ONTWERP WERKPROGRAMMA
DEGAS 2008
ONTWERP WERKPROGRAMMA
DEGAS 2008
Ontwerp werkprogramma DEGAS 2008
Inleiding
Bij besluit van 11 januari 2008 is, op basis van de Kaderwet Adviescolleges, met
terugwerkende kracht per 1 november 2007 het Adviescollege
Burgerluchtvaartveiligheid (Dutch Expert Group Aviation Safety DEGAS)
ingesteld. Dit adviescollege heeft de volgende taken:
a. Het adviseren over de veiligheid van de burgerluchtvaart in Nederland;
b. Het jaarlijks opstellen van een publicatie over de voornaamste internationale
ontwikkelingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid;
c. Het adviseren van de minister over de implicaties die de in onderdeel b
genoemde ontwikkelingen hebben voor de veiligheid van de Nederlandse
burgerluchtvaart;
d. Het eenmaal per vier jaar uitvoeren van een veiligheidsonderzoek van de
Nederlandse burgerluchtvaart en hierover te rapporteren aan Onze Minister
van Verkeer en Waterstaat;
e. Het initiëren en faciliteren van kennisuitwisseling over luchtvaartveiligheid.
Werkprogramma en verslaglegging
Ingevolge artikel 26 van de Kaderwet Adviescolleges is DEGAS gehouden om
jaarlijks voor 1 september een ontwerp werkprogramma te zenden aan de
Minister van Verkeer en Waterstaat. Het ontwerp werkprogramma treft u hierbij
aan. Gelet op het moment van instellen van DEGAS, met terugwerkende kracht
per 1 november 2007, was toezending van een ontwerp werkprogramma voor 1
september 2007 niet mogelijk.
In voorliggend werkprogramma is om diezelfde reden geen rekening gehouden
met het opstellen van een jaarverslag 2007, conform artikel 28 van de Kaderwet.
2
Adviezen
In 2008 zal DEGAS advies uitbrengen over de volgende onderwerpen:
1) Evaluatie Meldingsplicht Luchtvaart
In het debat met de Eerste Kamer over de wijziging van de Wet
Luchtvaart ter implementatie van richtlijn 2003/42/EG over het
melden van voorvallen in de burgerluchtvaart van 17 oktober
2006, heeft minister Peijs toegezegd het Nederlandse
meldingssysteem voor voorvallen te evalueren.
Toezegging: "Door Onze Minister is de toezegging die aan de
Tweede Kamer reeds was gedaan nogmaals herhaald (twee maal
per jaar rapporteren over hoe het systeem werkt)1 en daarnaast is
toegezegd om met een commissie/werkgroep met een
onafhankelijk voorzitter het gehele meldingensysteem te
evalueren, te starten over anderhalf jaar en af te ronden na twee
jaar (november 2008). Deze evaluatie moet niet alleen kijken naar
het meldingensysteem, maar ook naar het optreden van de partijen
daaromheen (Politie en Openbaar Ministerie) en de werking van
de Aanwijzing in relatie tot art. 5.3 Wet Luchtvaart".
De evaluatie betreft:
· De wet van 2 november 2006 tot wijziging van de
Wet Luchtvaart ter implementatie van Richtlijn
2003/42/EG inzake de melding van voorvallen in de
burgerluchtvaart;
· Besluit van 24 november 2006, houdende regels met
betrekking tot het melden van voorvallen in de
burgerluchtvaart (Besluit melding voorvallen in de
burgerluchtvaart);
· De Regeling melding voorvallen in de burgerluchtvaart; en
· De Aanwijzing opsporing en vervolging bij melding van
voorvallen in de burgerluchtvaart, tevens in relatie tot
artikel 5.3 van de Wet Luchtvaart.
1 Zie handelingen TK 22-11-05 pagina 24-1605, rechter kolom halverwege: "in het eerste jaar twee keer"
"en dan moeten we bekijken of het eindig is, want we willen niet overal permanente evaluatiesystemen voor
maken".
---
DEGAS verwacht hiervoor geen extra ondersteuning nodig te hebben en
streeft ernaar het advies na de zomer aan de Minister te kunnen
aanbieden.
2) Causale modellering
Het project causale modellering nadert haar voltooiing. De
doelstelling van het project causale modellering is om het model, in
het kader van veiligheidsmanagement, te gebruiken om:
a) de huidige risico's in het luchtvaartproces te identificeren en te
kwantificeren; en
b) om van veranderingen in het luchtvaartproces de toekomstige
risico's te kunnen bepalen, zowel in kwantitatieve als in
kwalitatieve zin.
Het oplevermoment van het moment is het derde kwartaal van 2008.
DEGAS zal op verzoek van de Minister een advies over de causale
modellering uitbrengen. In dit verzoek zal de Minister zijn adviesaanvraag
nader preciseren.
Naar verwachting zal DEGAS in het najaar haar advies aan de
Minister aanbieden. DEGAS verwacht hiervoor geen nadere
ondersteuning nodig te hebben.
3) Onbenoemd
DEGAS heeft de mogelijkheid in 2008, naast de eerder genoemde
twee adviezen, nog advies uitbrengen over een derde onderwerp.
Zodra het onderwerp voor dit derde advies bekend is, zal hiervan
melding worden gedaan aan de Minister.
4
Internationale ontwikkelingen
DEGAS zal in de tweede helft van het jaar een publicatie opstellen over
de voornaamste internationale ontwikkelingen ten aanzien van
luchtvaartveiligheid. In deze publicatie zal de Minister van Verkeer en
Waterstaat worden geadviseerd over de implicaties van deze
ontwikkelingen voor de veiligheid van de Nederlandse burgerluchtvaart.
DEGAS verwacht hiervoor geen nadere ondersteuning nodig te hebben.
Kennisuitwisseling over luchtvaartveiligheid
Het initiëren en faciliteren van kennisuitwisseling over
luchtvaartveiligheid zal geschieden in de vorm van een sectorbrede
bijeenkomst georganiseerd door haar secretariaat. Op de agenda zullen
staan de onderwerpen van de gegeven adviezen, de geïdentificeerde
internationale ontwikkelingen en de implicaties daarvan voor de
veiligheid van de Nederlandse burgerluchtvaart.
DEGAS verwacht hiervoor geen nadere ondersteuning nodig te hebben.
Deze activiteit berust in belangrijke mate bij het secretariaat van DEGAS.
5
Financiële consequenties 2008
De financiële consequenties voor 2008 zijn als volgt:
Maandelijkse vergoeding vaste DEGAS leden (op jaarbasis):
75.000, -
Vaste kosten Secretariaat (op jaarbasis): 164.400 , -
Werkbudget DEGAS (op jaarbasis): 99.000, -
Het werkbudget omvat de variabele kosten van de vaste DEGAS-leden,
de inzet van de op ad hoc-basis aan de commissie toegevoegde
deskundigen en de organisatiekosten rondom de verschillende
adviestrajecten. Omdat deze thans nog niet volledig te overzien zijn kan
aan het eind van het jaar sprake zijn van een onder- of overuitputting.
Eventueel dreigende afwijkingen van het werkbudget zullen door het
secretariaat tijdig gemeld worden aan de voorzitter en aan het Ministerie.
6
Appendix A
Reglement van orde
Adviescollege Burgerluchtvaartveiligheid DEGAS
Dutch Expert Group Aviation Safety
Artikel 1. Plaatsvervangend voorzitter
1.1. Het adviescollege wijst uit haar midden een
plaatsvervangend voorzitter aan.
1.2. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter maken
onderlinge afspraken over hun taakverdeling en
vervanging.
Artikel 2. Werkprogramma
Elk jaar stelt het adviescollege een werkprogramma op voor het komende
jaar, en dient dit programma voor 1 september in bij de Minister V&W.
Indien de start van het adviescollege na 1 september valt wordt zo
spoedig mogelijk is een werkprogramma opgesteld voor het komende
jaar, aangevuld met de maanden in het lopende jaar.
Artikel 3. Onderzoeksopdrachten
3.1. Het adviescollege kan besluiten een onderzoek te laten
uitvoeren door een andere organisatie ter ondersteuning
van het werk van het college.
3.2. Op deze opdrachten zijn de algemene
uitbestedingsvoorwaarden van de overheid van toepassing
(STANOFI).
3.3. Onderzoeksopdrachten die voorzien zijn voor het komende
jaar maken onderdeel uit van het werkprogramma.
3.4. De kosten van de voorziene onderzoeksopdrachten maken
onderdeel uit van het werkbudget zoals aangegeven in
artikel 7.
3.5. Onderzoeksopdrachten die niet voorzien zijn worden
gemeld aan de Minister V&W.
Artikel 4. Uitnodigen van deskundigen
Het adviescollege kan besluiten om gebruik te maken van de kennis en
meningen van inhoudelijk deskundigen. Hiertoe is een schil van
deskundigen beschikbaar. Uit deze schil van deskundigen kan een
subgroep worden samengesteld die wordt voorgezeten door een van de
leden van de commissie.
7
Artikel 5. Besluitvorming
5.1. De besluitvorming in het college vindt plaats op basis van
overeenstemming.
5.2. In het nodig is over wordt een besluit bij meerderheid van
stemmen opgemaakt.
5.3. Indien de stemmen staken beslist de stem van de
voorzitter.
Artikel 6. Publicatie en openbaarmaking
6.1. Adviezen van het college worden openbaar gemaakt
binnen 2 weken na toezending van het advies aan de
Minister. Deze termijn kan verlengd worden tot maximaal
1 maand op verzoek van de Minister.
6.2. Tot het moment van openbaarmaking van het advies treden
de leden van het adviescollege niet naar buiten met het
advies.
6.3. De leden van het adviescollege brengen alleen informatie
over het werk van het adviescollege naar buiten nadat
hierover binnen het college een besluit is genomen.
6.4. Voor zover gebruik is gemaakt van (bedrijfs-)gevoelige
informatie wordt deze informatie alleen openbaar gemaakt
na toestemming van het betrokken bedrijf of organisatie.
8
Artikel 7. Werkbudget
7.1. Het adviescollege maakt jaarlijks een raming van het
benodigde budget voor de komende 2 jaren.
7.2. De ramingen van het werkbudget worden elk voor 1
september ingediend bij de Minister V&W.
Artikel 8. Evaluatieverslag
Aan het einde van haar tijdelijke instellingstermijn brengt het
adviescollege een evaluatieverslag uit over haar functieneren. In het geval
het adviescollege daarna wordt voortgezet, zal een dergelijk
evaluatierapport elke 4 jaar worden opgesteld.
Artikel 9. Algemeen
Over zaken waarin niet zijn voorzien is in dit reglement van orde, en niet
zijn vastgelegd in de Kaderwet Adviescollege, wordt door het
adviescollege beslist. In situaties waarin op zeer korte termijn besloten
moet worden nemen de voorzitter in samenspraak met de
plaatsvervangend voorzitter een besluit. Dit besluit zal worden besproken
in de eerstvolgende vergadering.
Artikel 10. Wijzigingen in het reglement van orde
Het college kan wijzigingen aanbrengen in dit reglement op basis van
overeenstemming binnen het college. Voor wijziging van de artikelen
2, 3, 7 en 8 is de toestemming van de Minister V&W noodzakelijk.
9
10
Ministerie van Verkeer en Waterstaat