieve nazorg zoals een zorgvuldige afbouw en overdracht
aan de bestaande organisaties.
Uit onderzoek blijkt, dat het IPG in de toekomst zal leiden tot een meer efficiënte inzet
van de beschikbare gelden voor geluidmaatregelen. Zonder het IPG zouden voor het
realiseren van de geluiddoelstellingen van het rijk honderden miljoen euro's extra
nodig zijn geweest. Nu kan naar verwachting worden volstaan met de reeds
gereserveerde middelen. De mogelijke maatschappelijke baten van het IPG lopen op
tot circa 700 miljoen. Het IPG had, inclusief de nazorg, een omvang van 90 miljoen.
Het IPG is dus een zeer rendabel project gebleken.
Terugkijkend kunnen we ook constateren dat de aanpak van het IPG een zeer
geslaagde nieuwe manier van werken is: een vruchtbare samenwerking binnen de
overheid en met vele organisaties in het bedrijfsleven en de wetenschap. En dat ook
met een internationale dimensie. Het stiller maken van voertuigen is namelijk geen
puur Nederlandse aangelegenheid. Europese regels bepalen wat wel en wat niet mag.
Een nieuwe toekomst
In de Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyses voor Wegen en Spoor zien we een
tendens van groeiende mobiliteit. Tegelijk werken wij aan de voorbereiding van een
modernisering van de Wet geluidhinder. Daarbij willen wij de omgeving een betere
bescherming bieden bij groei van verkeer en de aanpak van situaties met te hoge
geluidbelastingen verbeteren. De maatregelen uit het IPG gaan naar onze verwachting
goede oplossingen bieden in dit spanningsveld van de groei van verkeer en het
voorkomen en verminderen van geluidhinder. Een belangrijke rol zullen daarbij de
actieplannen omgevingslawaai voor rijkswegen en drukbereden hoofdspoorwegen
spelen. Deze plannen moeten wij als gevolg van Europese regelgeving elke vijf jaar
vaststellen. In maart zijn de eerste ontwerp-actieplannen omgevingslawaai
gepubliceerd. Toepassing van maatregelen uit het IPG op een aantal hoogbelaste
locaties is onderdeel van deze plannen.
Als slot verwijzen wij naar het beleidsprogramma van dit kabinet. Een van de
kernpunten in dit beleidsprogramma is de inzet van innovatie bij het oplossen van
---
VENW/DGP-2008/6436
maatschappelijke problemen. Het IPG heeft laten zien hoe dat in de praktijk kan
uitpakken. Met maatregelen die voor verbetering zorgen in situaties waar
verkeersgeluid de kwaliteit van de leefomgeving verstoort. Met maatregelen die de
capaciteit van wegen en spoortrajecten vergroot, zonder dat dit automatisch leidt tot
meer geluid. En met maatregelen die woningbouw op meer plaatsen mogelijk maakt.
Kortom: de duurzame leefomgeving, pijler in het beleidsprogramma, komt een stap
dichterbij.
Hoogachtend,
de Minister van Verkeer en Waterstaat de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer
Camiel Eurlings dr. Jaqueline Cramer
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat