SERV

Persbericht - 9 juli 2008

Vlaamse sociale partners wensen Vlaams stabiliteitsprogramma om budgettaire ruimte op lange termijn te vrijwaren

In zijn jaarlijks begrotingsadvies onderzoekt de SERV de mogelijkheden voor de volgende legislatuur. De uitgangssituatie ziet er rooskleurig uit, maar als Vlaanderen zou geconfronteerd worden met nieuwe uitgaven, bijvoorbeeld voor de herverdeling van de vergrijzingslasten, dan moet Vlaanderen hiervoor reeds in de volgende legislatuur extra reserves aanleggen.

Wat na een schuldenvrij Vlaanderen?
Eind 2008 heeft de Vlaamse overheid geen schulden meer. Wat betekent dit voor het Vlaams begrotingsbeleid vanaf 2009? Moeten de bestaande reserves verder toenemen of niet? En zo ja, hoe groot moeten deze reserves zijn en waarvoor kunnen ze aangewend worden. De SERV zocht hierop een antwoord in zijn jaarlijks begrotingsadvies.

Goede startpositie
De basisdoelstelling voor de SERV is dat Vlaanderen op lange termijn schuldenvrij blijft én de beleidsmogelijkheden voor elke generatie gelijkmatig verdeeld zijn. Mede door de Vlaamse begrotingsdiscipline in het verleden heeft Vlaanderen een gunstige uitgangspositie om deze doelstelling te realiseren. Indien de bevoegdheden en het financieringsmechanisme niet veranderen, kan Vlaanderen een evenwichtsbegroting aanhouden waarbij de beleidsuitgaven evolueren op het niveau van de economische groei.

Scenario's voor een onzekere toekomst
Het opvangen van de vergrijzingskosten zal de komende jaren een belangrijke uitdaging blijven die extra inspanningen zal vergen. Momenteel is dit voornamelijk een federaal probleem. Nieuwe afspraken over de bijdrage van gewesten en gemeenschappen in de inspanningen om deze druk op te vangen zijn niet uit te sluiten. Hoe dat zal gebeuren is erg onzeker. Toch vinden de sociale partners het belangrijk om nu al na te denken over de gevolgen voor het begrotingsbeleid in de komende jaren. Zonder hierover voorstellen te formuleren, werkt de SERV enkele scenario's uit om mogelijke gevolgen hiervan in te schatten. Deze scenario's zijn maar een voorbeeld en zijn gekozen omdat ze gemakkelijk becijferbaar zijn.

De SERV heeft doorgerekend wat er moet gebeuren als vanaf 2009 de gewesten en gemeenschappen extra uitgaven van de federale overheid overnemen. De SERV raamt dit op 0,3% van het BBP, wat overeenstemt met hun overschot in 2007. Verder wordt verondersteld dat vanaf 2015 de deelgebieden geleidelijk over een periode van 10 jaar de pensioenlasten van de ambtenaren en het onderwijzend personeel overnemen voor de volle 100% dan wel voor 50% zonder dat hiervoor middelen worden overgeheveld. Op kruissnelheid zou Vlaanderen hierdoor 2,8 mld euro dan wel 5,1 mld euro extra uitgaven hebben (prijzen 2008).

Extra reserves op korte termijn nodig om houdbaarheid te garanderen op lange termijn In deze scenario's kan Vlaanderen niet eenzelfde groeidynamiek aanhouden als bij "business as usual". Dit zou tot een schuldexplosie leiden die kan oplopen tot het dubbele van de jaarlijkse ontvangsten in 2050! De SERV toetst twee mogelijke begrotingsscenario's om dergelijke extra druk op te vangen. In het eerste scenario wordt vanaf de volgende legislatuur een evenwichtsbegroting aangehouden. In het begin is de extra druk gemakkelijk op te vangen. Vanaf 2015 moet Vlaanderen bij een evenwichtsbegroting de groei van de uitgaven aanzienlijk verminderen. In de volgende legislatuur kunnen de huidige beleidsuitgaven met 2,4% stijgen op jaarbasis maar vanaf 2015 aanzienlijk minder. In geval van 100% overname van de pensioenlasten mogen de uitgaven tussen 2015 en 2024 gemiddeld slechts 0,45% stijgen. In het scenario van 50% overname zou dit nog beperkt zijn tot 1,4%. Dit strookt niet met de doelstelling van de SERV dat de groei op lange termijn zo gelijkmatig mogelijk moet zijn. Deze kloof in beleidsmogelijkheden kan enkel opgevangen worden door de inspanningen te spreiden. Dat betekent dat - in het tweede scenario - de uitgavendynamiek reeds in de volgende legislatuur moet beperkt worden om extra reserves aan te leggen. Indien de volledige pensioenlast wordt overgenomen bedragen de benodigde reserves in 2014 al 24% van de ontvangsten (of 0,9% BBP). In 2022 zou dat oplopen tot 45% (3,2% BBP). Als de overname beperkt is tot 50% gaat het om respectievelijk 13 en 24%. Vanaf 2015 kan het jaarlijks overschot verminderen zodat de groei in die periode ondersteund kan worden. Hierdoor is de kloof in de groeimogelijkheden van de verschillende legislaturen beperkt.

Beleidsruimte voor volgende legislatuur
Het effect van deze scenario's op de beleidsruimte van de volgende legislatuur is aanzienlijk. De toelaatbare groei op de totale primaire uitgaven bedraagt 2,71% bij "business as usual". In het scenario met gespreide begrotingsinspanningen valt dit terug tot 2,31% bij 50% pensioenovername en tot 1,96% bij 100% overname. Met deze groei wordt hier in eerste instantie de druk van de uitgaven bij ongewijzigd beleid opgevangen, voornamelijk het effect van de indexering. Daarnaast is er nog ruimte voor nieuwe beleidsinitiatieven die iets lager is dan het geval is in de huidige legislatuur. Indien substantiële reserve opbouw zou nodig zijn om toekomstige lasten op te vangen vermindert dit tot 2,6 mld euro (50% overname pensioenlasten) of 1,8 mld euro (100% overname pensioenlasten).

Omzetting van lange termijntraject in eigen Vlaams stabiliteitsprogramma Het huidig federaal stabiliteitsprogramma (2008-2011) voorziet voor de gewesten en gemeenschappen een evenwichtsbegroting. Indien Vlaanderen, zoals in de scenario's die de SERV berekend heeft, in de eerstkomende legislatuur extra reserves aanlegt, betekent dit in de eerstkomende jaren een substantiële bijdrage voor het overschot van de gezamenlijke overheid. Naar gelang van het scenario zou dat oplopen tot 0,22% of 0,40% van het BBP in 2014. De Vlaamse gemeenschap moet dit dan ook inbrengen in een eigen Vlaams stabiliteitsprogramma dat de basis vormt voor de opmaak van het federale stabiliteitsprogramma. Het Vlaams begrotingstraject mag daarbij niet opgeofferd worden door ad hoc aanpassingen van de bijdragen van gewesten en gemeenschappen zoals de afgelopen jaren. In een dergelijk Vlaams stabiliteitsprogramma moet de regering ook de voorzieningen treffen om conjunctuurschommelingen op te vangen.

Alle adviezen van de SERV vindt u ook op de SERV-website: www.serv.be Voor meer informatie over dit persbericht kan u contact opnemen met de SERV, Christine Jacobs, Communicatieverantwoordelijke, tel. 02/20.90.188, cjacobs@serv.be

SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l serv@serv.be l www.serv.be