PH.Nieuwsbrief 310.10

Wekelijkse nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health van het Julius Centrum, Utrecht


GEZONDHEIDSCENTRA GAAN INDICEREN VOOR AWBZ


Op grotere gezondheidscentra komt enkele keren per week een indicatiesteller van het Centrum indicatiestelling Zorg (CIZ) te werken. Een pilot leert dat de papierwinkel voor de huisartsen en andere professionals in het centrum aanzienlijk vermindert, minder vervolgcontacten nodig zijn en het indicatiebesluit sneller tot stand komt. Woorden van deze strekking schreef Staatssecretaris Bussemaker op maandag 7 juli in een openbare brief aan de voorzitter van de Tweede kamer (brief DLZ/ZI-U-28589270. Enkele voornemens om de indicatiestelling simpeler en slimmer te maken zijn in telegramstijl 1. het versnelt afhandelen van indicatie-adviezen die door zorgaanbieders zijn voorbereid. Zij kunnen dan trusted partner van het CIZ worden en alvast beginnen met het inzetten van zorg. 2. het mogelijk maken dat wijkverpleegkundigen en praktijkverpleegkundigen eenvoudige indicatie-adviezen afgeven op de wijze zoals onder punt 1 genoemd 3. het verlengen van de geldigheidsduur van indicatiebesluit zodat minder herindicaties nodig zijn 4. het invoeren van één landelijk telefoonnummer voor alle CIZ filialen. Ondergetekende heeft geadviseerd bij de evaluatie van de pilots bij de gezondheidscentra. Ik raad de PH.Nieuwsbrieflezers werkzaam in de Awbz sector aan de genoemde brief van Bussemaker goed te lezen en die op te zoeken op de website van VWS te weten www.minvws.nl De website www.ciz.nl bespreekt de brief en de gehouden pilots.


VELE AANMELDINGEN VOOR SPOEDZORG CONGRES OP 19 SEPTEMBER


Van de week had het Julius Centrum reeds tachtig aanmeldingen voor het achtste nationale congres over Recente Ontwikkelingen in de spoedzorg, dat op vrijdag 19 september plaatsvindt op de Universiteit Utrecht. Als dat zo doorgaat, zijn er op 19 september meer dan tweehonderd deelnemers te verwachten: uit elke ambulancedienst, huisartsenpost, Spoedeisende Hulpafdeling, Crisisdienst GGZ en thuiszorgorganisatie gemiddeld één vertegenwoordiger. Op elf workshops (die tweemaal draaien) komen aan de orde 1. patiëntenervaringen op huisartsenposten 2. het Nederlands Triage Systeem 3. de spoedzorgmeetweken 2008 4. de functie van Physician's Assistants op de SEH 5. de spoedzorgpaden van het OLVG te Amsterdam 6. Het niet-haalbare telefoonnummer 113 voor alle spoedzorg, maar wat dan wel? 7.de geïntegreerde spoedposten tot nu toe 8. de spoedkliniek met zestig bedden te Heerlen 9. de valpolikliniek als verlengstuk van SEH's 10. de vrije artsenkeuze en beroepsgeheim bij spoedzorg 11. de resultaten van het afgeronde ZonMw programma over Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen. Daarnaast houden plenaire sprekers algemene voordrachten over spoedzorg in Nederland en Engeland. Het bekende nationale spoeddebat rondt het congres af. Hoor je nog niet tot die tachtig aanmelders? Wil je ook komen? Surf naar www.integratedcare.nl klik door op nascholingsagenda en meld je aan. Ook jouw inbreng op 19 september is van belang.


NIEUWE SPOEDZORGVRAGENLIJST TOEGELICHT OP 18 SEPTEMBER


De Emergency Department Questionnair (EDQ) is een gevalideerde vragenlijst die steekproeven van Engelse en Canadese patiënten invullen over hun ervaringen op de Spoedeisende Hulpafdelingen van ziekenhuizen. De SEH's van alle Engelse ziekenhuizen en van alle ziekenhuizen uit twee Canadese provincies hanteren jaarlijks deze lijst. De maker van de lijst is een Londense wetenschapper met de naam Ian Seccombe. Hij opent het congres over Recente Ontwikkelingen in de spoedzorg, dat op vrijdag 19 september plaatsvindt op de Universiteit Utrecht. Hij geeft dan een overzicht van de resultaten van de Engelse en Canadese studies. Op donderdag 18 september, 1000 -1230 uur in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, Domplein 18 te Utrecht, houdt hij een workshop over de totstandkoming en validering van de EDQ, die het format heeft van een CQ Index.

