Ingezonden persbericht


| |
|Datum 11 juli 2008                                                    |
|                                                                      |
|Monitor Krachtwijken van start met nulmeting 2008                     |

|Met meetbare doelstellingen, een uitvoerige monitor en een rapportage |
|over de voortgang heeft Utrecht als eerste van de vier grote steden   |
|een instrument ontwikkeld om de effectiviteit van de wijkenaanpak te  |
|meten. De nulmeting die eind 2007/begin 2008 werd uitgevoerd, geldt   |
|als startpunt van de aanpak. De monitor wordt uitgevoerd in de wijken |
|Overvecht, Kanaleneiland, Zuilen-Oost, Ondiep en Hoograven en is      |
|gekoppeld aan de wijkactieplannen die in de zomer van 2007 ontwikkeld |
|zijn met het doel de wijken een positieve impuls te geven.            |
|                                                                      |
|De Monitor Krachtwijken is het instrument om de effectiviteit van de  |
|aanpak in de krachtwijken te meten, te beoordelen en indien nodig bij |
|te sturen. Het heeft betrekking op de extra inspanningen die gemeente,|
|corporaties, provincie en Rijk de komende jaren leveren om in de      |
|Utrechtse krachtwijken een positieve ontwikkeling tot stand te        |
|brengen. Gemeten wordt of tegenover de forse investeringen op het     |
|gebied van wonen, werken, leren, integreren en veiligheid het gewenste|
|maatschappelijk rendement behaald wordt.                              |
|                                                                      |
|In de zomer van 2007 is voor elke krachtwijk een wijkactieplan        |
|opgesteld met daarin meetbare doelstellingen op het vlak van          |
|werkgelegenheid, onderwijs, veiligheid, sociale cohesie en waardering |
|van de buurt. De doelstellingen zijn gebaseerd op de strategie die    |
|(per wijk) gekozen is om een duurzame positieve ontwikkeling in de    |
|wijk tot stand te brengen. De indicatoren in de monitor zijn zo       |
|gekozen dat zij snel overzicht en inzicht bieden in de voortgang van  |
|de wijkenaanpak. Voorbeelden van indicatoren zijn het aantal          |
|autoinbraken, het aantal voortijdige schoolverlaters en het aantal    |
|huishoudens met een uitkering. Per indicator is een streefwaarde      |
|bepaald zowel voor de middellange termijn (2011) als voor de lange    |
|termijn (2017).                                                       |
|                                                                      |
|De jaarlijkse monitoring wordt aangevuld met informatie over de       |
|voortgang van de projecten uit de uitvoeringsprogramma's. Op die      |
|manier ontstaat een totaalbeeld van de resultaten die behaald zijn en |
|de effecten die dat heeft op de maatschappelijke doelen.              |
|Noot voor de media                                                    |
|Voor meer informatie kunt u contact opnemen met gemeente Utrecht,     |
|Bestuurscommunicatie, Sylvia Borgman, 030 - 286 10 55.                |
|Bijlage                                                               |
|Monitor Krachtwijken                                                  |

---- --
Monitor Krachtwijken
Nulmeting 2008

Juni 2008

Colofon

Uitgave
Afdeling Bestuursinformatie
Sector Bestuurs- en Concernzaken
Gemeente Utrecht
Postbus 16200
3500 CE Utrecht
030 286 1350
bestuursinformatie@utrecht.nl

in opdracht van
Sector Programma's
StadsOntwikkeling
Gemeente Utrecht

internet
www.onderzoek.utrecht.nl

rapportage
Karel van Heelsbergen

informatie
Karel van Heelsbergen
030 - 286 1333

bronvermelding
Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht

Juni 2008

Samenvatting
Monitoring krachtwijken
Gemeente en corporaties investeren de komende jaren fors in de krachtwijken. In elke krachtwijk wordt een integrale aanpak van fysieke, economische en sociale maatregelen uitgevoerd. De bedoeling is natuurlijk dat deze investeringen op termijn maatschappelijk rendement hebben. De inspanningen staan beschreven in het wijkactieplan/uitvoeringsprogramma van elke krachtwijk. Deze programma's bevatten concrete meetbare doelstellingen voor de middellange termijn (2011) en de langere termijn (2017). Elke doelstelling is vertaald in een outcome-indicator met een bijbehorende streefwaarde. De streefwaarden zijn geformuleerd ten opzichte van de uitgangssituatie in 2006.

De gemeenten en de corporaties is er veel aan gelegen dat de gezamenlijke aanpak van de krachtwijken effectief is. Daarom wordt nauwkeurig gevolgd of en in welke mate de doelstellingen behaald worden. Jaarlijks wordt gemeten hoe de indicatoren die per doelstelling gekozen zijn zich ontwikkelen en in hoeverre men op koers ligt richting streefwaarde(n). Om een solide basis te hebben die daadwerkelijk gekoppeld is aan de start van de uitvoering rond de krachtwijken is deze nulmeting opgesteld. De nulmeting geeft inzicht in de stand van de doelindicatoren bij de start van de aanpak krachtwijken begin 2008. Op basis van de uitkomsten van de nulmeting is een aantal streefwaarden uit de wijkactieplannen aangepast aan de recente uitgangssituatie.

De nulmeting en de monitoring hebben betrekking op de vijf Utrechtse krachtwijken: Kanaleneiland, Overvecht, Zuilen-Oost, Ondiep en Hoograven. In deze nulmeting worden de cijfers verzameld op het niveau van de officieel door het rijk afgebakende krachtwijken. Voor Kanaleneiland betekent dit Kanaleneiland plus Transwijk. Omdat de problematiek zich in deze krachtwijk met name concentreert op Kanaleneiland, is er in deze rapportage voor gekozen om de cijfers ook op het niveau van de subwijk Kanaleneiland in beeld te brengen. Voor Hoograven, de door Utrecht zelf aangewezen krachtwijk, brengen wij de cijfers in beeld voor Hoograven in zijn geheel, dat wil zeggen de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt plus de subwijk Oud-Hoograven / Tolsteeg. Omdat ook in dit gebied de problematiek zich met name concentreert in Nieuw- Hoograven / Bokkenbuurt worden nulmeting en streefwaarden tevens op het niveau van deze subwijk weergegeven.

De nulmeting
Dat het niveau van alle krachtwijken op kernaspecten ongunstig is vergeleken met het stedelijk gemiddelde ligt zeer voor de hand. Immers, het zijn niet voor niets gebieden waarin geïnvesteerd moet worden. Het niveau van vrijwel alle outcome-indicatoren in de krachtwijken Kanaleneiland en Overvecht is veel ongunstiger dan gemiddeld in Utrecht. Voor de krachtwijken Ondiep en Zuilen- oost is het beeld ook ongunstiger zij het in mindere mate. Hoograven in z'n geheel wijkt het minst af van het Utrechts gemiddelde, maar kijken we naar Nieuw Hoograven/Bokkenbuurt dan zien we ook hier een ongunstig beeld ten opzichte van het stedelijk gemiddelde.


---

Omdat de wijkactieplannen gebaseerd zijn op de metingen van 2006 geeft de nulmeting, naast informatie over de startsituatie van de uitvoeringsprogramma's, ook informatie over het verloop van de indicatoren in 2007. Zo blijkt bijvoorbeeld dat in Overvecht, Kanaleneiland en Ondiep een groot deel van de indicatoren in 2007 een gunstig verloop heeft, terwijl in Zuilen-oost een aantal indica- toren in 2007 een negatieve lijn vertoont. Het beeld voor Hoograven is divers. Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen con- clusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen. Het is in het kader van deze nulmeting ook niet de bedoeling om uitspraken te doen op basis van de ontwikkelingen in de wijken in het afgelopen jaar. Daarom wordt volstaan met een korte schets per wijk van het verloop van de indicatoren, zonder hier conclusies aan te verbinden.

De jaarlijkse meting
Elk jaar zullen per wijk de indicatoren uit het wijkactieplan gemeten en in beeld gebracht worden. Het betreft hier deels metingen uit de gemeentelijke inwonersenquête, deels analyses van gegevens van instellingen of diensten.
Deze gegevens zullen in samenhang gepresenteerd worden met informatie over de voortgang van de projecten uit de uitvoeringsprogramma's. Op die manier ontstaat jaarlijks een beeld van de resultaten die behaald worden en de effecten die dat heeft op de te realiseren maatschappelijke doelen.


1 Kanaleneiland
2 Overvecht
3 Zuilen-oost
4 Ondiep
5 Hoograven
---


---


---


1 5

4

Inhoudsopgave
Samenvatting 3 Inleiding 7
1 Kanaleneiland 11
2 Overvecht 25


3 Ondiep 41


4 Zuilen-oost 57


5 Hoograven 71

Bijlage: indicatorenoverzicht 81


---

Inleiding
Bestuursinformatie is door de sector Programma's van StadsOntwikkeling gevraagd de monitoring van de krachtwijken op outcomeniveau te verzorgen. Op dit niveau zijn in de vijf wijkactieplannen van deze krachtwijken in totaal 27 doelstellingen/indicatoren met bijbehorende streefwaarden opgenomen om te kunnen volgen of de te nemen maatregelen op termijn (maatschappelijk) effect sorteren. Er zijn streefwaarden voor de kortere termijn (2011) en voor de langere termijn (2017) bepaald.

Er dient elk jaar gemeten te worden. De geboden cijfers dienen snel overzicht en inzicht te bieden en beperken zich in de kern tot informatie over het doelbereik in de krachtwijken. Om ontwikkelingen rond het doelbereik goed te kunnen interpreteren worden cijfers over referentiegebieden opgenomen, in de regel de wijk en de stad en waar mogelijk Nederland. Hierdoor kan ook een eerste indicatie van de effectiviteit van beleid worden verkregen maar zeker niet meer dan dat. Inzicht in de daadwerkelijke (mate van) effectiviteit van beleid wordt met deze monitor niet gegeven. Ook mogelijke verklaringen voor gesignaleerde ontwikkelingen maken geen onderdeel uit van deze monitor. Voor beide is vrijwel altijd nader onderzoek nodig.

Bestuursinformatie rapporteert in deze monitor alleen over de outcome en niet over de te leveren prestaties ofwel output.
Nadere aandachtspunten bij raadpleging nulmeting

Een zuiver beeld met nieuwe cijfers
In de huidige wijkactieplannen zijn bij de indicatoren streefwaarden opgenomen die zijn gestoeld op cijfers van eind 2006 / begin 2007 op het niveau van de subwijken. De bedoeling van de nulmeting is de startsituatie van de krachtwijken zo zuiver mogelijk in beeld te brengen. Dit betekent ten eerste dat de meest actuele cijfers worden geleverd voor eind 2007 / begin 2008. Op de tweede plaats houdt dit in dat deze cijfers worden verzameld op het niveau van de officieel afgebakende krachtwijken, volgens de viercijferige postcodebegrenzingen. De cijfers in deze nulmeting wijken dan ook af van die in de wijkactieplannen omdat deze van een jaar later zijn én omdat de krachtwijken qua begrenzing deels afwijken van de subwijken. Het laatste geldt niet voor de door de gemeente benoemde krachtwijk Hoograven die uit twee reguliere subwijken bestaat.

Aanpassing streefwaarden
Door de nieuwe basiscijfers voor de officieel afgebakende krachtwijken is het gewenst de voor de indicatoren opgestelde streefwaarden opnieuw te bezien. In overleg met de betrokken wijkmanagers en vakdiensten zijn alle streefwaarden nagelopen en opnieuw bepaald. Daarbij is per indicator de afweging gemaakt op basis van de ontwikkeling in 2007, langjarige trends, de verhouding tot het stedelijke gemiddelde, streefwaarden uit stedelijke programma's, wijkkennis en niet in de laatste plaats, de ambities van de wijk.


---

Actualiteit cijfers en jaren
Het kan zijn dat voor enkele indicatoren recente bestandsinformatie niet beschikbaar is. Volstaan wordt dan met de minder recente informatie uit bestanden die wél voorhanden is. Om het zo overzichtelijk mogelijk te houden wordt in de tabellen consequent gesproken over de jaren 2006 en 2007, op twee uitzonderingen na (bij `gezondheid' en `huishouden met uitkering'). Bij de uitkomsten uit de Inwonersenquête en onderwijsgegevens gaat het dan om de stand oktober, bij de uitkomsten uit de meeste registraties gaat om de stand van begin januari (1-1). Bij de `niet-werkende werkzoekenden' en de `huishoudens met een bijstandsuitkering' gaat het echter om de stand aan het eind van het jaar. De cijfers uit de politieregistratie (BPS) betreffen de som van delicten over het hele jaar.

Afrondingen, marges en afkortingen
In deze monitor worden veel uitkomsten uit de inwonersenquête Utrecht gebruikt. Om schijnnauwkeurigheid te voorkomen worden alle percentages uit deze enquête afgerond op hele procenten. Bij 0,5 procent is naar boven afgerond. Rapportcijfers uit deze enquête hebben wel een cijfer achter de komma. Cijfers voor indicatoren die uit registraties afkomstig zijn, hebben in de meeste gevallen ook een cijfer achter de komma. Streefwaarden worden in hele percentages gegeven en bij rapportcijfers met één cijfer achter de komma.

Als percentages uit de inwonersenquête bij een indicator één of enkele procentpunten verschillen, zijn daaraan geen conclusies te verbinden. Dat is inherent aan welke enquête-informatie dan ook. Bij verschillen van meer dan vijf procentpunten zijn duidelijke conclusies mogelijk.

Afkortingen in tabellen:

· nb: (nog) niet bekend dan wel niet op vergelijkbare basis bekend / niet benoemd (streefwaarde)
· BPS: BedrijfsProcessenSysteem, informatiesysteem van de politie

`Kanaleneiland' en Kanaleneiland
De krachtwijk `Kanaleneiland' omvat de subwijken Kanaleneiland én Transwijk. De aanhalingstekens zijn bewust en consequent toegevoegd om verwarring tegen te gaan en de krachtwijk te onderscheiden van de subwijk Kanaleneiland, het gedeelte van de krachtwijk waar de grootstedelijke problematiek het meest manifest is. Voor deze subwijk zijn daarom ook afzonderlijk cijfers opgenomen (hoofdstuk 1).

Hoograven en Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt
De krachtwijk Hoograven omvat de subwijken Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt en Oud-Hoograven / Tolsteeg. Aansluitend bij de wijkactieplannen van de andere vier krachtwijken zijn de nieuwe streefwaarden opgesteld voor de hele krachtwijk Hoograven. Daarnaast zijn de streefwaarden gebaseerd op de oorspronkelijk in het wijkactieplan onderscheiden subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt, gehandhaafd. De grootstedelijke problematiek doet zich vooral in dit deel van Hoograven voor (hoofdstuk 5).

Volgorde meetbare doelstellingen
In deze monitor is dezelfde volgorde van de meetbare doelstellingen aangehouden als in de desbetreffende Wijkactieplannen.
8

Informatie in vervolgmetingen

Grafisch weergegeven ontwikkeling van indicatoren
Cruciaal voor adequate monitoring is grafisch gepresenteerde informatie over de ontwikkeling van indicatoren, dit in relatie tot referentiegebieden. Deze informatie moet dan op basis van indexcijfers (waarbij 2007=100) worden gepresenteerd. Omdat dit een nulmeting betreft is dergelijke ontwikkelingsinformatie nog niet voorhanden. Deze zal voor het eerst worden opgenomen in de éénmeting volgend jaar.

Eén BI-signaal
Vanaf de éénmeting zal bij elke indicator op grond van de beschikbare informatie een conclusie worden getrokken die wordt vertaald in één signaal. Bij deze nulmeting is dat achterwege gelaten vanwege de nog beperkte zeggingskracht van de informatie.

Het signaal krijgt vorm in een `verkeerslicht' met vier kleuren:
- rood: ontwikkeling in verkeerde richting
- oranje: ontwikkeling gaat niet helemaal naar wens
- groen: ontwikkeling in juiste richting
- wit: (nog) geen oordeel mogelijk


---

Kanaleneiland

10


1
Kanaleneiland
De officiële krachtwijk `Kanaleneiland' bestaat uit de subwijken Kanaleneiland en Transwijk (inclusief bedrijvengebied).

Samenvatting
De nulmeting geeft de stand weer van 2007. Hierbij is wel een jaar teruggekeken omdat bij de opstelling van de outcome-doelstellingen gerefereerd wordt aan 2006. De uitgangssituatie voor de 12 gemeten outcome-indicatoren geeft samenvattend het volgende beeld:
· Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van 11 van de 12 outcome-indicatoren in de krachtwijk is (veel) ongunstiger dan in Utrecht.

· Ontwikkeling over het jaar 2007: Bij 9 van de 12 indicatoren is de ontwikkeling (zeer) gunstig. Alleen bij woninginbraak is de ontwikkeling zeer ongunstig. De ervaren gezondheid verslechtert niet, maar in Utrecht gaat deze wel vooruit.
Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen conclusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen.
· Streefwaarden: Deze zijn in overleg met de wijkmanager en vakdiensten opnieuw bepaald.

In het wijkactieplan zijn de volgende 12 outcome-indicatoren benoemd:
1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage "vaak").
2. Door politie geregistreerde autokraken.

3. Door politie geregistreerde woninginbraken.
4. Door CWI geregistreerde niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar.
5. Door inwoners ervaren sociale samenhang in hun buurt.
6. Door inwoners gevoelde verantwoordelijkheid voor hun buurt.
7. Door afdeling Onderwijs geregistreerde doorstroming van leerlingen naar HAVO/VWO.
8. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters.
9. Door CBS geregistreerde huishoudens met een inkomen uit uitkering.
10. Uit gemeentelijk Vastgoedbestand verkregen aandeel sociale huurwoningen.
11. Door inwoners ervaren gezondheid.

12. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt.


---


1. Vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt

Aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 55% 42% 40% * 35% * Subwijk Kanaleneiland 65% 51% Wijk Zuidwest 40% 31% Niet van Utrecht 22% 19% toepassing Nederland 9% 10% Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Kanaleneiland en Veiligheidsmonitor Rijk
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn 50% (2011) en 35% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (65%).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau jongerenoverlast is tweemaal zo hoog als in Utrecht en veel hoger dan in Nederland.
· Ontwikkeling jongerenoverlast over het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in de referentiegebieden.

12


2. Autokraak

Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 40 28 21 * 17 * Subwijk Kanaleneiland 47 33 Niet Utrecht 25 20 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau autokraak is beduidend ongunstiger dan in Utrecht. Dit geldt nog sterker voor de subwijk Kanaleneiland.

· Ontwikkeling autokraak over periode 2006-2007 is zeer gunstig, precies even gunstig als in de subwijk Kanaleneiland en gunstiger dan in Utrecht. Overigens fluctueerde het niveau van autokraak in de periode 2001-2005 tussen de 21 en 45 autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen.


13

3. Woninginbraak

Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 20 31 13 * 13 * Subwijk Kanaleneiland 25 37 Niet Utrecht 21 19 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau woninginbraak was in 2006 ongeveer hetzelfde als in Utrecht. Op dit moment is het niveau in de krachtwijk en nog meer in de subwijk veel ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling woninginbraak over periode 2006-2007 is zeer ongunstig, even ongunstig als in de subwijk Kanaleneiland en tegengesteld aan de ontwikkeling in Utrecht. In de subwijk vindt de afgelopen twee jaar 85% van alle woninginbraken van de krachtwijk plaats. Overigens lag het aantal woninginbraken in de periode 2001-2004 zo rond 16 inbraken per 1.000 woningen, met een sterke stijging in 2005 naar 25. In Utrecht toen was toen sprake van een gestage daling van 24 naar 18 inbraken per 1.000 woningen.


14

4. Niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar

Aandeel niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 3,5% 2,9% 1,8% ** 1,2% ** Subwijk Kanaleneiland 4,4% 3,3% Niet Utrecht 1,8% 1,2% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: CWI en Wijkactieplan Kanaleneiland

* 1-1-2007 respectievelijk 1-1-2008
** De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn 2,0 (2011) en 1,5% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (1-1-2006: 4,4%). Opmerking bij deze streefwaarden: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau aandeel 15-26 jarige werkzoekenden is hoger dan in Utrecht. Het verschil is echter kleiner dan wellicht verwacht. Er is momenteel zeker geen sprake van een `grote mate' van werkloosheid onder deze leeftijdsgroep.

· Ontwikkeling aandeel niet-werkende 15-26 jarige werkzoekenden over het jaar 2007 is gunstig maar naar verhouding minder gunstig dan in Utrecht.


15

5. Sociale samenhang in de buurt

Samengesteld rapportcijfer sociale samenhang op basis van inwonersoordelen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 4,2 4,6 5,0 * 6,0 * Subwijk Kanaleneiland 3,9 4,4 Niet Utrecht 5,5 5,6 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn een 5,5 (2011) en een 6,1 (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (3,9).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau sociale samenhang blijft beduidend ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling sociale samenhang over het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in Utrecht.


16


6. Verantwoordelijkheid buurt

Aandeel inwoners dat zich verantwoordelijk voelt voor leefbaarheid/veiligheid in hun buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 71% 72% 75% * 80% * Subwijk Kanaleneiland 65% 70% Niet Utrecht 85% 84% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarden zijn een 75% (2011) en een 80% (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (65%).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau `buurtverantwoordelijkheid' is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling: `Buurtverantwoordelijkheid' blijft over het jaar 2007 vrijwel gelijk, net als in Utrecht. Overigens neemt die in de subwijk Kanaleneiland wel toe.


17


7. Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO

Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' nb 18,4% nb 30% * Subwijk Kanaleneiland 16% 18,0% Niet Utrecht nb 42,3% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is 26% (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (16%).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau aandeel doorstroming naar HAVO/VWO is beduidend ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling aandeel doorstroming naar HAVO/VWO (ofwel instroom vanaf basisschool naar het eerste leerjaar van HAVO/VWO) over het jaar 2007 lijkt in het licht van de ontwikkeling in de subwijk gunstig.


18


8. Voortijdige schoolverlaters

Aantal en aandeel voortijdige schoolverlaters
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007

aantal ** % 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk `Kanaleneiland' nb 302 12,8% nb 120 * Subwijk Kanaleneiland nb 267 15,0% Nvt Utrecht 3.222 2.903 9,1% *** Nederland nb nb nb Nvt Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is een afname met 60% in 2017 ten opzichte van de stand 2006. Met 2007 vergelijkbare cijfers voor 2006 zijn alleen stedelijk voorhanden. De in absolute aantallen uitgedrukte streefwaarde is gebaseerd op 2007 en betreft op 10 afgeronde cijfers. ** Aantal voortijdige schoolverlaters in procenten van totale stedelijke schoolpopulatie. *** De stedelijke doelstelling is dat in het schooljaar 2010-2011 het aantal voortijdig schoolverlaters met 50% gedaald moet zijn ten opzichte van de stand in het schooljaar 2004-2005.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau aandeel voortijdige schoolverlaters in de krachtwijk is ongunstiger dan stedelijk. Dit geldt des te sterker voor de subwijk Kanaleneiland.

· Ontwikkeling is alleen voor de stad bekend. De stedelijke ontwikkeling in 2007 is in alle opzichten gunstig. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt met 10% van 3.222 naar 2.903. Ten opzichte van de totale stedelijke schoolpopulatie zakt het aandeel voortijdig schoolverlaters van 10,1% (2006) naar 9,1% (2007).


19


9. Huishoudens met inkomen uit uitkering

Aandeel huishoudens met een inkomen uit uitkering Gebied Nulmeting Streefwaarden 2004 * 2005 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 54% 45% nb 40% ** Subwijk Kanaleneiland 54% 44% Niet Utrecht 31% 31% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: CBS, bewerking BI en Wijkactieplan Kanaleneiland
* LET OP: betreft op Belasting gebaseerde gegevens van het CBS die met een grote vertraging beschikbaar komen. ** De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is 45% (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (54%). Opmerking bij deze streefwaarde: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Opmerking vooraf: Bij inkomen uit uitkering gaat het om huishoudens met ww, bijstand, arbeids- ongeschiktheid of pensioen als voornaamste inkomstenbron. Overigens blijkt er nauwelijks verschil tussen de situatie in de krachtwijk en de subwijk. Dat lijkt opvallend omdat de grootstedelijke problematiek in de subwijk veruit het grootst is. Echter, in Transwijk wonen weer veel ouderen met een pensioen. Aanvullend op deze indicator is daarom hieronder informatie over uitkerings- ontvangers opgenomen, waarbij pensioen buiten beschouwing wordt gelaten. In de wijkactieplannen Ondiep, Zuilen-Oost en Hoograven zijn uitkeringsontvangers als indicator opgenomen.
· Niveau aandeel huishoudens met inkomen uit uitkering was beduidend ongunstiger dan in Utrecht. Gezien de gunstige ontwikkeling in de krachtwijk is het verschil tussen de krachtwijk en de stad minder geworden, maar niettemin substantieel.
· Ontwikkeling aandeel huishoudens met inkomen uit uitkering is gunstig over het jaar 2006, dit in tegenstelling tot Utrecht waar dit aandeel gelijk blijft.

Aandeel uitkeringsontvangers
Gebied Nulmeting 2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011

Krachtwijk `Kanaleneiland' 21,2% 18,9% Subwijk Kanaleneiland 23,6% 21,2% Wijk Zuidwest 18,0% 15,8% Utrecht 14,3% 12,6% Nederland nb nb Bronnen: CWI en Wijkactieplan Kanaleneiland

* 1-1-2006 respectievelijk 1-1-2007

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau uitkeringsontvangers is ongunstiger dan in de wijk Zuidwest en zeker Utrecht.
· Ontwikkeling uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/ arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar over het jaar 2006 is gunstig, vrijwel even gunstig als in de wijk Zuidwest en Utrecht.
20


10. Sociale huursector

Aandeel sociale huurwoningen
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 56,3% 56,1% nb 55% * Subwijk Kanaleneiland 65,6% 65,7% Niet Utrecht 39,5% 39,2% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Gemeentelijk vastgoedbestand en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is 55% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (68%).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau aandeel sociale huurwoningen is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling: Omdat het bestaand onroerend goed betreft zal het aandeel sociale huurwoningen zich uiterst langzaam wijzigen. Alleen over een lange periode gezien kunnen verschuivingen worden gesignaleerd. In de krachtwijk `Kanaleneiland' was het aandeel sociale huurwoningen in 2000 58,2%, in 2007 56,1%; voor Utrecht gaat het dan om 45,3% respectievelijk 39,2%. Naar verhouding is de verschuiving in `Kanaleneiland' duidelijk kleiner dan in Utrecht.


21


11. Gezondheid

Inwoners: aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid Gebied Nulmeting Streefwaarden 2004 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 22% 21% nb 17% * Subwijk Kanaleneiland 23% 23% Niet Utrecht 17% 13% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is 16% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (20%). In verband met een wijziging in de vraagstelling naar gezondheid is de meting 2006 voor deze indicator in het algemeen niet goed bruikbaar en vervangen door de meting van 2004 (23%), waarmee verder is gerekend.

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau `matig/slecht ervaren gezondheid' is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling: Het aandeel `matig/slecht ervaren gezondheid' is tussen 2004 en 2007 nauwelijks gewijzigd, dit in tegenstelling tot Utrecht met een gunstige ontwikkeling op dit vlak.


22


12. Toekomstverwachting buurt

Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk `Kanaleneiland' 33% 27% nb 16% * Subwijk Kanaleneiland 34% 29% Niet Utrecht 18% 16% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Kanaleneiland
* De in het Wijkactieplan Kanaleneiland opgenomen streefwaarde is 20% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Kanaleneiland (34%).

Uitkomsten krachtwijk `Kanaleneiland'

· Niveau toekomstverwachting is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling toekomstverwachting over het jaar 2007 is gunstig, wat gunstiger dan in Utrecht. Overigens is de ontwikkeling ten opzichte van het jaar 2000 in de stad iets gunstiger (22% versus 16%) dan in de krachtwijk (36% versus 27%). De somberste toekomstverwachting in de krachtwijk dateert van 2002 (40%).


23

Overvecht


24

2
Overvecht
De krachtwijk Overvecht bestaat uit de woongebieden van Overvecht, exclusief het bedrijventerrein Overvecht en het poldergebied langs de noordelijke randweg Utrecht. Qua inwonertal wijkt de krachtwijk nauwelijks af van de officiële wijk Overvecht. Deze is daarom niet als referentiewijk opgenomen.

Samenvatting
De nulmeting geeft de stand weer van 2007. Hierbij is wel een jaar teruggekeken omdat bij de opstelling van de outcome-doelstellingen gerefereerd wordt aan 2006. De uitgangssituatie voor de 13 gemeten outcome-indicatoren geeft samenvattend het volgende beeld:
· Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van 11 van de 13 outcome-indicatoren in de krachtwijk is ongunstiger dan in Utrecht, in de meeste gevallen veel ongunstiger. Dit geldt bijvoorbeeld voor jongerenoverlast, het algemeen buurtoordeel en het aandeel huishoudens met een bijstandsuitkering. Bij autokraak en woninginbraak wijkt het niveau van de krachtwijk Overvecht nauwelijks af van dat in Utrecht.

· Ontwikkeling over het jaar 2007: Bij 12 van de 13 indicatoren is de ontwikkeling gunstig tot soms zeer gunstig. Het laatste geldt voor jongerenoverlast, autokraak, het aandeel jongere werkzoekenden en de toekomstverwachting voor de buurt.
Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen conclusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen.
· Streefwaarden: Deze zijn in overleg met de wijkmanager en vakdiensten opnieuw bepaald.

In het wijkactieplan zijn de volgende 13 outcome-indicatoren benoemd:
1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage "vaak").
2. Door politie geregistreerde autokraken.

3. Door politie geregistreerde woninginbraken.
4. Door afdeling Onderwijs geregistreerde doorstroming van leerlingen naar HAVO/VWO.
5. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters.
6. Door inwoners ervaren sociale samenhang in hun buurt.
7. Door inwoners gegeven algemene oordeel over hun buurt.
8. Door inwoners ervaren gezondheid.

9. Uit gemeentelijk Vastgoedbestand verkregen aandeel sociale huurwoningen.
10. Door afdeling Onderwijs geregistreerde basisschoolleerlingen met een achterstandsscore.
11. Door gemeente (DMO) geregistreerde huishoudens met een bijstandsuitkering.
12. Door CWI geregistreerde niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar.
13. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt.


25


1. Vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt

Aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 43% 35% 30% * 23% * Utrecht 22% 19% Niet van Nederland 9% 10% toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Overvecht en Veiligheidsmonitor Rijk
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn 38% (2011) en 28% (2017), op basis van de meting 2006 van de wijk Overvecht (42%).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau jongerenoverlast is krap tweemaal zo hoog als in Utrecht en veel hoger dan in Nederland.
· Ontwikkeling jongerenoverlast over het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in de referentiegebieden.


26


2. Autokraak

Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 36 21 18 * 15 * Utrecht 25 20 Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn een daling van 33% (2011) en van 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau autokraak was in 2006 duidelijk ongunstiger dan in Utrecht maar is in 2007 ongeveer hetzelfde als in de stad.

· Ontwikkeling autokraak over periode 2006-2007 is zeer gunstig en duidelijk gunstiger dan in Utrecht. De streefwaarden zijn ambitieus maar niet irreëel afgezet tegen het niveau van autokraak in de periode 2001-2005. Dat lag toen gemiddeld op zo'n 22 autokraken per 1.000 inwoners/ arbeidsplaatsen met een positieve uitschieter in 2003 naar 17.


27


3. Woninginbraak

Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 18 17 12 * 12 * Utrecht 21 19 Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn een daling van 33% (2011) en 45% (2017) ten opzichte van de stand 2006.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau woninginbraak is (nog altijd) iets gunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling woninginbraak over periode 2006-2007 is licht positief, vergelijkbaar met die in Utrecht. Overigens lag het aantal woninginbraken in de periode 2001-2005 vrijwel stabiel rond de
14 inbraken per 1.000 woningen, terwijl het in Utrecht toen daalde van 24 naar 18 inbraken per
1.000 woningen.


28


4. Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO

Doorstroming leerlingen naar HAVO/VWO
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 27% 28,5% 32% * 37% * Utrecht nb 42,3% Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn 30% (2011) en 35% (2017) op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (27%).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau aandeel doorstroming naar HAVO/VWO is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling aandeel doorstroming naar HAVO/VWO (ofwel instroom vanaf basisschool naar het eerste leerjaar van HAVO/VWO) over het jaar 2007 is gunstig.


29


5. Voortijdige schoolverlaters

Aantal en aandeel voortijdige schoolverlaters Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007

aantal ** % 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Overvecht nb 503 19,6% 250 * 200 * Utrecht 3.222 2.903 9,1% *** Nederland nb nb nb Nvt Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is een afname met 60% (2011) en 70% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Deze zijn in overleg met de wijkmanager naar beneden bijgesteld: 50% in 2011 en 60% in 2017. Met 2007 vergelijkbare cijfers voor 2006 zijn alleen stedelijk voorhanden. De in absolute aantallen uitgedrukte streefwaarde is gebaseerd op 2007 en betreft op 10 afgeronde cijfers. ** Aantal voortijdige schoolverlaters in procenten van totale stedelijke schoolpopulatie. *** De stedelijke doelstelling is dat in het schooljaar 2010-2011 het aantal voortijdig schoolverlaters met 50% gedaald moet zijn ten opzichte van de stand in het schooljaar 2004-2005.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau aandeel voortijdige schoolverlaters in de krachtwijk is veel ongunstiger dan stedelijk.
· Ontwikkeling is alleen voor de stad bekend. De stedelijke ontwikkeling in 2007 is in alle opzichten gunstig. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt met 10% van 3.222 naar 2.903. Ten opzichte van de totale stedelijke schoolpopulatie zakt het aandeel voortijdig schoolverlaters van 10,1% (2006) naar 9,1% (2007).


30


6. Sociale samenhang in de buurt

Samengesteld rapportcijfer sociale samenhang op basis van inwonersoordelen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 4,3 4,6 4,9 * 5,3 * Utrecht 5,5 5,6 Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn een 4,7 (2011) en een 5,4 op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (4,4).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau sociale samenhang blijft beduidend ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling sociale samenhang over het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in Utrecht. In de periode 2000-2004 lag de sociale samenhang in Overvecht op een hoger niveau, namelijk op of net iets boven de 5.


31


7. Algemeen buurtoordeel

Samengesteld rapportcijfer algemeen buurtoordeel op basis van inwonersoordelen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 5,0 5,3 5,7 * 6,4 * Utrecht 6,8 7,0 Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn een 5,5 (2011) en een 6,2 op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (5,1).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau algemeen buurtoordeel blijft beduidend ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling algemeen buurtoordeel over het jaar 2007 is gunstig, iets gunstiger dan in Utrecht. In de periode 2000-2004 lag het algemeen buurtoordeel in Overvecht op een hoger niveau, namelijk op of net iets boven de 6.


32


8. Gezondheid

Inwoners: aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid Gebied Nulmeting Streefwaarden 2004 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 25% 24% 21% * 17% * Utrecht 17% 13% Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarden zijn 23% (2011) en 18% (2017), op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (26%). In verband met een wijziging in de vraagstelling naar gezondheid is de meting 2006 voor deze indicator in het algemeen niet goed bruikbaar en vervangen door de meting van 2004. Voor Overvecht echter blijkt de uitkomst (26%) dezelfde.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau `matig/slecht ervaren gezondheid' is veel ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling `matig/slecht ervaren gezondheid' tussen 2004 en 2007 is licht positief maar minder gunstig dan in Utrecht.


---


9. Sociale huursector

Aandeel woningen buiten de sociale huursector Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 24,7% 24,9% nb 35% * Wijk Overvecht 25,2% 25,4% Niet Utrecht 60,5% 60,8% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Gemeentelijk vastgoedbestand en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is 35% (2017), op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (25%).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau aandeel woningen buiten de sociale huursector is veel ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling: Omdat het bestaand onroerend goed betreft zal het aandeel woningen buiten de sociale huursector zich uiterst langzaam wijzigen. Alleen over een lange periode gezien kunnen verschuivingen worden gesignaleerd. In de wijk Overvecht was aandeel woningen buiten de sociale huursector in 2000 21,9%, in 2007 25,4%; voor Utrecht gaat het dan om 54,7% respectievelijk 60,8%. Naar verhouding is de verschuiving in Overvecht groter dan in Utrecht.


34


10. Basisschoolleerlingen met achterstandsscore

Aandeel BO-leerlingen met een achterstandsscore
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 69,4 % 63,0 % nb 50 % * Utrecht 32,9% 29,4% Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is 55% (2017) op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (69%).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Belangrijke opmerking vooraf: De achterstandsscores worden inmiddels via een nieuwe rekenmethode bepaald. Volgens de nieuwe methode zal het aandeel BO-leerlingen met een achterstandsscore drastisch afnemen. De invoering ervan is per 1-1-2009 voltooid. Tot die datum zullen steeds meer leerlingen met een nieuwe en steeds minder leerlingen met een oude achterstandsscore het beeld bepalen. Dit betekent dat het aandeel BO-leerlingen met een achterstandsscore vanzelf zal dalen. De eerstkomende twee jaar valt dit aandeel dus moeilijk te relateren aan beleid dat de krachtwijken hierop voeren. Daarna echter wel.
· Niveau aandeel BO-leerlingen met een achterstandsscore is meer dan dubbel zo ongunstig als in Utrecht.

· Ontwikkeling aandeel BO-leerlingen met een achterstandsscore over het jaar 2007 is gunstig, naar verhouding iets minder gunstig dan in Utrecht.


35


11. Huishoudens met een bijstanduitkering

Aandeel huishoudens met een bijstandsuitkering Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 13,5% 12,0% nb 9,1% ** Utrecht 5,8% 5,0% Niet van Nederland 4,5% 4,2% toepassing Bronnen: DMO en CBS, bewerking BI en Wijkactieplan Overvecht
* 1-1-2007 respectievelijk 1-1-2008
** De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is 10,5 (2017), op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (1-1-2006: 13,8%). Opmerking bij deze streefwaarde: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau aandeel huishoudens met een bijstandsuitkering is duidelijk hoger dan in Utrecht en Nederland. Overigens, het negatieve verschil tussen Utrecht en Nederland neemt af over het jaar 2007.

· Ontwikkeling aandeel huishoudens met een bijstandsuitkering (inclusief huishoudens met aanvullende bijstand op hun niet-volledige AOW) over het jaar is gunstig, maar naar verhouding een fractie minder gunstig dan in Utrecht.


36


12. Niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar

Aandeel niet-werkende werkzoekenden 15-26 jaar
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006* 2007* 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 4,6% 2,9% nb 2,5% Utrecht 1,8% 1,2% Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: CWI en Wijkactieplan Overvecht

* 1-1-2007 respectievelijk 1-1-2008
** De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is 4% (2017), op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (1-1-2006: 4,6%). Opmerking bij deze streefwaarde: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget.

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau `werkzoekendheid 15-26' is hoger dan in Utrecht. Het verschil is echter kleiner dan wellicht verwacht. Er is momenteel zeker geen sprake van een `grote mate' van werkloosheid onder deze leeftijdsgroep.

· Ontwikkeling aandeel niet-werkende 15-26 jarige werkzoekenden over het jaar 2007 is zeer gunstig en naar verhouding nog een fractie gunstiger dan in Utrecht.


37


13. Toekomstverwachting buurt

Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Overvecht 45% 34% nb 23% * Utrecht 18% 16% Niet van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Overvecht
* De in het Wijkactieplan Overvecht opgenomen streefwaarde is 30% (2017), op basis van de meting 2006 voor de wijk Overvecht (44%).

Uitkomsten krachtwijk Overvecht

· Niveau toekomstverwachting is ongunstiger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling toekomstverwachting over het jaar 2007 is behoorlijk gunstig, duidelijk gunstiger dan Utrecht.


38


39

Ondiep


40

3
Ondiep
De krachtwijk Ondiep bestaat uit de buurten Ondiep en Loevenhoutsedijk e.o. en is duidelijk kleiner dan de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt.

Samenvatting
De nulmeting geeft de stand weer van 2007. Hierbij is wel een jaar teruggekeken omdat bij de opstelling van de outcome-doelstellingen gerefereerd wordt aan 2006. Van de outcome-doelstelling `zonder diploma van school' komen eind juni via het CBS de meetgegevens beschikbaar. De uitgangssituatie voor de 13 gemeten outcome-indicatoren geeft samenvattend het volgende beeld:
· Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van 11 van de 13 indicatoren in de krachtwijk is ongunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht en in enkele gevallen veel ongunstiger, zoals bij jongerenoverlast, het aandeel `niet graag in buurt blijven wonen', het aandeel uitkeringsontvangers en de achterstandsscore bij kleuters. Het niveau van autokraak en van sociale contacten daarentegen is naar verhouding gunstig en ligt op het stedelijk gemiddelde.
· Ontwikkeling over het jaar 2007: Bij 9 van de 13 indicatoren is de ontwikkeling gunstig tot soms zeer gunstig. Het laatste geldt voor de buurtonveiligheidsgevoelens, autokraken, toekomstverwachting buurt en ervaren gezondheid. Daarentegen stijgt woninginbraak, tegen de dalende stedelijke trend in.
Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen conclusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen.
· Streefwaarden: Deze zijn in overleg met de wijkmanager en vakdiensten opnieuw bepaald.

In het wijkactieplan zijn de volgende 14 outcome-indicatoren benoemd:
1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage "vaak").
2. Door inwoners ervaren buurtonveiligheidsgevoelens.
3. Door politie geregistreerde woninginbraken.
4. Door politie geregistreerde autokraken.

5. Door politie geregistreerd geweld.

6. Door inwoners gegeven rapportcijfer voor schoonheid straten e.d. (verharde openbare ruimte) in hun buurt.

7. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt.
8. Bewonersoordeel over `graag in buurt blijven wonen'.
9. Door inwoners ervaren sociale contacten.

10. Door CWI geregistreerde uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar.

11. Door afdeling Onderwijs geregistreerde instromende kleuters met een achterstandsscore.
12. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters.
13. Door afdeling Onderwijs geregistreerde leerlingen die zonder diploma van school gaan.
14. Door inwoners ervaren gezondheid.


41


1. Vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt

Aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 37% 34% 25% * 16% * Wijk Noordwest 24% 28% Niet Utrecht 22% 19% van Nederland 9% 10% toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Ondiep en Veiligheidsmonitor Rijk
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 25% (2011) en 16% (2017), op basis van de meting
2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (33%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau jongerenoverlast is nog wel hoger dan in de wijk Noordwest en bijna het dubbele van Utrecht.
· Ontwikkeling jongerenoverlast over het jaar 2007 is gunstig, zeker ten opzichte van de ongunstige ontwikkeling in de wijk Noordwest. De ontwikkeling in de stad is echter relatief iets gunstiger dan in de krachtwijk.


42


2. Ervaren buurtonveiligheidsgevoelens

Aandeel ervaren buurtonveiligheidsgevoelens
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 47% 38% 31% * 20% * Wijk Noordwest 36% 40% Niet Utrecht 31% 29% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 33% (2011) en 20% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (43%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau buurtonveiligheidsgevoelens is gelijk aan de wijk Noordwest maar wel hoger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling buurtonveiligheidsgevoelens over het jaar 2007 is gunstig, veel gunstiger dan in de wijk Noordwest en ook gunstiger dan in Utrecht. Aannemelijke verklaring is dat de grote onrust in Ondiep na de onnatuurlijke dood van een buurtbewoner is verdwenen, mede na ingrijpen van gemeente en politie.


43


3. Woninginbraak

Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep * 23 26 15 ** 15 ** Wijk Noordwest 23 20 Niet Utrecht 21 19 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Ondiep
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 13 en 24. Deze komt vrijwel overeen met de volgens viercijferige postcode afgebakende krachtwijk. ** De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden 21 (2011) en 15 (2017) zijn gebaseerd op de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt. De in dit plan opgenomen uitgangssituatie (38) blijkt foutief, want is18 voor 2006.

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is exacte informatie over de krachtwijk niet beschikbaar, maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van twee buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau woninginbraak was in 2006 weinig hoger dan in de wijk Noordwest maar is in 2007 duidelijk hoger dan in de wijk en in Utrecht.

· Ontwikkeling woninginbraak over de periode 2006-2007 is ongunstig dit in tegenstelling tot de ontwikkelingen in de wijk Noordwest en ook Utrecht die juist gunstig uitpakken.


44


4. Autokraak

Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep * 30 18 16 ** 13 ** Wijk Noordwest 34 22 Niet Utrecht 25 20 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Ondiep
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 13 en 24. Deze komt vrijwel overeen met de volgens viercijferige postcode afgebakende krachtwijk. ** De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 30 (2011) en 20 (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (38).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is exacte informatie over de krachtwijk niet beschikbaar, maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van twee buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau autokraak was ongunstiger dan in Utrecht maar nu zelfs (iets) gunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht.

· Ontwikkeling autokraak over periode 2006-2007 is zeer gunstig, net als in de wijk Noordwest en naar verhouding duidelijk gunstiger dan in Utrecht.


45


5. Geweld

Aantal geregistreerde geweldsdelicten per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep * 10 9,0 7,5 ** 5 ** Wijk Noordwest 8,4 8,1 Niet Utrecht 5,6 5,6 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Ondiep
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 13 en 24. Deze komt vrijwel overeen met de volgens viercijferige postcode afgebakende krachtwijk. ** De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 7,5 (2011) en 5 (2017) op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (10,5%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is exacte informatie over de krachtwijk niet beschikbaar, maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van twee buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau geweld is iets ongunstiger dan in Noordwest en zeker dan in Utrecht.
· Ontwikkeling bij geweld over de periode 2006-2007 is gunstig, gunstiger dan in de wijk Noordwest en zeker gunstiger dan de stabilisatie in Utrecht.


46


6. Schone straten in de buurt

Inwoners: rapportcijfer schoonheid verharde openbare ruimte in buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 5,1 5,4 6,0 * 6,5 * Wijk Noordwest 5,5 5,6 Niet Utrecht 6,0 6,2 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 6,0 (2011) en 7,0 (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (5,0).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau rapportcijfer `schoonheid' is weinig lager dan in de wijk Noordwest. Het niveau in Utrecht is gunstiger.

· Ontwikkeling rapportcijfer `schoonheid' over het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht.


47


7. Toekomstverwachting buurt

Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 33% 24% 20% * 10% * Wijk Noordwest 19% 19% Niet Utrecht 18% 16% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 20% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (29%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau toekomstverwachting was eind 2006 beduidend ongunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht. Eind 2007 zijn de verschillen behoorlijk geslonken.
· Ontwikkeling toekomstverwachting over het jaar 2007 is behoorlijk gunstig, veel gunstiger dan Utrecht. In de wijk Noordwest blijft het percentage gelijk.


48


8. Niet graag in buurt blijven wonen

Inwoners: aandeel dat niet graag in buurt wil blijven wonen Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 38% 39% 28% * 15% * Wijk Noordwest 24% 24% Niet Utrecht 17% 15% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 25% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (33%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau `niet graag blijven wonen' is beduidend ongunstiger dan in de wijk Noordwest en in negatieve zin meer dan het dubbele van Utrecht.

· Ontwikkeling: Net als in de wijk Noordwest is er in het jaar 2007 bij `niet graag blijven wonen' geen ontwikkeling waar te nemen. De ontwikkeling in Utrecht is in lichte mate positief.


49


9. Onvoldoende sociale contacten

Inwoners: aandeel met onvoldoende sociale contacten Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 10% 9% 7% * 5% * Wijk Noordwest 7% 9% Niet Utrecht 7% 9% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 6% (2011) en 3% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (9%).

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau `onvoldoende sociale contacten' was eind 2006 ongunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht. Eind 2007 is het beeld dat de krachtwijk rond het stedelijk gemiddelde en licht beter dan de wijk Noordwest scoort.

· Ontwikkeling `onvoldoende sociale contacten' over het jaar 2007 is gunstig, dit in tegenstelling tot de ongunstige ontwikkelingen in de wijk Noordwest en Utrecht. Feit is wel dat het percentage in 2004 in de wijk Noordwest op het (hogere) niveau van 2007 lag en het ook in Utrecht toen met 8% hoger was dan in 2006.


50


10. Uitkeringsontvangers

Aandeel uitkeringsontvangers
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 25,8% 23,2% 18% ** 15% ** Wijk Noordwest 17,7% 15,7% Niet Utrecht 14,3% 12,6% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: CWI en Wijkactieplan Ondiep

* 1-1-2006 respectievelijk 1-1-2007
** De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 14,3% (2011) en 12,5% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (18,9% per 1-1-2006). Opmerking bij deze streefwaarden: de gemeente heeft alleen directe invloed op het aandeel bijstandsuitkeringen; het UWV heeft invloed op het volume van de ww en de arbeidsongeschiktheid, waarbij geldt dat dit volume naast de economische ontwikkeling zeer afhankelijk is van wetgeving in dit kader.

