abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
11 juli 2008 1
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGMO-2008/91 -
Onderwerp
Reactie op artikelen Delftse Post en Delft op Zondag, A4 Delft-Schiedam
Geachte voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van 26 juni verzocht u mij om een reactie op de artikelen
over de A4 Delft-Schiedam in de `Delftse Post' van 14, 19 en 26 maart 2008, en een
artikel in `Delft op zondag' van 30 maart 2008. U verzocht mij specifiek in te gaan op het
gestelde in deze artikelen dat Rijkswaterstaat mij, U en burgers onjuist en onvolledig
informeert.
Ik maak graag gebruik van uw verzoek om een reactie en ik heb u op het Algemeen
Overleg toegezegd u schriftelijk te informeren.
De beweringen in bovengenoemd artikelen werp ik verre van mij. Rijkswaterstaat maakt
zoals u weet onderdeel uit van mijn Ministerie, voert in opdracht van mij onderzoeken uit,
onderhoudt hierover intensieve contacten in de regio én informeert mij hier adequaat
over.
In de artikelen wordt door de auteur gerefereerd aan de volgende documenten:
1. Een brief van Rijkswaterstaat aan omwonenden over de A4 Delft-Schiedam. De
inhoud van deze brief wordt in twijfel getrokken;
2. Een studie naar de A4, verricht door de Ministers van Verkeer en Waterstaat en
VROM, die niet openbaar zou zijn gemaakt.
Hieronder zal ik op deze 2 documenten nader ingaan.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGMO-2008/91
Ad 1: Brief aan burgers, verzonden februari 2008.
Ik hecht waarde aan een zorgvuldig en transparant besluitvormingsproces.
Daarom heb ik u in januari 2008 (Kamerstuk 30 561 nr. 8) geïnformeerd over het besluit
dat ik samen met mijn collega, minister Cramer, en in afstemming met de IODS-
adviesgroep heb genomen.
Tevens heb ik Rijkswaterstaat verzocht om de omwonenden in de regio met een brief te
informeren over dit besluit en mijn beweegredenen daarbij. De informatie die
Rijkswaterstaat in opdracht van mij aan de burgers in de regio heeft gegeven is in lijn met
de informatie die u in bovengenoemde brief van mij hebt ontvangen. Voor de brief die
Rijkswaterstaat in opdracht van mij aan burgers heeft gestuurd heeft wil ik u verwijzen
naar bijlage 1.
De brief aan de burgers in de regio, waartegen in de genoemde artikelen wordt geageerd,
wordt door een groot deel van de burgers in de regio gewaardeerd. Meer dan 10.000
burgers hebben naar aanleiding hiervan aangegeven het op prijs te stellen ook in de
toekomst geïnformeerd te worden over het project.
In de krantenartikelen wordt betoogd dat de informatie die in deze brief gegeven wordt
niet juist is. In Kamerstuk 30 561 nr. 8, en in navolging daarvan in de brief van
Rijkswaterstaat aan de burgers in de regio, heb ik mijn keuzen gemotiveerd. Bij deze
motivering heb ik informatie uit de Trajectnota/MER stap 1, betrokken. Ik heb in
bovengenoemd kamerstuk aangegeven dat ik een bestuurlijke voorkeur heb voor het A4
Alternatief.
Tevens heb ik aangegeven dat uit de Trajectnota/MER stap 1 blijkt dat de alternatieven
A4 en A13+A13/16 vooralsnog realistische alternatieven zijn, dat de planstudie nog loopt,
en dat er nog een aantal complexe vraagstukken is dat om een oplossing vraagt.
Ik heb daarop de conclusie getrokken dat nu alleen het A4-alternatief verder onderzoeken
juridische risico's geeft. Daarom kies ik ervoor in de Tweede stap van de Trajectnota/MER
beide alternatieven verder te onderzoeken.
Ad. 2. Een studie naar de A4, verricht door de ministers van VenW en VROM, die niet
openbaar zou zijn gemaakt.
De suggestie dat een studie naar de A4 Delft-Schiedam binnen mijn ministerie geheim
wordt gehouden verwerp ik. De notitie waaraan dit krantenartikel refereert, is openbaar
en is als bijlage bij mijn brief van 22 november 2007 aan u gestuurd (kamerstuk 30561
nr.7). In dit kamerstuk heb ik aangegeven hoe ik met de informatie uit deze notitie omga;
het nieuwe kabinet heeft er met het Programma Randstad Urgent voor gekozen niet nu
alle energie te steken in het steeds weer opnieuw studeren, maar allereerst in te zetten
op het snel oplossen van bereikbaarheidsproblemen in de Randstad. Daarom wordt in
deze kabinetsperiode over de projecten A4 Delft-Schiedam en A13/A16/A20 besloten.
De strategische lange termijnvisie die genoemd wordt in deze notitie kan een plaats
krijgen in de MIRT-verkenning Ruit Rotterdam.
---
VENW/DGMO-2008/91
Conclusie:
Zowel u als de omwonenden van de A4 zijn begin 2008 juist en volledig geïnformeerd op
basis van de beschikbare informatie uit de Trajectnota/MER stap 1.
Begin 2009 verwacht ik aanvullende, actuele informatie. Dan is de planstudie
(Trajectnota/MER stap 2), die momenteel wordt uitgevoerd, gereed. Conform de huidige
planning zal deze in april 2009 ter visie worden gelegd. In het derde kwartaal van 2009 zal
ik dan samen met mijn collega van VROM, een standpunt innemen. Daarbij zal ik de
inspraakreacties en de adviezen van mijn wettelijke adviseurs (onder andere de Commissie
voor de Milieueffectrapportage) betrekken. Ik zal u dan verder informeren over de keuzen
van mijn collega van VROM en mij, en onze overwegingen hierbij.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat