Waterschappen hanteren geen harde termijn bij verzoek kwijtschelding
10/07/2008 15:29
Unie Van Waterschappen
Op basis van de uitspraak van de Nationale ombudsman adviseert de Unie van Waterschappen aan waterschappen, die termijnen stellen voor het indienen van kwijtscheldingsverzoeken, hieraan niet het gevolg te verbinden dat een te laat ingediend verzoek niet wordt behandeld.
De Nationale ombudsman heeft onder andere de waterschappen opgeroepen om geen fatale termijnen te verbinden aan het indienen van kwijtscheldingsverzoeken. Het stellen van fatale termijnen houdt in dat een kwijtscheldingsverzoek dat buiten de gestelde termijn is ingediend, niet in behandeling wordt genomen (en dus wordt afgewezen). Volgens de ombudsman gaat dit te ver. Het stellen van termijnen is uit een oogpunt van efficiency en ter bevordering van beheersbare werkstromen weliswaar gerechtvaardigd, maar het niet naleven daarvan mag niet automatisch tot de afwijzing van het kwijtscheldingsverzoek leiden. Alleen als sprake is van een belastingaanslag die al is betaald, mogen fatale termijnen worden gesteld en gehandhaafd.
De Unie van Waterschappen adviseert de waterschappen dit advies op te volgen.
De Unie merkt aanvullend nog op, dat ook de burger in dezen een verantwoordelijkheid heeft. De termijnen die door de waterschappen worden gesteld, hebben tot doel de burger tot enige voortvarendheid bij de indiening van kwijtscheldingsverzoeken aan te sporen. Gebeurt dit namelijk niet, dan is het risico aanwezig dat onnodig invorderingskosten (kosten van een aanmaning en wellicht zelf ook de kosten van een dwangbevel) worden gemaakt. Dit is niet wenselijk. De Unie van Waterschappen adviseert haar leden om degenen die voor kwijtschelding in aanmerking menen te komen hierbij aan te sporen dit verzoek zo snel mogelijk na ontvangst van de aanslag in te dienen.
Noot voor de redactie:
Waterschap Regge en Dinkel