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau uitkeringsontvangers is beduidend ongunstiger dan in de wijk Noordwest en zeker Utrecht.
· Ontwikkeling uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar over het jaar 2006 is gunstig, ongeveer even gunstig als in de wijk Noordwest en Utrecht.


51


11. Instromende kleuters met achterstandsscore

Aandeel instromende kleuters met een achterstandsscore Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep nb 47,3% 43% * 38% * Wijk Noordwest nb 42,4% Niet Utrecht nb 19,1% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn +10% (2011) en +20% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Voor de streefwaarden zijn afgeronde percentages opgenomen.

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau `instromende kleuters' is weinig ongunstiger dan in de wijk Noordwest maar zeer aanzienlijk ongunstiger dan in Utrecht.


52


12. Voortijdige schoolverlaters

Aantal en aandeel voortijdige schoolverlaters
Gebied Nulmeting Streefwaarden 2006 2007

aantal ** % 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Ondiep nb 161 17,9% 140 * 120 * Wijk Noordwest nb 607 11,5% Nvt Utrecht 3.222 2.903 9,1% *** Nederland nb nb nb Nvt Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn een afname met 10% (2011) en 25% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Met 2007 vergelijkbare cijfers voor 2006 zijn alleen stedelijk voorhanden. De in absolute aantallen uitgedrukte streefwaarde is gebaseerd op 2007 en betreft op 10 afgeronde cijfers. ** Aantal voortijdige schoolverlaters in procenten van totale stedelijke schoolpopulatie. *** De stedelijke doelstelling is dat in het schooljaar 2010-2011 het aantal voortijdig schoolverlaters met 50% gedaald moet zijn ten opzichte van de stand in het schooljaar 2004-2005.

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau aandeel voortijdige schoolverlaters in de krachtwijk is beduidend ongunstiger dan stedelijk.
· Ontwikkeling is alleen voor de stad bekend. De stedelijke ontwikkeling in 2007 is in alle opzichten gunstig. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt met 10% van 3.222 naar 2.903. Ten opzichte van de totale stedelijke schoolpopulatie zakt het aandeel voortijdig schoolverlaters van 10,1% (2006) naar 9,1% (2007).


13. Leerlingen zonder diploma van school

Van de outcome-doelstelling `zonder diploma van school' komen eind juni via het CBS (internet: Statline) de meetgegevens beschikbaar.


53


14. Gezondheid

Inwoners: aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid Gebied Nulmeting Streefwaarden 2004 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Ondiep 30% 17% 15% * 10% * Wijk Noordwest 20% 15% Niet Utrecht 17% 13% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Ondiep
* De in het Wijkactieplan Ondiep opgenomen streefwaarden zijn 18% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Ondiep/2e Daalsebuurt (20%). In verband met een wijziging in de vraagstelling naar gezondheid is de meting 2006 voor deze indicator niet goed bruikbaar en vervangen door de meting van 2004 (22%), waarmee verder is gerekend.

Uitkomsten krachtwijk Ondiep

· Niveau `matig/slecht ervaren gezondheid' was veel ongunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht maar ligt nu in de buurt van de wijk Noordwest.
· Ontwikkeling `matig/slecht ervaren gezondheid' tussen 2004 en 2007 lijkt gunstig, gunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht.


54


55

Zuilen-oost


56

4
Zuilen-oost
De krachtwijk Zuilen-oost beslaat een belangrijk deel van de subwijk Zuilen-noordoost en heeft iets meer dan 70% van haar inwoners.

Samenvatting
De nulmeting geeft de stand weer van 2007. Hierbij is wel een jaar teruggekeken omdat bij de opstelling van de outcome-doelstellingen gerefereerd wordt aan 2006. Van de outcome-doelstelling `zonder diploma van school' komen eind juni via het CBS de meetgegevens beschikbaar. De uitgangssituatie voor de 12 gemeten outcome-indicatoren geeft samenvattend het volgende beeld:
· Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van de 12 outcome-indicatoren in de krachtwijk is (nu) ongunstiger dan in de wijk Noordwest en (vooral) Utrecht.
· Ontwikkeling over het jaar 2007: Bij 3 indicatoren is de ontwikkeling gunstig: grote afname autokraak, daling aandeel uitkeringsontvangers en een beter ervaren gezondheid. Bij de overige indicatoren is de ontwikkeling bijna altijd (zeer) ongunstig. Dit betreft de indicatoren met betrekking tot subjectieve en objectieve onveiligheid, de (toekomst van de) buurt en de ervaren sociale contacten.
Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen conclusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen.
· Streefwaarden: Deze zijn in overleg met de wijkmanager en vakdiensten opnieuw bepaald.

In het wijkactieplan zijn de volgende 13 outcome-indicatoren benoemd:
1. Door inwoners ervaren jongerenoverlast in hun buurt (percentage "vaak").
2. Door inwoners ervaren buurtonveiligheidsgevoelens (percentage "vaak").
3. Door politie geregistreerde woninginbraken.
4. Door politie geregistreerde autokraken.

5. Door politie geregistreerd geweld.

6. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt.
7. Bewonersoordeel over `graag in buurt blijven wonen'.
8. Door inwoners ervaren sociale contacten.

9. Door CWI geregistreerde uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar.

10. Door afdeling Onderwijs geregistreerde instromende kleuters met een achterstandsscore.
11. Door afdeling Onderwijs geregistreerde voortijdige schoolverlaters.
12. Door afdeling Onderwijs geregistreerde leerlingen die zonder diploma van school gaan.
13. Door inwoners ervaren gezondheid.


57


1. Jongerenoverlast in de buurt

Inwoners: aandeel vaak ervaren jongerenoverlast in de buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 22% 39% 18% * 16% * Wijk Noordwest 24% 28% Niet Utrecht 22% 19% van Nederland 9% 10% toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht, Wijkactieplan Zuilen-oost en Veiligheidsmonitor Rijk
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 18% (2011) en 16% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (22%).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau jongerenoverlast was eind 2006 gelijk aan dat van Utrecht maar eind 2007 tweemaal zo hoog.

· Ontwikkeling over het jaar 2007 is zeer ongunstig en ook veel ongunstiger dan in de referentiegebieden.


58


2. Buurtonveiligheidsgevoelens

Inwoners: aandeel ervaren buurtonveiligheidsgevoelens Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 40% 52% 35% * 25% * Wijk Noordwest 36% 40% Niet Utrecht 31% 29% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 30% (2011) en 20% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-noordoost (34%).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau buurtonveiligheidsgevoelens is hoger dan in de wijk Noordwest en veel hoger dan in Utrecht.
· Ontwikkeling buurtonveiligheidsgevoelens over het jaar 2007 is behoorlijk ongunstig, ongunstiger dan in de wijk Noordwest en zeker ongunstiger dan in Utrecht.

In het Wijkactieplan Zuilen-oost staat aangegeven dat men wil inzoomen op de frequente gevoelens van onveiligheid.

Inwoners: aandeel VAAK ervaren onveiligheidsgevoelens * Gebied Nulmeting
2006 2007 2008 2009 2010 2011

Krachtwijk Zuilen-oost 6% 11% * Wijk Noordwest 4% 5% * Utrecht 4% 3% * Nederland nb nb Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* Het gaat hierbij om onveiligheidsgevoelens `in het algemeen' en niet om buurtonveiligheidsgevoelens. De frequentie van de buurtonveiligheidsgevoelens is bij uitzondering alleen in 2007 gevraagd, terwijl de frequentie van de algemene onveiligheidsgevoelens een (landelijke) standaardvraag is, waar over een reeks van jaren informatie beschikbaar is. Het blijkt dat de uitkomsten voor de frequente buurtonveiligheidsgevoelens weinig tot geen verschil laten zien. Respectievelijk gaat het in 2007 dan om 13% (krachtwijk) respectievelijk 4% (wijk) en 3% (stad).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau frequente onveiligheidsgevoelens is nu hoger dan in de wijk Noordwest en Utrecht.
· Ontwikkeling frequente onveiligheidsgevoelens over het jaar 2007 is ongunstig, in tegenstelling tot de wijk Noordwest en Utrecht waar de situatie ongeveer gelijk blijft.
59


3. Woninginbraak

Aantal geregistreerde woninginbraken per 1.000 woningen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost * 24 27 16 ** 15 ** Wijk Noordwest 23 20 Niet Utrecht 21 19 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Zuilen-oost
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 16/17/21/22. Dit gebied is maar weinig groter en (vrijwel) gelijk aan het daar vigerende Urgentiegebied Veiligheid. ** De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 21 (2011) en 15 (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (23).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is precieze informatie over de krachtwijk niet beschikbaar maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van vier buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau woninginbraak was in 2006 weinig hoger dan in de wijk Noordwest maar is in 2007 duidelijk hoger dan in de wijk en in Utrecht.

· Ontwikkeling woninginbraak over de periode 2006-2007 is ongunstig dit in tegenstelling tot de ontwikkelingen in de wijk Noordwest en ook Utrecht die juist gunstig uitpakken.


60


4. Autokraak

Aantal geregistreerde autokraken per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost * 38 25 20 ** 20 ** Wijk Noordwest 34 22 Niet Utrecht 25 20 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Zuilen-oost
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 16/17/21/22. Dit gebied is maar weinig groter en (vrijwel) gelijk aan het daar vigerende Urgentiegebied Veiligheid. ** De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 30 (2011) en 20 (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (38).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is precieze informatie over de krachtwijk niet beschikbaar maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van vier buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau autokraak was in 2006 veel ongunstiger dan in Utrecht maar is in 2007 een stuk dichterbij het stedelijk gemiddelde gekomen.

· Ontwikkeling autokraak over periode 2006-2007 is zeer gunstig, net als in de wijk Noordwest en naar verhouding duidelijk gunstiger dan in Utrecht.


61


5. Geweld

Aantal geregistreerde geweldsdelicten per 1.000 inwoners/arbeidsplaatsen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost * 8,5 9,4 7,5 ** 5 ** Wijk Noordwest 8,4 8,1 Niet Utrecht 5,6 5,6 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Politieregio Utrecht (BPS), bewerking BI en Wijkactieplan Zuilen-oost
* Exacte benadering krachtwijk niet mogelijk. Goed alternatief is de optelling van de buurten 16/17/21/22. Dit gebied is maar weinig groter en (vrijwel) gelijk aan het daar vigerende Urgentiegebied Veiligheid. ** De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 7,5 (2011) en 5 (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (9,2).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Opmerking vooraf: voor deze indicator is precieze informatie over de krachtwijk niet beschikbaar maar er kan goed volstaan worden met een totaalscore van vier buurten (zie noot * onderaan tabel).
· Niveau geweld is ongunstiger dan in Noordwest en zeker dan in Utrecht.
· Ontwikkeling bij geweld over de periode 2006-2007 is ongunstig, dit in tegenstelling tot de licht positieve ontwikkeling in de wijk Noordwest en de stabilisering in Utrecht.


62


6. Toekomstverwachting buurt

Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 13% 25% 16% * 12% * Wijk Noordwest 19% 19% Niet Utrecht 18% 16% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 14% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (14%).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau toekomstverwachting was eind 2006 gunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht, maar pak eind 2007 ongunstiger uit.

· Ontwikkeling toekomstverwachting over het jaar 2007 is behoorlijk ongunstig, veel ongunstiger dan in de wijk Noordwest en tegengesteld aan de licht positieve ontwikkeling in Utrecht.


63


7. Niet graag in buurt blijven wonen

Inwoners: aandeel dat niet graag in buurt wil blijven wonen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 26% 30% 23% * 15% * Wijk Noordwest 24% 24% Niet Utrecht 17% 15% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 20% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (23%).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau `niet graag blijven wonen' is ongunstiger dan in de wijk Noordwest en nu het dubbele van Utrecht.

· Ontwikkeling `niet graag blijven wonen' over het jaar 2007 is ongunstig, ongunstiger dan in de wijk Noordwest en tegengesteld aan de licht positieve ontwikkeling in Utrecht.


64


8. Onvoldoende sociale contacten

Inwoners: aandeel met onvoldoende sociale contacten Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 9% 11% 6% * 5% * Wijk Noordwest 7% 9% Niet Utrecht 7% 9% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 6% (2011) en 3% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (9,1%).

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau `onvoldoende sociale contacten' is ongunstiger dan in de wijk Noordwest en Utrecht.
· Ontwikkeling `onvoldoende sociale contacten' over het jaar 2007 is ongunstig, ongeveer even ongunstig als in de wijk Noordwest en Utrecht. Feit is wel dat het percentage in 2004 in de wijk Noordwest op het (hogere) niveau van 2007 lag en het ook in Utrecht toen met 8% hoger was dan in
2006.


65


9. Uitkeringsontvangers

Aandeel uitkeringsontvangers
Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 21,2% 18,6% 14% 11% ** **

Wijk Noordwest 17,7% 15,7% Niet Utrecht 14,3% 12,6% van toepassing Nederland nb nb Bronnen: CWI en Wijkactieplan Zuilen-oost

* 1-1-2006 respectievelijk 1-1-2007
** De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 16% (2011) en 12,5% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (21,9% per 1-1-2006). ). Opmerking bij deze streefwaarden: de gemeente heeft alleen directe invloed op het aandeel bijstandsuitkeringen; het UWV heeft invloed op het volume van de ww en de arbeidsongeschiktheid, waarbij geldt dat dit volume naast de economische ontwikkeling zeer afhankelijk is van wetgeving in dit kader.

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau uitkeringsontvangers is ongunstiger dan in de wijk Noordwest en zeker Utrecht.
· Ontwikkeling uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/ arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar over het jaar 2006 is gunstig, even gunstig als in de wijk Noordwest en Utrecht.


66


10. Instromende kleuters met achterstandsscore

Aandeel instromende kleuters met een achterstandsscore Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost nb 49,4% 44% * 40% * Wijk Noordwest nb 42,4% Niet Utrecht nb 19,1% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn +10% (2011) en +20% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Voor de streefwaarden zijn afgeronde percentages opgenomen.

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau `instromende kleuters' is weinig ongunstiger dan in de wijk Noordwest maar zeer aanzienlijk ongunstiger dan in Utrecht.


67


11. Voortijdige schoolverlaters

Aantal en aandeel voortijdige schoolverlaters Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007

aantal ** % 2008 2009 2010 2011 2011 2017 Krachtwijk Zuilen-oost nb 132 15,7% 120 * 100 * Wijk Noordwest nb 607 11,5% Nvt Utrecht 3.222 2.903 9,1% *** Nederland nb nb nb Nvt Bronnen: DMO, afdeling Onderwijs en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn een afname met 10% (2011) en 25% (2017) ten opzichte van de stand 2006. Met 2007 vergelijkbare cijfers voor 2006 zijn alleen stedelijk voorhanden. De in absolute aantallen uitgedrukte streefwaarde is gebaseerd op 2007 en betreft op 10 afgeronde cijfers. ** Aantal voortijdige schoolverlaters in procenten van totale stedelijke schoolpopulatie. *** De stedelijke doelstelling is dat in het schooljaar 2010-2011 het aantal voortijdig schoolverlaters met 50% gedaald moet zijn ten opzichte van de stand in het schooljaar 2004-2005.

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau aandeel voortijdige schoolverlaters in de krachtwijk is ongunstiger dan stedelijk.
· Ontwikkeling is alleen voor de stad bekend. De stedelijke ontwikkeling in 2007 is in alle opzichten gunstig. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt met 10% van 3.222 naar 2.903. Ten opzichte van de totale stedelijke schoolpopulatie zakt het aandeel voortijdig schoolverlaters van 10,1% (2006) naar 9,1% (2007).


12. Leerlingen zonder diploma van school

Van de outcome-doelstelling `zonder diploma van school' komen eind juni via het CBS (internet: Statline) de meetgegevens beschikbaar.

68


13. Gezondheid

Inwoners: aandeel met matig/slecht ervaren gezondheid Gebied Nulmeting Streefwaarden
2004 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Zuilen-oost 20% 17% 15% * 10% * Wijk Noordwest 20% 15% Niet Utrecht 17% 13% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Zuilen-oost
* De in het Wijkactieplan Zuilen-oost opgenomen streefwaarden zijn 18% (2011) en 10% (2017), op basis van de meting 2006 voor de subwijk Zuilen-Noordoost (20%). In verband met een wijziging in de vraagstelling naar gezondheid is de meting 2006 voor deze indicator niet goed bruikbaar en vervangen door de meting van 2004 (21%), waarmee verder is gerekend.

Uitkomsten krachtwijk Zuilen-oost

· Niveau `matig/slecht ervaren gezondheid' is (iets) minder gunstig dan in de wijk Noordwest en Utrecht.

· Ontwikkeling `matig/slecht ervaren gezondheid' tussen 2004 en 2007 lijkt gunstig, maar minder gunstig dan in de wijk Noordwest en Utrecht.


69

Hoograven


70


5
Hoograven
Hoograven is door het gemeentebestuur als vijfde krachtwijk toegevoegd aan de vier krachtwijken die door het rijk zijn onderscheiden. De krachtwijk Hoograven bestaat uit twee subwijken, namelijk de subwijk Oud-Hoograven / Tolsteeg en de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt.

Samenvatting
De nulmeting geeft de stand weer van 2007. Hierbij is wel een jaar teruggekeken omdat bij de opstelling van de outcome-doelstellingen gerefereerd wordt aan 2006. De uitgangssituatie geeft samenvattend het volgende beeld:

· Niveau tov referentiegebieden: Het niveau van de outcome-indicatoren ten opzichte van de wijk Zuid en Utrecht is of iets ongunstiger (buurtoordeel/groenverzorging/schoonheid/opleiding) of (vrijwel) hetzelfde (onderhoud/werkzoekenden/uitkeringsontvangers) en in één geval iets gunstiger (toekomstverwachting). Daarentegen is het niveau van alle 8 outcome-indicatoren in de subwijk Nieuw Hoograven / Bokkenbuurt ongunstiger dan in de wijk Zuid en Utrecht.
· Ontwikkeling over het jaar 2007:

- De oordelen over de (toekomst van de) buurt, de groenverzorging en de schoonheid van de openbare ruimte wijzigen niet of nauwelijks terwijl deze in Utrecht een fractie beter worden. Het rapportcijfer onderhoud openbare ruimte daalt, terwijl dat in de stad gelijk blijft.
- De aandelen niet-werkende werkzoekenden en het aandeel uitkeringsontvangers nemen af (over het jaar 2006). De afname is relatief (iets) groter dan in Utrecht.
- Het aandeel laag-opgeleiden stijgt in lichte mate net als in Utrecht. De toename ervan in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is relatief groter. Omdat het hier slechts gaat om een periode van één jaar, kunnen uit deze gegevens geen conclusies getrokken worden over trends of blijvende ontwikkelingen.
· Streefwaarden: Deze zijn in overleg met de wijkmanager en vakdiensten opnieuw bepaald. Aansluitend bij de wijkactieplannen van de andere vier krachtwijken zijn de nieuwe streefwaarden opgesteld voor de hele krachtwijk Hoograven. Daarnaast zijn de streefwaarden gebaseerd op de oorspronkelijk in het wijkactieplan onderscheiden subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt, gehandhaafd.

In het wijkactieplan zijn de volgende 8 outcome-indicatoren benoemd:
1. Door inwoners gegeven algemene oordeel over hun buurt.
2. Door inwoners gegeven toekomstverwachting voor hun buurt.
3. Door inwoners gegeven rapportcijfer voor de verzorging van het openbaar buurtgroen.
4. Door inwoners gegeven rapportcijfer voor schoonheid straten e.d. (verharde openbare ruimte) in hun buurt.

5. Door inwoners gegeven rapportcijfer voor het onderhoud van de verharde openbare ruimte in hun buurt.

6. Door CWI geregistreerde niet-werkende werkzoekenden.
7. Door CWI geregistreerde uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar.

8. Door inwoners opgegeven hoogst voltooide opleiding.
71


1. Algemeen buurtoordeel

Samengesteld rapportcijfer algemeen buurtoordeel op basis van inwonersoordelen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 6,5 6,5 7,0 * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 5,7 5,8 6,7* nb Wijk Zuid 6,7 6,8 Niet Utrecht 6,8 7,0 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is 6,7, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (5,7).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau samengesteld rapportcijfer algemeen buurtoordeel is lager dan in Zuid en Utrecht. Het niveau in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is een (meer dan een) vol punt lager dan in Zuid en Utrecht.

· Ontwikkeling: samengesteld rapportcijfer algemeen buurtoordeel is in 2007 gelijk gebleven. Naar verhouding is dit iets ongunstiger dan in de wijk Zuid en Utrecht waar het rapportcijfer licht steeg.


72


2. Toekomstverwachting buurt

Inwoners: aandeel negatieve toekomstverwachting buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 11% 12% 10% * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 12% 19% 12% * nb Wijk Zuid 13% 14% Niet Utrecht 18% 16% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is 12%, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (12%).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau `toekomstverwachting' is (iets) gunstiger dan in Zuid en Utrecht. Niveau in de subwijk Nieuw- Hoograven / Bokkenbuurt is nu ongunstiger dan in Zuid en ook Utrecht, wat eind 2006 nog niet het geval was.

· Ontwikkeling: `toekomstverwachting' in het jaar 2007 is vrijwel gelijk gebleven, net als in de wijk Zuid en Utrecht. In de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is de ontwikkeling duidelijk ongunstiger.


73


3. Verzorging openbaar buurtgroen

Inwoners: rapportcijfer verzorging openbaar buurtgroen Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 6,3 6,3 6,7 * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 6,4 6,0 6,6* nb Wijk Zuid 6,4 6,5 Niet Utrecht 6,1 6,3 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is een 6,7, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (6,4).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau rapportcijfer verzorging openbaar buurtgroen is iets ongunstiger dan in Zuid maar gelijk aan dat van Utrecht. Niveau in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is nu ongunstiger dan in Zuid en Utrecht, wat eind 2006 nog niet het geval was.
· Ontwikkeling: rapportcijfer verzorging openbaar buurtgroen blijft gelijk in 2007, waar dit in de wijk Zuid en Utrecht iets stijgt. Ontwikkeling van het rapportcijfer in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is behoorlijk ongunstig.


74


4. Schone straten in de buurt

Inwoners: rapportcijfer schoonheid verharde openbare ruimte in buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 6,1 6,1 6,6 * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 5,8 5,6 6,5 * nb Wijk Zuid 6,3 6,3 Niet Utrecht 6,0 6,2 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is een 6,7, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (5,8).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau `schoonheid' ligt weinig lager dan in Zuid en Utrecht. Het niveau van dit rapportcijfer in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt ligt wel duidelijk lager.
· Ontwikkeling: rapportcijfer `schoonheid' blijft in 2007 gelijk, net als in Zuid, terwijl het in Utrecht licht stijgt. Ontwikkeling van dit rapportcijfer in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is in lichte mate ongunstig.


75


5. Onderhoud straten in de buurt

Inwoners: rapportcijfer onderhoud verharde openbare ruimte in buurt Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 6,6 6,2 6,6 * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 6,2 5,8 6,5 * nb Wijk Zuid 6,6 6,2 Niet Utrecht 6,2 6,2 van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is een 6,5, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (6,2).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau `onderhoud' is precies hetzelfde als in de wijk Zuid en Utrecht. Niveau van dit rapportcijfer in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is wel relatief ongunstig.
· Ontwikkeling rapportcijfer `onderhoud' over het jaar 2007 is ongunstig, net als in de wijk Zuid. In Utrecht blijft dit rapportcijfer gelijk.


76


6. Niet-werkende werkzoekenden

Aandeel niet-werkende werkzoekenden
Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 5,9% 4,1% 3,5% ** nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 9,8% 7,2% 5,5% ** nb Wijk Zuid 5,3% 3,9% Niet Utrecht 5,1% 4,0% van Nederland 4,3% toepassing Bronnen: CWI en Wijkactieplan Hoograven en CWI Arbeidsmarktprognose 2007-2012.
* 1-1-2007 respectievelijk 1-1-2008
** De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is 7,5%, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (9,8%). Opmerking bij deze streefwaarden: alleen bereikbaar bij gelijkblijvende economische ontwikkeling en een toereikend reïntegratiebudget.

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau aandeel werkzoekenden is (vrijwel) gelijk aan dat in de wijk Zuid en Utrecht. Niveau hiervan in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is wel duidelijk ongunstiger.
· Ontwikkeling aandeel werkzoekenden in het jaar 2007 is gunstig, gunstiger dan in de wijk Zuid en Utrecht. Ontwikkeling van dit aandeel in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is net iets minder gunstig dan in de krachtwijk en gelijk aan die van Zuid.


---


7. Uitkeringsontvangers

Aandeel uitkeringsontvangers
Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 * 2007 * 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 14,9% 13,3% 12% ** nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 21,8% 20,0% 15% ** nb Wijk Zuid 14,3% 13,1% Niet Utrecht 14,3% 12,6% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: CWI en Wijkactieplan Hoograven

* 1-1-2006 respectievelijk 1-1-2007
** Conform de in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde van 15% voor 2011, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (21,8% per 1-1-2006). ). Opmerking bij deze streefwaarden: de gemeente heeft alleen directe invloed op het aandeel bijstandsuitkeringen; het UWV heeft invloed op het volume van de ww en de arbeidsongeschiktheid, waarbij geldt dat dit volume naast de economische ontwikkeling zeer afhankelijk is van wetgeving in dit kader.

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau aandeel uitkeringsontvangers is (vrijwel) gelijk aan dat van Zuid en Utrecht. Niveau van dit aandeel in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is duidelijk ongunstiger dan in Zuid en Utrecht.

· Ontwikkeling aandeel uitkeringsontvangers (bijstand/werkloosheid/ arbeidsongeschiktheid) jonger dan 65 jaar over het jaar 2006 is relatief gunstig. De ontwikkeling is een (fractie) gunstiger dan in Utrecht en de wijk Zuid. De ontwikkelingen van dit aandeel in Zuid en de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt lopen precies gelijk.


78


8. Laagopgeleiden

Aandeel laagopgeleiden
Gebied Nulmeting Streefwaarden
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2017

Krachtwijk Hoograven 27% 30% 25% * nb Subwijk Nieuw-Hoograven /
Bokkenbuurt 35% 43% 30% * nb Wijk Zuid 22% 26% Niet Utrecht 22% 25% van Nederland nb nb toepassing Bronnen: Inwonersenquête Utrecht en Wijkactieplan Hoograven
* De in het Wijkactieplan Hoograven opgenomen streefwaarde voor 2011 is 30%, op basis van de meting 2006 voor de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt (35%).

Uitkomsten krachtwijk Hoograven

· Niveau aandeel laagopgeleiden is maar iets ongunstiger dan in Zuid en Utrecht. Het niveau van dit aandeel in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is echter duidelijk ongunstiger dan in Zuid en Utrecht.

· Ontwikkeling aandeel laagopgeleiden in het jaar 2007 is in lichte mate ongunstig, (een fractie) minder ongunstig dan in Utrecht en de wijk Zuid. De ontwikkeling van dit aandeel in de subwijk Nieuw-Hoograven / Bokkenbuurt is naar verhouding het meest ongunstig.


79


80

Bijlage: indicatorenoverzicht
n t t ve eiland ch ra oos- ver og nalen ndiep ilenu Ho Ka O Ove Z Algemeen

1. rapportcijfer Algemeen buurtoordeel (GSB-indicator) x x 2
2. % negatieve toekomstverwachting x x x x x 5
3. % verantwoordelijk voor de buurt x 1
4. % dat niet graag in buurt wil blijven wonen x x 2 Integratie
5. % onvoldoende sociale contacten x x 2
6. rapportcijfer Sociale samenhang (GSB-indicator) x x 2 Wonen en woonomgeving

7. rapportcijfer verzorging openbaar buurtgroen x 1
8. rapportcijfer onderhoud verharde openbare ruimte x 1
9. rapportcijfer schoonheid verharde openbare ruimte x x 2
10. % sociale huurwoningen x x 2 Veiligheid

11. % (vaak) ervaren jongerenoverlast x x x x 4
12. autokraken per 1000 inw+arb x x x x 4
13. woninginbraken per 1000 woningen x x x x 4
14. % dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt (vaak onveilig) x x 2
15. geweldsincidenten per 1000 inw+arb x x 2 Gezondheid

16. % met matig of slechte gezondheid x x x x 4 Leren

17. % laag opgeleiden x 1
18. % basisschoolleerlingen met achterstandsscore x 1
19. % instromende kleuters met achterstandsscore x x 2
20. % leerlingen zonder diploma van school (startkwalificatie) x x 2
21. % doorstroom naar HAVO/VWO x x 2
22. aantal voortijdig schoolverlaters (VSV) (schooluitval) x x x x 4 Werken
23.% werkzoekenden (NWW) (CBS: naar leeftijdsklasse) x 1
24. % werkzoekenden 15-26 jaar (NWW) x x 2
25. % uitkeringsontvangers 26. % huishoudens met bijstandsuitkering x 1
27. % huishoudens met een inkomen uit uitkering x 1
27 indicatoren in totaal in wijkactieplannen

1 indicator in alle 5 wijkactieplannen

6 indicatoren in 4 wijkactieplannen

12 indicatoren in 2 wijkactieplannen

8 indicatoren in 1 wijkactieplan

81


---- --