Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beschikking betreffende beperkingen en gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten

Beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende beperkingen van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (Dichloromethaan) (wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad)

* Basisgegevens

* Essentie voorstel

* Subsidiariteit en proportionaliteit

* Consequenties

* Nederlandse positie

Basisgegevens

Datum Commissiedocument: 14 februari 2008

Nr. Commissiedocument: COM (2008)80

Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl &DosId=196726

Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: SEC(2008) 192 en SEC(2008)193

Behandelingstraject Raad: Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk ministerie: VWS

Rechtsbasis: Artikel 95 EG-verdrag

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Gekwalificeerde meerderheid, codecisie

Comitologie:Nee

Essentie voorstel

Richtlijn 76/769/EEG regelt de beperking (in sommige gevallen een verbod) van het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (mengsels van stoffen). In deze beschikking wordt voorgesteld om de risico's voor de mens veroorzaakt door Dichloromethaan (DCM) als afbijtmiddel te beheersen door ze voor die toepassing aan bijlage I van richtlijn 76/769/EEG toe te voegen. Uit risicobeoordelingen, uitgevoerd in het kader van verordening 793/93/EEG is gebleken dat het gebruik van DCM onaanvaardbare risico's inhoudt voor de gezondheid van de mens. Er zijn in Europa diverse ongevallen als gevolg van gebruik van DCM als afbijtmiddel geregistreerd, in een aantal gevallen met dodelijke afloop. In het voorstel wordt DCM als afbijtmiddel voor de consument en voor professioneel gebruik verboden. Voor professioneel (onvervangbaar) gebruik zou de mogelijkheid moeten bestaan om op nationaal niveau een vergunning te verkrijgen. Industrieel gebruik is alleen toegestaan wanneer voldaan is aan strenge eisen t.a.v. opleiding en beschermingsmiddelen. Er zijn diverse (chemische, thermische en mechanische) alternatieven voor DCM in de toepassing van afbijtmiddelen op de markt verkrijgbaar.

Nederland staat vanwege de ernstige gezondheidseffecten en het onaanvaardbare risico voor de mens positief tegenover dit voorstel betreffende een verbod op DCM als verfafbijtmiddel, met een beperkte uitzondering voor defensiematerieel. Nederland ondersteunt niet de uitzondering van het verbod op industrieel gebruik en het onderdeel t.a.v. nationale vergunningverlening voor onvervangbare toepassingen. Dit laatste onderdeel van het voorstel verstoort de interne markt en zorgt voor een grote toename van nationale administratieve lasten voor overheid en bedrijven. Daarnaast is een nationaal vergunningenstelsel in tegenspraak met de Europese stoffenverordening REACH, die vanaf
1-6-2009 de richtlijn 76/769/EEG zal vervangen. Een beter alternatief is volgens Nederland een EU-breed totaalverbod vanaf een bepaalde datum of een EU-breed verbod met op EU-niveau enkele goed beargumenteerde uitzonderingen. Voor deze uitzonderingen zou dan een termijn afgesproken moeten worden waarop DCM door een veiliger alternatief vervangen kan worden. In Nederland is het professioneel gebruik van DCM al zeer beperkt.

a) Inhoud voorstel:
Richtlijn 76/769/EEG regelt de beperking (in sommige gevallen een totaalverbod) van het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (mengsels van stoffen). De richtlijn levert een bijdrage aan het beheersen van de risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en bevordert de werking van de interne markt. Stoffen en preparaten opgenomen in (bijlage I van) de richtlijn worden geheel of voor specifieke toepassingen verboden of mogen alleen onder specifieke, in deze bijlage omschreven, voorwaarden op de markt gebracht en gebruikt worden.
In deze beschikking wordt voorgesteld om de risico's voor de mens veroorzaakt door Dichloromethaan (DCM) als afbijtmiddel te beheersen door ze aan bijlage I van richtlijn 76/769/EEG toe te voegen. Uit risicobeoordelingen, uitgevoerd in het kader van verordening 793/93/EEG betreft bestaande stoffen, is gebleken dat het gebruik van DCM onaanvaardbare risico's inhoudt voor de gezondheid van de mens. De belangrijkste risico's hangen samen met de dampen en toxische effecten van deze stof op het centrale zenuwstelsel in relatie tot slechte gebruiks- en arbeidsomstandigheden. Er hebben in Europa veel ongevallen met gebruik van DCM als afbijtmiddel plaatsvonden, in een aantal gevallen met dodelijke afloop. In het voorstel van de Commissie wordt DCM als afbijtmiddel voor de consument en voor professioneel gebruik verboden. Voor professioneel (onvervangbaar) gebruik zou de mogelijkheid moeten bestaan om op nationaal niveau een vergunning te verkrijgen. Industrieel gebruik is alleen toegestaan wanneer voldaan is aan strenge eisen voor opleiding en beschermingsmiddelen.

b) Impact Assessment Commissie:
In het impact assessment (IA) zijn diverse opties onderzocht variërend van geen actie, vrijwillige actie door het bedrijfsleven, diverse aanvullende beschermingsmiddelen en opleidingen, tot een verbod. Uit het IA blijkt dat de enige effectieve maatregel om het risico terug te dringen een verbod is op DCM als afbijtmiddel voor de consument en professioneel gebruik. Dit verbod zal een impact hebben op de DCM-producerende bedrijven (in totaal een verlies voor heel Europa variërend van EUR1,3 tot EUR3,2 miljoen per jaar). Echter, veel bedrijven produceren naast DCM ook alternatieven en die markt zal na een verbod op DCM veel meer open staan voor veel (ook kleine) bedrijven die alternatieve afbijtmiddelen produceren. De totale financiële effecten zullen volgens het IA naar verwachting dan ook neutraal zijn. De meerderheid van DCM-producerende bedrijven zullen dan ook geen effecten ten aanzien van verlies van werkgelegenheid ondervinden. De verwachting is dat voor consumenten in eerste instantie alternatieve afbijtmiddelen duurder zullen zijn dan DCM. Dit verschil zal afnemen naarmate er meer alternatieve afbijtmiddelen op de markt komen.

De Impact Assessment Board heeft in november 2007 een opinie uitgebracht over het IA van DCM. Positief is dat deze een goed en begrijpelijk overzicht geeft van de beleidsopties. Aanbevelingen voor verbeteringen zijn onder andere dat de risicoanalyse van blootstelling aan DCM en alternatieven verbeterd moet worden door verschillende gebruikersgroepen te onderscheiden en dat de onzekerheden en robuustheid van kostenberekeningen gereviewd moet worden. Daarnaast stelt de Board vragen bij de effectiviteit van sommige voorgestelde maatregelen.

Subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid: De Commissie baseert de bevoegdheid van de Gemeenschap op artikel 95 EG. Het betreft een gedeelde bevoegdheid. b) Functionele toets
o Subsidiariteit: positief
o Proportionaliteit: negatief
o Onderbouwing
De subsidiariteit wordt positief beoordeeld. Het voorstel noopt tot wijziging van de bestaande richtijn, dit kan alleen op Europees niveau gebeuren.
Het merendeel van het voorstel is proportioneel. Echter, het door de Commissie voorgestelde nationale vergunningverleningstelsel voldoet niet aan het proportionaliteitsbeginsel. Nederland staat negatief tegenover de invoering van dit nationale vergunningenstelsel, omdat dit de interne markt verstoort en zorgt voor een grote toename van nationale administratieve lasten voor de nationale overheid en bedrijven. Daarnaast is een dergelijk stelsel in tegenspraak met de Europese stoffenverordening REACH, die vanaf 1-6-2009 de richtlijn 76/769/EEG zal vervangen. Deze verordening kent geen nationaal vergunningenstelsel, beperkingen worden aan de stoftoepassing gekoppeld en werken direct vanuit de verordening door op nationaal niveau.
De overige voorgestelde maatregelen (verboden) gaan niet verder dan wat nodig is om de doelstelling - de menselijke gezondheid beter te beschermen - te verwezenlijken en tegelijkertijd de economische kosten voor het bedrijfsleven en de samenleving voor alle specifieke toepassingen zo laag mogelijk te houden.
c) Nederlands oordeel:
Nederland hecht waarde aan geharmoniseerde voorschriften die zowel de menselijke gezondheid beschermen als de werking van de interne markt bevorderen. Mede vanwege de ernstige effecten van DCM op de gezondheid van de mens veroorzaakt door de toepassing van afbijtmiddel acht Nederland het noodzakelijk dat deze maatregelen genomen worden. Dit kan het best op Europees niveau, door middel van de herziening, geregeld worden.

Het door de Commissie voorgestelde nationale
vergunningverleningstelsel voor onvervangbare toepassingen is een verstoring van de interne markt en veroorzaakt een aanzienlijke toename van administratieve lasten voor overheid en bedrijfsleven. Dit onderdeel van het voorstel wordt niet door Nederland ondersteund.

Consequenties

Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting: Geen
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en / of decentrale overheden:
Voor de overheid zijn er kosten voor de handhaving te verwachten, maar die zullen beperkt zijn. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de Arbeidsinspectie houden toezicht op deze richtlijn. De kosten hiervoor worden jaarlijks begroot in de jaarprogramma's van beide inspecties. De begrotingen van de ministeries van VWS en SZW bieden dekking voor deze kosten van respectievelijk de VWA en de Arbeidsinspectie. Budgettaire gevolgen worden ingepast in de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels budgetdiscipline.
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger: Het bedrijfsleven dat nu DCM als afbijtmiddel produceert zal dit productieproces moeten stopzetten. Aangezien er veel alternatieven zijn en veel bedrijven nu ook al naast DCM alternatieven produceren zullen de netto kosten te overzien zijn. De verwachting is dat voor consumenten in eerste instantie alternatieve afbijtmiddelen (en beschermingsmiddelen) duurder zullen zijn dan DCM. Dit verschil zal afnemen naarmate er meer alternatieve afbijtmiddelen op de markt komen.
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/ of bedrijfsleven en burger: Voor de voorgestelde verboden zijn administratieve lasten niet van toepassing. Het door de Commissie voorgestelde nationale vergunningverleningstelsel voldoet echter niet aan het proportionaliteitsbeginsel en veroorzaakt voor overheid en bedrijfsleven een aanzienlijke toename van administratieve lasten. Het nut en noodzaak om een nationaal vergunningverleningstelsel in te stellen wordt niet aangetoond. Dit onderdeel van het voorstel wordt dan ook niet door NL ondersteund. Zie hiervoor verder punt 9.

Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid:
Per 1 juni zal richtlijn 76/769/EEG, zoals gewijzigd door deze beschikking, worden ingetrokken en in zijn geheel worden geïntegreerd in annex XVII van de Reach verordening (Vo 1907/2006/EG). Deze verordening is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten. Lidstaten dienen per 1 juni 2009 de aanpassing van de nationale regelgeving en de strafbaarstelling van de op die titel gebaseerde Anexen XVII van de REACH verordening hebben geregeld.
Er dient nader gekeken te worden hoe de strafbaarstelling bij overtreding van het door de beschikking voorgestelde vergunningstelsel wordt geregeld.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid De beschikking treedt in werking op de 3e dag volgend op bekendmaking in het Publicatieblad. De verboden uit de beschikking worden binnen 12 of 24 maanden van toepassing. Dit lijkt haalbaar. c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling:
Per 1 juni 2009 zal bijlage I van richtlijn 76/769/EEG worden ingetrokken en in zijn geheel worden geïntegreerd in annex XVII van de REACH verordening (Vo 1907/2006/EG).

Implicaties voor uitvoering en handhaving
Informatie over het inschakelen van nationale agentschappen, zelfstandige bestuursorganen e.d.
a) Uitvoerbaarheid: De beschikking is goed uitvoerbaar voor het bedrijfsleven.
b) Handhaafbaarheid: De beschikking is duidelijk en goed handhaafbaar voor de inspecties (VWA en Arbeidsinspectie).

Implicaties voor ontwikkelingslanden
a) Wel
b) Toelichting implicaties: Leveranciers uit ontwikkelingslanden zullen rekening moeten gaan houden met de voorgestelde wijzigingen in deze beschikking.

Nederlandse positie

Nederlandse belangen en eerste algemene standpunt: Nederland hecht waarde aan geharmoniseerde voorschriften die zowel de menselijke gezondheid beschermen als de werking van de interne markt bevorderen. Nederland steunt het voorstel ten aanzien van het verbod op DCM als afbijtmiddel voor de consument en professioneel gebruik vanwege de ernstige en onaanvaardbare gezondheidsrisico's van deze toepassing en de aanwezigheid van bruikbare alternatieven op de markt. De herziening levert aanzienlijke gezondheidswinst op voor de gebruikers van afbijtmiddelen.

Nederland ondersteunt echter niet de uitzondering van het verbod op industrieel gebruik en het onderdeel nationale vergunningverlening voor onvervangbare toepassingen en zal dit tijdens de onderhandelingen krachtig naar voren brengen Dit laatste onderdeel van het voorstel verstoort namelijk de interne markt en zorgt voor een grote toename van nationale administratieve lasten voor overheid en bedrijven. Bovendien is in Nederland het professioneel/industrieel gebruik van DCM al zeer beperkt. Een beter alternatief is volgens Nederland een EU-breed totaalverbod (met als enige uitzondering defensiematerieel in de luchtvaart) vanaf een bepaalde datum of een EU-breed verbod met op EU niveau enkele goed beargumenteerde uitzonderingen. Voor deze uitzonderingen zou dan een termijn afgesproken moeten worden, waarop DCM door een veiliger alternatief vervangen kan worden.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl