Ministerraad
Kabinet: meer bescherming voor kinderen
Persbericht | 11-07-2008
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van
Justitie en minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin ingestemd met een
wetsvoorstel om kinderen beter te beschermen tegen ouders die er
onvoldoende in slagen hun kind op een gezonde en evenwichtige manier
op te voeden. Bij de keuzes die in de jeugdbescherming worden gemaakt,
komt het belang van het kind op de eerste plaats. De aanpassingen in
de kinderbeschermingswetgeving maken het eenvoudiger die maatregel te
kiezen die het meest aansluit bij de omstandigheden waarin de
minderjarige zich bevindt: een keuze op maat.
Het kabinet verruimt daartoe de grond om een minderjarige onder
toezicht te stellen. Binnenkort kan de rechter deze maatregel ook
opleggen aan kinderen met relatief lichte problemen. Verder is de
uitvoering van de ondertoezichtstelling verbeterd. De kinderrechter
kan op verzoek het ouderlijk gezag op specifieke punten laten
uitoefenen door het bureau jeugdzorg als een jongere uit huis is
geplaatst, bijvoorbeeld bij aanmelding bij een onderwijsinstelling.
Ook komt er - in plaats van de huidige twee
kinderbeschermingsmaatregelen - één maatregel om het ouderlijk gezag
te beëindigen. Voor de nieuwe, zogeheten gezagsbeëindigende maatregel
is instemming van de ouders niet vereist. Overigens zal een
ondertoezichtstelling vaak aan een gezagsbeëindiging voorafgaan. Maar
wanneer het bij aanvang van het kinderbeschermingstraject al duidelijk
is dat de ouders hun opvoedingsverantwoordelijkheid niet binnen een
aanvaardbare termijn waarmaken, kan direct de gezagsbeëindigende
maatregel worden getroffen. Bijvoorbeeld wanneer de ouders al
jarenlang verslaafd zijn aan harddrugs en er weinig of geen
aanwijzingen voor verbetering zijn.
Andere belangrijke wijzigingen in het wetsvoorstel zijn de verbetering
van de rechtspositie van met name de pleegouders. Ook zijn nieuwe
afspraken gemaakt over de verantwoording voor uitoefening van de
voogdij aan de raad voor de kinderbescherming. Voortaan moet het
bureau jeugdzorg zowel over de uitvoering van de ondertoezichtstelling
als over de uitoefening van de voogdij aan de raad voor de
kinderbescherming verantwoording afleggen.
Tot slot is de gegevensuitwisseling vereenvoudigd tussen instellingen
in de jeugdzorg bij een lopende ondertoezichtstelling. Bureau
jeugdzorg krijgt het recht om zonder toestemming van de ouders, van
wie het kind onder toezicht is gesteld, informatie op te vragen bij
derden. Voor een goede uitvoering van de ondertoezichtstelling speelt
informatieverstrekking aan het bureau jeugdzorg uit de omgeving van de
minderjarige immers een cruciale rol. Een goed geïnformeerd bureau
jeugdzorg is beter in staat een zorgvuldige inschatting te maken over
de situatie van een minderjarige en de te verlenen hulp aan de
minderjarige en zijn ouders.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.