Julius onderzoeker dr. Leontien Sturms vertelt dan over de eerste ervaringen met de Nederlandse versie van de EDQ die zij thans uitprobeert op een huisartsenpost en een SEH. Werk jij met vragenlijsten over patiëntervaringen in jouw SEH, Ambulancedienst of HAP? Wil jij komen op deze gratis workshop om te bespreken hoe ervaringen van spoedpatiënten het beste te meten zijn? Meld je dan aan bij workshop organisator Margriet Hageman via g.m.c.hageman@umcutrecht.nl Wil je de lezing aanhoren van Ian Seccombe op vrijdag 19 september? Surf dan naar www.integratedcare.nl, klik door op nascholingsagenda en meld je aan.


PERIODIEK GEZONDHEIDS ONDERZOEK OP 3 OKTOBER TER DISCUSSIE


Juliusonderzoeker dr. Henk van Stel evalueert periodiek preventief onderzoek (PGO) 1. onder zelfstandig wonende 55- 75 jarigen 2. op hart- en vaatziekten, depressie en valrisico 3. door de GGD'en Zeeland en Eemland 4. met een aanbod van vervolginterventies indien een opgespoord risico te hoog is. Kort gezegd: Dit PGO levert vele niet eerder ontdekte gezondheidsstoornissen op. Maar de gescreende personen blijken na een jaar hun leefstijl niet te hebben aangepast. Tijdens het congres Recente ontwikkelingen in de bekostiging van ketenzorg hield ondergetekende een workshop over deze PGO's. Toen bleek dat velen met PGO's bezig zijn of erover denken. De vier hierboven genoemde dimensies bleken te verschillen. Soms noemt men het consultatiebureau voor ouderen. De leeftijdsgrenzen zijn soms ruimer en soms smaller dan van 55 -75 jaar. Ook de domeinen zijn soms ruimer dan bovenstaande: regelmatig vindt ook screening plaats op zorgbehoefte, incontinentie, functioneren van zintuigen en longen. Het vervolgaanbod wisselt ook van samenstelling evenals de aanbieder van het PGO (GGD, Thuiszorgorganisatie, commerciële aanbieder). De congresworkshop op 4 juli was zo boeiend dat de deelnemers besloten opnieuw bijeen te komen, en wel op vrijdag 3 oktober 2008, 9.30 -10.30 uur op het UMC Utrecht. We gaan elkaar dan vergelijken op de hierboven genoemde vier dimensies. Wil je deelnemen aan de gratis workshop op 3 oktober? Stuur dan een mail naar mijn secretaresse Annet Esser op A.F.Esser@umcutrecht.nl Wil je de Power Point Presentatie over PGO inzien van ondergetekende op het 4 julicongres? Surf naar www.integratedcare.nl klik door op Pilot Presentaties Ketenzorg en zoek mijn middagpresentatie op.


KLEINE ZIEKENHUIZEN ZIJN GROOTS


In Nederland is een ziekenhuis met 250 bedden klein. Toch zijn ze ook groots. Zij hebben namelijk enkele voordelen boven top- en academische ziekenhuizen. 1. de overleglijnen tussen verschillende specialisten zijn kort 2. voor patiënten heeft zo'n ziekenhuis een menselijke, overzichtelijke maat 3. ze staan meestal in een kleine provinciestad waar makkelijker verpleegkundig en verzorgend personeel te werven is 4. ze zijn makkelijk bereikbaar voor perifeer wonende Nederlanders 5. ze zijn innovatiever in de ketenzorg voor chronische zieken. Om drie redenen hebben kleinere ziekenhuizen in Nederland en nevenvestigingen van grote ziekenhuizen een geringere kans om te overleven: 1. Buiten kantooruren en in vakantieperioden zijn weinig specialisten beschikbaar om diensten te draaien 2. Het is duur voor een klein ziekenhuis om geschikte software te ontwikkelen voor de digitale opslag van medische informatie inclusief röntgenfoto's 3. Het is moeilijk voldoende specialisten aan te trekken omdat de medisch technische faciliteiten minder zijn dan in een top- of een academisch ziekenhuis. 4. Hun brandweerfunctie beschikbaar zijn buiten kantooruren zonder dat er hulp wordt geboden) wordt niet apart bekostigd. Is het mogelijk kleine ziekenhuizen in Nederland te behouden? Deze vraag stond maandagmiddag 6 juli centraal in een overleg tussen Julius Centrum medewerkers, enkele directeuren van kleine ziekenhuizen en externe relaties. Een voorlopig antwoord op de vraag is het volgende. Ten eerste moet het mogelijk zijn kleine ziekenhuizen in Nederland te behouden, aangezien elders in Europa en in Noord Amerika kleine ziekenhuizen floreren. Wel hebben zij dan een beperkt takenpakket. Ten tweede bestaan er dan zorgafspraken per specialisme tussen grote en kleine ziekenhuizen over bijvoorbeeld het gezamenlijk draaien van diensten, over spoedzorg en over het onderling verwijzen en terugverwijzen van complexe patiënten. Ten derde ontwikkelen kleine en grotere ziekenhuizen elders gezamenlijk software. Dat is goedkoper en uitwisseling van gegevens is technisch eenvoudig.


EEN NEDERLANDSE HMO KOMT ER VOORLOPIG NIET


In de British Medical Journal van twee weken geleden staat een editorial waarin de beroemde Londense hoogleraar Rudolf Klein pleit voor de invoering van HMO's in Engeland ofwel van zorgketens met een aanbod van preventieve, eerstelijns- en tweedelijnsinterventies en een centrale financiering van deze drie. Rudolf Klein houdt zijn pleidooi in navolging van een andere autoriteit, de Birminghamse hoogleraar Chris Ham. Beide pleiten voor HMO's om een competitie tot stand te brengen tussen zorgketens. Die moet dan in de plaats komen van competitie tussen ziekenhuizen die losse DBC's aanbieden. Op 3 juli organiseerde het Julius Centrum een workshop over de vraag, of in Nederland een HMO haalbaar is. Twintig deelnemers telde de workshop, waaronder vertegenwoordigers van Kaiser Permanente, de Dutise zorgverzekeraar AOK en van Stakes, het Finse Instituut voor Zorginnovatie. Hoewel de twintig workshopdeelnemers aanhangers waren van de HMO gedachte om door integratie te komen tot verbetering van kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening, achtten zij een HMO in Nederland voorlopig niet haalbaar. Wetten, belangen en culturen zijn te ongunstig voor de ontwikkeling van een HMO. Rudolf Klein zegt dat ook in Engeland de HMO's niet haalbaar zijn, ook al leiden deze tot aanzienlijke kostenreductie en kwaliteitsverhoging. Hij verwacht grote weerstand omdat de NHS sterk buurt- en wijkgericht is. Als buurtbewoners kunnen kiezen tussen verschillende HMO's, doorbreekt dat de wijkgerichtheid van de Engelse eerstelijnszorg. In september gaan de genoemde Chris Ham en ondergetekende naar Denver (Colorado) met een groep van 45 Nederlandse en Engelse collega's. Hier gaan we brainstormen over de vraag of er een bekostiging mogelijk is van geïntegreerde zorg waarbij patiënten kiezen uit concurrerende zorgketens en niet uit losse zorginterventies.


DOORBRAAKPROJECTEN HEBBEN SLECHTS BEPERKTE RESULTATEN


De evidentie dat doorbraakprojecten bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van zorg is positief, maar de bijdrage is beperkt. Niet zeker welke effecten zullen optreden. Tot deze conclusie komt CBO onderzoeker Loes Schouten in een artikel in de British Medical Journal (BMJ). Als co-auteurs treden op Marlies Hulscher, Jannes van Everdingen, Robbert Huijsman en Richard Grol. Schouten onderzocht twaalf artikelen over negen studies, waarvan twee met een Randomized Control Trial opzet. De negen studies toonden beperkte resultaten aan: zeven studies toonden een effect aan op geselecteerde uitkomstmaten en twee niet. Wil meer weten over dit artikel? De bibliografische gegevens zijn: Schouten LMT, Evidence for the impact of quality improvement collaboratives: systematic review, BMJ, 24 June 2008


ARTSEN WILLEN EXPERIMENTEREN EN ECONOMEN NIET


In de medische wetenschap staat het wetenschappelijke experiment centraal. Bij voorkeur wordt dan geëvalueerd door middel van een Randomized Clinical Trial. In de economische wetenschap staat de observationele studie centraal. Econometristen bepalen daarbij op basis van bijvoorbeeld tijdreeksanalyses welke effecten een economische interventie heeft gehad. De experimentele economie is in de afgelopen decennia nauwelijks van de grond gekomen, zo betoogden de hoogleraren economie John Groenewegen te Delft en Ed Vosseman te Nijmegen afgelopen woensdag 9 juli tijdens een diner. Dat vond plaats om te vieren dat de gezamenlijke promovendus, Claudia Brandenburg, binnenkort promoveert op transactiekosten van marktwerking en planning in de gezondheidszorg (zie ook de PH.Nieuwsbrief van de vorige week op www.integratedcare.nl/nieuwsbrieven) Op 4 juli heeft ondergetekende op een congres over ketenzorg gepleit voor meer economische experimenten, bijvoorbeeld met een nominale premie-verlaging voor chronische zieken die educatieprogramma's volgen en trouw zijn aan hun therapie. Vosseman en Groenewegen trachten al vele jaren om de experimentele economie in Nederland van de grond te krijgen. Juist op het terrein van de patiëntenzorg met zijn stevige, experimentele medische traditie zou die van de grond moeten kunnen komen. Mijn lezing van 4 juli over financiële experimenten in de ketenzorg tref je aan op www.integratedcare.nl doorklikken op pilot presentaties ketenzorg.


MICROCHIP INDUSTRIE IS GOED VOORBEELD VOOR GEZONDHEIDSINDUSTRIE


De microchip industrie lijkt op de gezondheidsindustrie, die geneesmiddelen, nieuwe medische ingrepen, medische software programma's en medische hulpmiddelen produceert. Beide worden bevolkt door professionals die toegewijd en hoogopgeleid zijn. Beide zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis en willen die wetenschap implementeren voor dagelijks gebruik. Maar de microchip industrie verspreidt haar innovaties sneller over de wereld dan de gezondheidsindustrie. Dat komt ten eerste omdat in de microchip industrie de eindgebruiker eerder meedenkt. Ten tweede is de gezondheidszorg te gefragmenteerd: meestal zijn voor het toepassen van innovaties een nieuw beroep, een andere organisatiestructuur of een herverdeling van taken nodig. Ten derde ontbreekt de cultuur in de gezondheidsindustrie om onderzoek bijtijds te stoppen dat onvoldoende effect heeft voor doelmatigheid en kwaliteit van zorg. Tot deze conclusies komt Andrew Grove, voormalig bestuursvoorzitter van Intel, de grootste chips fabrikant ter wereld. Hij trekt zijn vergelijking in de Journal of the American Medical Association (JAMA) van 27 juli 2005. Deze week attendeerde een buitenlandse collega mij op dit artikel.


VOLGENDE PH.NIEUWSBRIEF VERSCHIJNT OP 24 AUGUSTUS


Graag wens ik alle lezers een goede vakantieperiode toe. De eerstvolgende nieuwsbrief verschijnt op 24 augustus. In de tussentijd gaan we over naar een nieuw verzendingssysteem en wordt het adressenbestand opgeschoond. Is je mailadres veranderd? Wil je de nieuwsbrief niet meer ontvangen? Stuur een mail naar PH.Nieuwsbrief@planet.nl


VERANTWOORDING Hierbij ontving je de wekelijkse Nieuwsbrief van de Disciplinegroep Public Health. Wil je meer weten over een bericht? Neem dan contact op. Wil je delen van de nieuwsbrief verspreiden onder collega's, doe dat. Je collega's kunnen zich ook aanmelden voor rechtstreekse toezending. Je meldt je aan en af door een mail te sturen naar PH.Nieuwsbrief@planet.nl Bij afmelding of wijziging graag vermelden welke versie (bv 293.1, 293.2, etc) je ontving.

De nieuwsbrief is gericht aan een aantal relaties van de Disciplinegroep: collega's binnen en buiten het Julius Centrum, pao- en keuzeblok studenten, gastdocenten, stage-verleners aan co assistenten Sociale Geneeskunde, onderzoeksrelaties, subsidiënten en overigen die geïnteresseerd zijn in Utrechts Volksgezondheids onderwijs en in onderzoek naar zorginnovaties, ketenzorg en transmurale zorg. De Nieuwsbrief verschijnt wekelijks op zondag of maandag. Eerdere edities tref je aan vanaf nr 65 op de internetsite www.integratedcare.nl

Heb je belangstelling voor nieuws over ketenzorg en zorginnovaties in het buitenland? Surf dan naar de website van het international Network of integrated Care: www.intergratedcarenetwork.org Wil je wetenschappelijke artikelen lezen over deze onderwerpen? Lees dan het peer reviewed internettijdschrift International Journal of Integrated Care op www.ijic.org Dit is een gratis tijdschrift, dat online publiceert en is opgenomen in Pubmed. Ook submissions van concept artikelen zijn welkom.
Opsteller van deze nieuwsbrief is:

Guus Schrijvers
Hoogleraar Public health in het bijzonder Structuur en functioneren van de
Gezondheidszorg
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen
en Eerstelijnsgeneeskunde
Universitair Medisch Centrum Utrecht
email: a.j.p.schrijvers@umcutrecht.nl
tel: 088 755 9356