Hardere aanpak geen garantie voor betere resultaten
'Sociale veiligheid ontsleuteld. Veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid'.
· Gericht politietoezicht helpt onveiligheidsgevoelens en criminaliteit te verminderen
· Niet-strafrechtelijk ingrijpen werkt soms beter bij overlast of minder ernstige criminaliteit
· Gevangenisstraf leidt niet tot minder recidive, soms zelfs tot meer
· Heropvoedingskampen voor jongeren werken juist averechts
· Technische beveiliging effectief tegen inbraak en diefstal
· Kabinetsprogramma Naar een veiliger samenleving beperkt onderbouwd
· Weinig inzicht in effect van maatregelen ter vergroting van sociale veiligheid
Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Sociale veiligheid ontsleuteld. Veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid die op woensdag 9 juli jl. is verschenen. In het rapport geven de onderzoekers dr. Lonneke van Noije en dr. Karin Wittebrood een beeld van de beleidsveronderstellingen van het Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving in de periode 2002-2006. De veronderstelde effectiviteit van maatregelen om de criminaliteit, overlast en onveiligheidsbeleving terug te dringen wordt daarbij geplaatst tegenover empirische bevindingen uit de belangrijkste nationale en internationale studies op dit terrein. Daartoe is een analyse gemaakt van alle relevante beleidsnota's en is systematisch literatuuronderzoek verricht naar Nederlandse effectevaluaties van de afgelopen decennia, aangevuld met overzichtstudies uit andere landen.
Het rapport is opgesteld op verzoek van de departementen van BZK en Justitie.
Gericht politietoezicht helpt onveiligheidsgevoelens en criminaliteit te verminderen
Politiesurveillance gericht op bekend onveilige plekken en tijdstippen zorgt ervoor dat de criminaliteit afneemt. Ook voelen mensen zich veiliger wanneer er zichtbaar politie aanwezig is. Een meer algemene inzet van de politie heeft geen effect op de criminaliteit. Als de politie overgaat tot het oppakken van daders leidt dit niet direct tot minder recidive, maar heeft dit wel effect op anderen die mogelijk van plan waren delicten te plegen. De indruk dat de pakkans hoog is, schrikt potentiële daders af.
Toezicht, zoals door tramconducteurs en horecapersoneel, blijkt eveneens een goede manier om criminaliteit en onveiligheidsgevoelens terug te dringen. Cameratoezicht kan hierbij ondersteuning bieden, al is het effect van camera's op criminaliteit en overlast nog maar in een beperkt aantal situaties aangetoond. Mensen voelen zich er niet veiliger door.
Niet-strafrechtelijk ingrijpen werkt soms beter bij overlast of minder ernstige criminaliteit
Soms wordt hard opgetreden tegen overlastgevend gedrag. Toch kan het bij lichte overtredingen beter zijn om te besluiten tot een afdoening buiten het strafrecht om. Bij plegers van relatief lichte vergrijpen en vooral bij minderjarigen kan een justitiële afhandeling averechts uitpakken, doordat een strafblad stigmatiseert en de drempel om opnieuw delicten te plegen kan verlagen.
Gevangenisstraf leidt niet tot minder recidive, soms zelfs tot meer
Dit nadelige effect wordt versterkt door een lange duur van de straf. Een lange gevangenisstraf kan zinvol zijn om de recidive te verlagen, maar uitsluitend als de beschikbare tijd gebruikt wordt voor effectieve resocialisatieprogramma's. Ook is maatschappelijke ondersteuning en begeleiding na detentie essentieel voor succesvolle reïntegratie. Voor vrijheidsbeperkende straffen zoals elektronisch huisarrest geldt eveneens dat de recidive alleen verlaagd wordt, wanneer er naast controle ook aandacht is voor maatschappelijke ondersteuning.
Heropvoedingskampen voor jongeren werken vaak averechts
Delinquente jongeren die een programma doorlopen zonder te worden opgesloten (ambulant), recidiveren na afloop minder dan jongeren die een programma achter gesloten deuren doorlopen (residentieel). De meest effectieve resocialisatieprogramma's zijn de programma's die de verschillende leefdomeinen van jongeren, zoals het gezin, de school en de straat, weten te integreren. Binnen al deze domeinen blijken cognitief-gedragstherapeutische behandelingen en sociale vaardigheidstrainingen het meest effectief. Residentiële programma's die jongeren via disciplinering en groepsdruk moeten heropvoeden, zoals heropvoedingskampen of -internaten, verhogen juist de kans dat jongeren opnieuw de fout ingaan bij terugkeer in de samenleving.
Technische beveiliging effectief om inbraak en diefstal tegen te gaan
Het plaatsen van goed hang- en sluitwerk en alarmsystemen, bijvoorbeeld als onderdeel van het Keurmerk veilig wonen of het Keurmerk veilig ondernemen, is effectief ter voorkoming van inbraak en diefstal. Het maakt het potentiële daders lastiger om delicten te plegen, waardoor in ieder geval een deel van hen zich laat ontmoedigen.
Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving beperkt onderbouwd
Argumenten voor de inzet van maatregelen zijn in het Veiligheidsprogramma van het kabinet slechts mondjesmaat gegeven. Deze conclusie is een bevestiging van de kritiek die de Algemene Rekenkamer reeds in 2006 naar voren bracht en één van de aanleidingen vormde tot dit SCP-onderzoek. In het programma ligt de nadruk vooral op de strafrechtelijke aanpak. Aandacht voor preventie via maatschappelijke ondersteuning en hulpverlening met als doel te voorkomen dat (met name) jongeren het slechte pad op gaan, speelt een veel minder belangrijke rol en is bovendien nauwelijks onderbouwd. Preventie krijgt hier hoofdzakelijk vorm door middel van gelegenheidsbeperking: het ontoegankelijk of onaantrekkelijk maken van doelwitten.
Effecten van maatregelen om sociale veiligheid te vergroten vaak nog onbekend
Er is nog veel onderzoek nodig naar de effecten van de verschillende maatregelen om criminaliteit en vooral ook de onveiligheidsbeleving aan te pakken. De meeste effectevaluaties zijn verricht in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Van het onderzoek dat in Nederland wordt uitgevoerd, is slechts een klein deel van voldoende kwaliteit om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de onderzochte maatregel. Daarnaast is slechts een beperkt aantal maatregelen regelmatig onderwerp van studie. Zo zijn cameratoezicht en gevangenisstraffen relatief vaak geëvalueerd, maar diefstalbeveiliging of buurtpreventieprojecten niet of nauwelijks. Vooral onderzoek naar effecten op de onveiligheidsbeleving staat nog in de kinderschoenen. Hierdoor hebben beleidsmakers soms geen andere keus dan te kiezen voor maatregelen waarvan de effectiviteit nog niet vaststaat.
Wenselijkheid van nader onderzoek
Van opvallend veel maatregelen is ook internationaal onvoldoende wetenschappelijk vastgesteld of ze werkelijk een bijdrage leveren aan het vergroten van de sociale veiligheid. Om het veiligheidsbeleid beter te onderbouwen dient de kwaliteit van het evaluatieonderzoek verbeterd te worden en moet een breder palet aan maatregelen worden geëvalueerd. Behalve meer kennis van de effectiviteit van maatregelen is ook inzicht in de kosten en baten (zowel economisch als maatschappelijk) belangrijk om een goed onderbouwd beleid te kunnen voeren.
SCP-publicatie 2008/11, Sociale veiligheid ontsleuteld:veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid, Lonneke van Noije en Karin Wittebrood m.m.v. Coralijn Nas en Willemijn Lamet, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, juli 2008, ISBN 978 90 377 0349 8, prijs ¤ 25,90 .
Bestellen:
Sociale veiligheid ontsleuteld / druk 1
K. Wittebrood
Sociaal en Cultureel Planbureau