NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1
Radio / TV-interview | 11-07-2008
Minister-president Balkenende na afloop van de wekelijkse ministerraad
over de zaak Spijkers en het verdrag van Lissabon
KOCKELMAN:
Hoe vaak hebt u met Pieter van Vollenhoven gesproken over de zaak
Spijkers?
BALKENENDE:
Dat is niet iets om in het openbaar te bespreken.
KOCKELMAN:
Maar het is nu in de openbaarheid gekomen dat die gesprekken zouden
hebben plaatsgevonden, omdat u het niet zou zien zitten dat hij als de
vertrouwenspersoon van Fred Spijkers, de klokkenluider in die kwestie
die al heel lang loopt bij Defensie, op te treden.
BALKENENDE:
Ja, ik zag ook het NOS Journaal vanochtend met wat tendentieuze
elementen. Laat ik dat er tegelijk aan toevoegen.
KOCKELMAN:
Welke dan?
BALKENENDE:
Daar ga ik niet eens op in.
KOCKELMAN:
Als u dat zegt moet u het ook benoemen.
BALKENENDE:
Dat er vergelijkingen werden gemaakt met de Schipholbrand. Dat soort
verhalen. Dar moet je gewoon afblijven. Daar is het veel te
ingewikkeld en te triest voor. Wat zich voordoet is het volgende: er
is een aantal jaar geleden een vaststellingsovereenkomst gesloten met
de heer Spijkers. Het is een pijnlijke geschiedenis.
KOCKELMAN:
23 jaar of daaromtrent.
BALKENENDE:
Het is een hele pijnlijke geschiedenis maar toen is wel die
overeenkomst gesloten die zou moeten leiden tot het oplossen van alle
problemen. Wat is nu onlangs gebeurd, er is een brief gegaan van de
minister van Binnenlandse Zaken naar de Tweede Kamer waarin staat dat
de staatssecretaris bezig is om een oplossing te vinden voor de
problemen die de heer Spijkers ondervindt na het sluiten van de
vaststellingsovereenkomst. En daar wordt nu aan gewerkt.
KOCKELMAN:
Maar tegelijkertijd was er ook een vertrouwenspersoon, namelijk de
heer Pieter van Vollenhoven, dat wil zeggen, hij zei: ik ben daartoe
bereid. De heer Spijkers wilde hem graag als vertrouwenspersoon. Hij
zei: ik ben daartoe bereid. Nou maakt de NOS maar ook Binnenlands
Bestuur er melding van dat er verschillende gesprekken zouden zijn
geweest waar u bij aanwezig was, de minister van Justitie bij aanwezig
was, om druk op hem uit te oefenen om dat niet te doen, omdat zijn
onafhankelijkheid in het geding zou zijn. Waar zou zijn
onafhankelijkheid in het geding zijn?
BALKENENDE:
Het gaat hier niet om de vraag wie op een gegeven moment wordt
ingezet. Het gaat om de vraag of er een oplossing kan worden gevonden
voor de problemen die de heer Spijkers ervaart. Dat is ook besproken
met de Tweede Kamer. En ik geloof dat het ook goed is om ons nu juist
te richten op dat vraagstuk in plaats van wat we op dit ogenblik in
het nieuws krijgen.
KOCKELMAN:
Het gebeurt niet iedere dag dat de heer Pieter van Vollenhoven zich
opwerpt als ik wil best vertrouwenspersoon zijn mits de regering mij
vraagt en dat hij dus kennelijk niet wordt gevraagd, sterker nog dat
het bericht is dat u druk op hem zou hebben uitgeoefend om het niet te
doen omdat zijn onafhankelijkheid in het geding zou zijn.
BALKENENDE:
Dat gaat over allerlei interne zaken, die zijn helemaal niet aan de
orde. Het gaat om de vraag: kun je de moeilijke geschiedenis to een
einde brengen. Daar heeft de heer Spijkers ook recht op, het is ook
een punt dat in de Tweede Kamer terecht aan de orde is en dat is ook
de inzet van de staatssecretaris. Daar hoort het accent te liggen.
KOCKELMAN:
Maar dit is toch het nieuws van vandaag, dat u druk uitgeoefend zou
hebben om ervan af te zien. Hebben die gesprekken dan niet
plaatsgevonden?
BALKENENDE:
Het heeft toch geen zin om over al deze zaken te gaan spreken. Het
gaat om het oplossen van het vraagstuk waar de heer Spijkers mee zit.
Het is toch ook zo dat in de richting van de Kamer is aangegeven hoe
de staatssecretaris met anderen wil komen tot een beëindiging van deze
pijnlijke episode.
KOCKELMAN:
Maar waarom zou je dan de heer Van Vollenhoven daar niet voor vragen?
BALKENENDE:
Het is wel goed om dit ook nog eens te noemen. Toen de
vaststellingsovereenkomst werd gesloten, toen is ook gezegd dat beide
partijen ook stilte zouden betrachten. Dat is een onderdeel van de
afspraak. Dan vind ik het ook niet zinvol om me met allerlei andere
zaken nu in te laten, daarover uitspraken te doen die de zaak zelf
niet dienen.
KOCKELMAN:
U ontkent niet dat die gesprekken hebben plaatsgevonden?
BALKENENDE:
Ik doe helemaal geen uitspraken over zaken die te maken hebben met de
interne zaken van hoe bereid je die dingen voor. Dat is ook helemaal
niet nodig en ik vind ook dat het de zaak niet dient.
KOCKELMAN:
Het is niet zo dat u vond dat zijn onafhankelijkheid in het geding zou
zijn?
BALKENENDE:
Ik doe geen uitspraken over deze zaak.
KOCKELMAN:
Waren anderen daar wel bang voor? De minister van justitie? Er
circuleren e-mails van Kamerleden waarin daar melding van wordt
gemaakt.
BALKENENDE:
Als ik dan ook de journalisten weer zie. Bronnen, het zijn allemaal
anonieme bronnen en dan moet je daar op gaan reageren. Dat lijkt me
niet verstandig. Dat dient de zaak echt niet.
KOCKELMAN:
U wilt er gewoon niks over zeggen?
BALKENENDE:
Ik wil dat de zaak zo snel mogelijk tot een einde wordt gebracht.
KOCKELMAN:
Dat is dan de volgende vraag waar u zelf ook al een paar keer aan
refereert. Hoe kan het nou dat dit kabinet dat juist zegt wij gaan
klokkenluiders een betere positie geven, dat zo'n kwestie maar niet
tot een oplossing komt?
BALKENENDE:
Kijk het is natuurlijk zo, die overeenkomst is gesloten, er is ook
gesproken en dat is ook de afspraak dat er een behoorlijke financiële
tegemoetkoming aan de heer Spijkers wordt gegeven. Er wordt nu nog
gekeken naar een aantal punten die een oplossing vergen. Dan praat je
over pensioen, plus een aantal andere zaken. Hij heeft natuurlijk ook
een onderscheiding gekregen. En er is ook gewoon erkend dat zaken in
het verleden verre van goed zijn verlopen. Dat zijn allemaal elementen
die in het verleden naar voren zijn gekomen
KOCKELMAN:
Hij heeft toch gezegd dat hij moeite heeft met pensioenafspraken, dat
soort dingen.
BALKENENDE:
Ja, maar dat is nu ook precies de reden waarom de staatssecretaris met
anderen bezig is om juist deze zaak onder ogen te zien. Van hoe kan
daar waar het nu gaat om de beëindiging van deze hele zaak, waar het
gaat om de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst nu ook
voortgang worden geboekt. Dat is de inzet van de staatssecretaris en
ik hoop ook dat het nu niet meer lang hoeft te duren. Dat is de wens
van Defensie, dat is de wens ook van uiteraard de Tweede Kamer.
KOCKELMAN:
En wat is niet lang?
BALKENENDE:
Zo snel mogelijk, wat mij betreft is het een zaak van weken maar daar
kan ik geen garanties over geven.
KOCKELMAN:
De heer Spijkers is namelijk ziek.
BALKENENDE:
En dat is een reden temeer om zo snel mogelijk de zaak te kunnen
afronden.
KOCKELMAN:
En daarbij is de hulp van professor meester Pieter van Vollenhoven
niet nodig
BALKENENDE:
Daar heb ik wel genoeg over gezegd
KOCKELMAN:
Deze week heeft de Senaat, de Eerste Kamer het verdrag van Lissabon
geratificeerd, daarmee zijn wij het 21e land dat het verdrag heeft
geratificeerd, maar Ierland niet. Komt het er nou? Heeft het nog zin
om het te ratificeren als het misschien wel weer van de tafel afvalt?
BALKENENDE:
Dat is een buitengewoon belangrijk onderwerp van dit moment. U heeft
gelijk, de Eerste Kamer heeft, trouwens met grote meerderheid, gestemd
voor het verdrag van Lissabon, 60 van de 75 Eerste Kamerleden. Heel
veel landen hebben nu geratificeerd. De bedoeling is nu las volgt:
Ierland heeft nu de tijd tot oktober om nog eens een nadere analyse te
maken van waarom is dat 'nee' gekomen in Ierland. Dan willen ze ook op
dat moment een analyse verder maken. En dan hoop ik ook dat ze
indicaties geven van hoe dit vraagstuk kan worden opgelost. Maar ik
zeg wel een paar dingen daarbij, ik was de afgelopen dagen in Spanje
bij mijn collega Zapatero en toen was ook daaar de conclusie van het
heropenen van de onderhandelingen heeft helemaal geen zin. Dat
betekent dat je weer langs alle parlementen moet.
KOCKELMAN:
Maar je kan dat de Ieren toch ook moeilijk door de strot heen douwen.
