Kwaliteitskader Huishoudelijke Verzorging in de Wmo
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO/SFI-2858871
10 juli 2008
Tijdens het Algemeen Overleg over de Wmo (op 11 juni jl.) heb ik
toegezegd u nader te informeren over de planning bij het tot stand
komen van het Kwaliteitskader voor de huishoudelijke verzorging /
huishoudelijke ondersteuning in de Wmo.
Uitgangssituatie: Wmo & Kwaliteitswet
In de Wmo is de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijk
ondersteuning neergelegd bij gemeenten. Die verantwoordelijkheid omvat
ook het kwaliteitsbeleid (artikel 3, lid 4). Tegelijkertijd is de
Kwaliteitswet zorginstellingen van toepassing verklaard op de
huishoudelijke ondersteuning in de Wmo. Uit hoofde daarvan zijn
aanbieders verplicht om huishoudelijke ondersteuning aan te bieden van
zodanige kwaliteit, dat wordt voldaan aan de eisen van verantwoorde
zorg zoals omschreven in artikel 2 van de Kwaliteitswet.
De IGZ is belast met het toezicht op de kwaliteit van de geleverde
huishoudelijke ondersteuning (en enkel en alleen daarop).
In het geval van huishoudelijke ondersteuning in de Wmo is derhalve
sprake van zowel centraal IGZ-toezicht op de kwaliteit van geleverde
hulp ingevolge de Kwaliteitswet als van een brede decentrale
verantwoordelijkheid voor kwaliteit ingevolge de Wmo. Het kernbegrip
uit de Kwaliteitswet - verantwoorde zorg - moet in overeenstemming
worden gebracht met één van de centrale begrippen uit de Wmo, de
compensatieplicht en de daarbij horende gemeentelijke beleidsvrijheid
en verantwoordelijkheid.
Kwaliteitskaders en de rol van de IGZ
De IGZ houdt toezicht op de door aanbieders geleverde huishoudelijke
ondersteuning. Dit aan de hand van een kwaliteitskader met normen voor
verantwoorde zorg en daarbij behorende indicatoren. Want de burger
moet er op kunnen vertrouwen, dat verantwoorde huishoudelijke
ondersteuning wordt geboden met voldoende aandacht voor deskundigheid,
betrouwbaarheid en respectvolle bejegening.
Bij de tot dusver tot stand gekomen kwaliteitskaders geldt dat deze
onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep Verantwoorde Zorg met
alle betrokken veldpartijen zijn opgesteld. Het opstellen ervan wordt
beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van de betrokken
sector. Er wordt gestreefd naar zelfregulering en veldnormen:
kwaliteitseisen waarover bij alle betrokken partijen overeenstemming
bestaat.
Proces tot nu toe
Sinds september 2007 werken partijen aan één document, waarin wordt
gepoogd twee doelen te dienen. Ten eerste dient het toezichtskader
voor de IGZ op de door aanbieders geleverde huishoudelijke
ondersteuning te worden opgesteld. Partijen streven ernaar dit - ten
tweede - te doen vanuit een ketenbenadering.
Dit vanuit de gedachte dat de burger bij het ontvangen van
huishoudelijke ondersteuning de verschillende stappen als een
integraal proces ervaart. Daarbij gaat het dan om het eerste contact,
de behoeftebepaling / indicatiestelling / beschikking, de
daadwerkelijke levering, signalering van andere behoefte en evaluatie.
Het toezicht van de IGZ ziet enkel toe op de kwaliteit van de
geleverde huishoudelijke ondersteuning en de evaluatie van het
zorgproces door aanbieders.
Voor de andere elementen uit de keten dragen gemeenten de
verantwoordelijkheid.
Bij het streven om één document op te stellen (dat zowel een
IGZ-toezichtskader bevat als een beschrijving van de bredere keten)
ontstond teveel onduidelijkheid over centrale en decentrale
verantwoordelijkheden.
Na het AO van 11 juni jl. hebben partijen overeenstemming bereikt over
de gemeenschappelijke uitgangspunten en de aanpak van het
vervolgproces. Partijen blijven streven naar één document, waarbij het
toezichtskader van de IGZ wordt beschreven in het licht van de
genoemde keten. Daarbij dienen - zo werd afgesproken - de (verschillen
in) verantwoordelijkheden meer expliciet te worden gemaakt.
Over de inhoud van het toezichtkader (de normen en indicatoren) van de
IGZ en de nadere delen van de keten begint zich overeenstemming af te
tekenen.
Een van de instrumenten voor het toezicht is de klantervaringsmeting,
een vragenlijst die per indicator meet hoe cliënten oordelen over de
ontvangen huishoudelijke ondersteuning. Die lijst moet nog worden
opgesteld en getoetst. Het is mogelijk dat nog andere vragenlijsten
voor zorgaanbieders ontwikkeld moeten worden.
Het onderdeel dat betrekking heeft op de overige ketenonderdelen heeft
een beschrijvend karakter, waarbij het primaat van de gemeentelijke
beleidsvrijheid geldt. Per ketenonderdeel wordt een toelichting
gegeven op de vigerende wet- en regelgeving en de daarbij horende
verantwoordelijkheden.
Daarbij bestaat bij partijen enerzijds behoefte om adviezen en
uitgangspunten te formuleren en anderzijds gemeenten de ruimte te
bieden om via specifieke arrangementen lokaal invulling te kunnen
geven aan de compensatieplicht.
Veldpartijen willen het einddocument door hun achterbannen in een
ledenraadpleging laten accorderen.
Planning voor de komende maanden
Ik vind gedeelde veldnormen en een goede procesgang belangrijk en zal
partijen daarbij ondersteunen en faciliteren. Zo'n proces kost (veel)
tijd, zoals uit het bovenstaande blijkt. De Kwaliteitswet moet echter
worden uitgevoerd. De IGZ moet haar toezicht op de kwaliteit van de
huishoudelijke ondersteuning zo snel mogelijk ter hand kunnen nemen.
Hiervoor is het van belang, dat onder andere het instrumentarium
(toezichtskader en vragenlijsten) zo snel mogelijk gereed is.
Ik wil partijen tot begin september de tijd bieden om het integrale
document dat hen voor ogen staat door de stuurgroep Verantwoorde Zorg
vast te laten stellen. Daarop volgend kan de vragenlijst worden
opgesteld, zodat het toezichtinstrumentarium voor de IGZ in januari
2009 operationeel is.
Mocht vóór die tijd blijken, dat over een dergelijk integraal document
tussen partijen geen overeenstemming kan worden bereikt, dan stelt de
IGZ het eigen toezichtskader vast.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker