Ministerraad


Kabinet wil sterke vereenvoudiging natuurwetten

Persbericht | 11-07-2008

De ministerraad heeft op voorstel van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ingestemd met het voornemen om drie natuurwetten te integreren: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Daarmee wordt de wetgeving voor de bescherming van de natuur sterk vereenvoudigd.

Het kabinet reageert met dit voorstel op de evaluatie van de natuurwetgeving in Nederland. In de evaluatie staat dat de Europese en andere internationale regelgeving voor de bescherming van de natuur adequaat in nationale wetgeving is omgezet, maar dat de Nederlandse natuurwetten consistenter en transparanter kunnen. Met name de Flora- en faunawet wordt nu als erg ingewikkeld ervaren.

Het kabinet wil de regeling van de soortenbescherming in de Flora- en faunawet vereenvoudigen en snijden in de uitvoeringsregelingen. Ook zal opnieuw worden gekeken naar de inheemse dieren en planten die echt wettelijke bescherming nodig hebben. Het gevolg is dat een aantal nader te bepalen niet bedreigde soorten van de lijst zal verdwijnen. In de praktijk betekent dit dat een ontheffingsaanvraag achterwege kan blijven als op een bouwterrein bijvoorbeeld bruine kikkers of veldmuizen voorkomen.

Het kabinet wil meer natuurtaken naar de provincies overhevelen. De provincies gaan in de toekomst over de ontheffingsverlening voor ruimtelijke ingrepen, met uitzondering van projecten die de provinciegrens overschrijden, de beoordeling van een kapmelding of kapverbod en de taken die nu aan het Faunafonds zijn opgedragen. Het algemene jachtverbod in natuurgebieden wordt opgeheven. In plaats daarvan beoordeelt de terreinbeheerder per natuurgebied of jacht is toegestaan.

Voor de korte termijn heeft de minister van LNV al een aantal acties in gang gezet die moeten zorgen voor een betere uitvoering en handhaving van de natuurwetgeving. Zo wordt er gewerkt aan een vereenvoudiging van de uitvoering van de internationale regels voor beschermde planten en dieren, de zogeheten CITES-regelgeving, en komen er proeven met een regeling voor tijdelijke natuur die ontstaat op braakliggende bouwterreinen.