BALKENENDE:
Maar daarom is het ook zo dat er heel goed geluisterd wordt daar de
Ieren. Hoe analyseer je nu dit 'nee', wat zit er achter en wat zou
gedaan moeten worden om te komen tot een oplossing. Wat erg is, het is
een vaste overtuiging dat het verdrag van Lissabon belangrijke
verbeteringen biedt: de versterking van de rol van nationale
parlementen, de versterking van de rol van het Europees Parlement,
meer helderheid en transparantie, het duidelijk afbakenen van wat doet
Europa wel en wat doet Europa niet. Er zijn echt voordelen ten
opzichte van de andere verdragen die nu bestaan.
KOCKELMAN:
Nou spreken we elkaar voor het laatst dit seizoen. Dit is het laatste
gesprek, de laatste ministerraad dus ik wou het toch maar eens op de
man af vragen: in dat verdrag staat namelijk ook geregeld dat er een
Europese president zou komen. U wordt wel eens genoemd, zou u daar zin
in hebben?
BALKENENDE:
Nou kijk, het is natuurlijk zo dat het verdrag maar eens in werking
moet treden,
KOCKELMAN:
U ogen beginnen wel een beetje te glimmen meneer Balkenende.
BALKENENDE:
Maar dat is dan wat u ziet. Het is zo, het is geen president van
Europa het is een voorzitter van de Europese Raad en die functionaris
komt in de plaats van wat je op het ogenblik ziet dat de premier van
het land dat het voorzitterschap heeft ...
KOCKELMAN:
In de volksmond is dat de president van Europa. Zou u dat graag
willen?
BALKENENDE:
Maar ik heb toch steeds aangegeven dat ik graag wil dat deze
kabinetsperiode tot een succes wordt
KOCKELMAN:
Door de Ieren duurt het allemaal wat langer. Dan komen we al snel in
2011 uit?
BALKENENDE:
Deze discussie is eigenlijk op het ogenblik al een beetje stil
gevallen. Je merkte het een paar weken geleden, maanden geleden, dat
er allerlei speculaties waren. Ik moet zeggen, valt het u ook niet op?
Dat er de laatste week helemaal niet over gesproken wordt?
KOCKELMAN:
Heeft u tegen iedereen gezegd: mond dicht, anders wordt ik het straks
niet?
BALKENENDE:
Nee, ik hoop dat we zo snel mogelijk het verdrag van Lissabon met alle
27 lidstaten kunnen ratificeren. Ook in het belang van Europa, dat is
het belang ook van mensen in Europa.
KOCKELMAN:
Ik hoor u niet zeggen: ik wordt het niet, ik wil het niet worden.
BALKENENDE:
Ik zeg er maar niets over, ik hoop dat we het verdrag snel kunnen
ratificeren, met alle 27 lidstaten
KOCKELMAN:
Bent u deze week nog gebeld door Nicolas Sarkozy, de Franse
Minister-president?
BALKENENDE:
Ik hoop hem deze zondag te zien.
KOCKELMAN:
Want hij zegt namelijk in een Belgische krant vandaag dat hij alle
Europese regeringsleiders en staatshoofden toestemming heeft gevraagd
om bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen aanwezig te mogen
zijn.
BALKENENDE:
Ja kijk, het is natuurlijk zo, hij is daar natuurlijk in de eerste
plaats als president van Frankrijk, er zullen meer staatshoofden zijn,
er zijn er veel. Het andere punt is dat je dan tegelijkertijd ook
voorzitter van de Europese Raad bent. Of je het nu vraagt of niet, dat
ben je gewoon.
KOCKELMAN:
Maar hebt u hem nog aan de lijn gehad, hebt u gezegd: dat is goed, ga
maar, ik ga ook?
BALKENENDE:
Nee, maar dat gaat vaak ook via diplomatieke kanalen, met de adviseurs
wordt dat besproken.
KOCKELMAN:
We gaan de zomer in, er kan van alles en nog wat gebeuren. Wie past er
eigenlijk op het land als u er niet bent?
BALKENENDE:
Het is zo dat we een vervangingsregeling hebben. Dat is bijvoorbeeld
vice-minister-president Rouvoet een aantal dagen. Minister Hirsch
Ballin doet het twee keer. Een aantal dagen minister Plasterk en ik
ben op een bepaald moment ook weer een aantal dagen terug, dan ben ik
er weer.
KOCKELMAN:
En als het nou in Iran uit de hand gaat lopen? Mogelijkerwijs
ingrijpen van de Verenigde Staten of Israel, gaan we dat dan politiek
steunen?
BALKENENDE:
U doelt op berichten die vandaag naar buiten zijn gekomen. Het waren
wel berichten met 'zouden' en allerlei voorbehouden werden gemaakt. We
hebben ook kunnen lezen in het bericht dat ook allerlei anderen juist
ontkenden. Ik kan er niet aan voorbij gaan dat het natuurlijk een
gebied is met risico's. In dit soort gevallen, ja dan kun je vakantie
hebben en dan ben je natuurlijk direct betrokken bij zaken als het
zover zou komen. Ik heb geen enkele indicatie dat het die kant
uitgaat.
KOCKELMAN:
En steunen we dat dan politiek?
BALKENENDE:
Ik zei, ik heb geen enkele indicatie dat het die kant uitgaat.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, jw)
Ministerie van Algemene Zaken